Zaalhockey in de zomer? Of een aparte competitie voor 55+?

Stel dat jij mocht bepalen hoe het hockeyjaar eruit ziet: alleen nog maar wedstrijden en geen trainingen, zeven tegen zeven, een zaalhockeycompetitie in de zomermaanden… Alles mag. De KNHB is benieuwd naar jouw mening en roept hockeyers, oud-hockeyers en potentiële hockeyers op om dat te laten weten via een korte enquête.

Op basis van de uitkomsten wil de KNHB in kaart brengen waar aanpassingen gewenst zijn en/of er nieuwe competitievormen mogen komen. Onder de deelnemers verloot de KNHB bovendien twee keer twintig kaarten voor een Pro League-wedstrijd in Nederland naar keuze. Genoeg om met je hele hockeyteam of vriendenclub op pad te gaan.

Wij vroegen drie (oud-)hockeyers alvast hoe hun ideale hockeyagenda eruit ziet.

Altijd met hetzelfde team

Reinoud van Holk (17) hockeyt in HDM JA3 en woont met zijn ouders en middelste zus (19) in Den Haag

‘Ik hockey al sinds de D-tjes in hetzelfde team. Dat zou ik altijd wel zo willen: mijn teamgenoten zijn echt vrienden met wie het ik het liefst twaalf maanden per jaar train en wedstrijden speel. Ook in de vakanties dus.’

‘Twee keer per week anderhalf uur trainen, net na etenstijd, is perfect voor mij. Wedstrijden zijn nu op zaterdag en dat wil ik graag zo houden. Dan kan ik op zondag afspreken met vrienden die aan andere sporten doen en ook op zaterdagen een wedstrijd hebben. De wedstrijd mag van mij altijd in de ochtend zijn. Niet te vroeg, een uurtje of 11.00 of 12.00 uur. Ik moet ook nog kunnen slapen.’

Reinoud van Holk in actie voor HDM JA3. Foto: Elles van Happen

‘In de wintermaanden wil ik graag zaalhockeyen, net zoals nu. Het lijkt mij wel beter om één lange wedstrijd te hebben in plaats van, zoals nu, twee korte. Soms moet je namelijk lang wachten tussen de wedstrijden door. Dat is onhandig. Soms speel je wel snel een tweede wedstrijd, maar dan tegen een tegenstander die die dag nog geen wedstrijd heeft gespeeld en dus frisse benen heeft.’

Alles in één

Laurien (37) hockeyde op hoog niveau in de jeugd bij Leiden. Daarna stopte ze met hockey. Ze woont met haar vriend, zoon (5) en dochter (2) in Utrecht.

Lauriens ideale hockeyagenda bestaat uit het jaar door één avond per week intensief spelen.

‘Wat mij nu tegenhoudt om te hockeyen, is dat je elk weekend het commitment moet maken om op zondag een wedstrijd te spelen. Met een drukke baan doordeweeks en jonge kinderen is er ook in het weekend vaak wat anders te doen. Afzeggen vind ik niet oké naar het team toe en ook een gedoe met het zoeken van vervangers. Daarbij vind ik het prettig om ergens naartoe te werken als ik train en dan is het jammer om vaak af te haken als het om de wedstrijd gaat.’

‘Om mijn schaarse vrije tijd zo optimaal mogelijk te benutten, zou het ideaal voor mij zijn als alles in het hockeyen samen komt: intensief sporten, sociaal contact én in de buitenlucht zijn. Eén doordeweekse avond per week is inpasbaar. Per maand zou ik dan ideaal gezien drie pittige trainingen willen en één wedstrijd: als die dan eens wat minder intensief is, heb ik op die andere momenten in elk geval wél flink gezweet.’

Laurien (tweede van links) als mini van LOHC.

‘Een vast team lijkt mij leuk voor de gezelligheid, maar dat mag kleiner zijn dan een elftal. Zes tegen zes bijvoorbeeld, net als in het zaalhockey nu. Daar wordt het spel misschien ook weer intensiever van. De competitie mag intern zijn of met clubs uit de regio. Doordeweeks wil ik niet te veel tijd kwijt zijn aan reizen.’

‘Ook in de zomervakantie mag het hockeyen voor mij doorgaan. En in de winter de zaal in: daar heb ik goede herinneringen aan. Het gaat snel en is dynamisch; na een training of wedstrijd heb je echt het gevoel iets gedaan te hebben.’

Gelijkwaardige tegenstanders

Aat Grinwis (71) stopte vorig jaar met hockeyen bij Phoenix, na een leven lang gespeeld te hebben. Hij is nu nog elke zaterdag en zondag actief als scheidsrechter op zijn club en woont met zijn echtgenote in Zeist.

‘Ik speelde in een veteranenteam in een heren 45+ competitie. De meeste van mijn teamgenoten waren tussen de zestig en de zeventig. Voor ons was het niet leuk om tegen ‘jonkies’ van 45 jaar te spelen. Ze zijn veel fanatieker, sneller en ook op sociaal vlak is er een afstand. Voor ons was de derde helft belangrijk, maar het bleek moeilijk om te mengen met jonge tegenstanders. Waar pensionado’s praten over hun tweede huis in Friesland, zijn zij bezig met hun drukke werkzaamheden en gezinsleven.’

‘Wat mij betreft mogen de leeftijdscategorieën dus inkrimpen. Geen 45-plus als oudste competitie, maar bijvoorbeeld 45 tot 55 en 55 tot 65 jaar. De ouderen willen geen knotshockey doen of iets anders alternatiefs, maar wel tegen gelijkwaardige tegenstanders spelen. Zes tegen zes op een half veld met twee keepers: zo beweeg je wel, maar hoef je geen enorme afstanden af te leggen.’

Aat Grinwis als scheidsrechter bij een wedstrijd tussen Phoenix JC1 en een Zuid-Afrikaans schoolteam.

‘Qua seizoen vind ik het nu prima, inclusief de winterstop. Met zaalhockey heb ik niets, dat gaat te snel. Een doordeweekse training, van 22.00 tot 22.45 uur bijvoorbeeld, is perfect wat mij betreft. Daarna is het in het clubhuis altijd gezellig en dat is minstens zo belangrijk als het hockeyen zelf.’

‘De wedstrijd mag op zondag blijven, ergens tussen 9.00 en 17.00 uur. Een doordeweekse competitie, zoals dat er voor dames al is, lijkt mij ook een prima idee voor heren. De velden zitten op zondag al vol, dus dat is dan een mooie oplossing voor kerels die niet meer werken. Zo’n competitie is ook aan ons voorgesteld, maar dan moesten we ook naar verenigingen in Eindhoven. En vijf kwartier rijden voor een wedstrijd vind ik te veel.’

Wil jij ook meedenken over jouw ideale hockeyjaar? Vul direct de enquête in (duurt ongeveer tien minuten). Dit kan tot donderdag 24 maart.


3 Reacties

  1. Reinier Verhoeven

    In reactie op de opmerking van Aat Grinwis: een doordeweekse competitie voor mannen bestaat al heel lang. Eens in de twee weken komen ergens in het land zo’n 150 tot 200 hockeyers van 60 jaar en ouder bijeen voor het spelen van onderlinge wedstrijden. Gezond en zeer gezellig! Dit alles onder de vlag van de N.H.C. De Zestigplussers.

    1. Eelco Houwink

      Om Aat Grinwis te ondersteunen: Veel van zijn leeftijdsgenoten zijn bij de KNHB afgehaakt en lid geworden van NHC60+ omdat de KNHB competities L, LX niet meer bestaan en ze zich door de Bond afgeserveerd voelen. Topfit maar inderdaad niet meer de snelheid om tegen 40-jarigen te strijden en dan vinden ze het niet leuk meer. Lieden die een groot deel van hun leven voor hun vereniging hebben ingezet, de huidige generaties (top-)hockeyers hebben afgeleverd, kapitaalkrachtig genoeg zijn om de baromzet flink te verhogen, en dan door de KNHB bedankt worden. Verstandig beleid (ongetwijfeld) - daarom zijn ze nu lekker voor zichzelf begonnen !

  2. Reinier Verhoeven

    Twee nuances op het bericht van Eelco Houwink. NHC 60+ is niet onlangs begonnen: de club is opgericht in 1989. En de leden van NHC 60+ zijn ook lid van de KNHB.


Wat vind jij? Praat mee...