KNHB-directeur: ‘Ik wil dat we minder jeugd gaan uitzwaaien’

‘Een dynamisch jaar, waarbij we hebben gerend van hoogtepunt naar hoogtepunt.’ Zo omschrijft KNHB-directeur Erik Gerritsen 2017. Op de valreep blikt hij terug op onder meer het EK, de verhuizing en herstructurering van het bondsbureau. Tevens kijkt hij vooruit naar de KNHB nieuwe stijl.

Het grootste evenement voor de KNHB was dit jaar zonder twijfel het Europees Kampioenschap in Amsterdam. Hoe kijk je daarop terug?
Erik Gerritsen: ‘Op het EK ben ik trots. Tien dagen lang nagenoeg uitverkocht, bijna 100.000 mensen op de tribunes en alle Oranje-wedstrijden live bij de NOS. Het was ook nog eens het eerste toernooi in het vernieuwde Wagener Stadion. Mensen vonden het fijn om een toernooi in de eigen hockeyomgeving te hebben. Natuurlijk was het WK in Den Haag in 2014 geweldig, maar er zijn veel mensen geweest die dit EK qua beleving mooier vonden. Het was groot, maar toch ook knus. Het was natuurlijk de kers op de taart dat zowel de Oranje Heren als Oranje Dames goud wonnen.’

De Oranje Heren Europees Kampioen. Foto: Willem Vernes Fotografie

Hoe beleef jij zelf zo’n toernooi op de tribune?
‘Ik ben natuurlijk wel wat gespannen, maar kan het gemakkelijk loslaten. Op de prestaties van het team heb ik toch geen enkele invloed. Als ik wel invloed op een team wil hebben, had ik tien jaar geleden coach moeten worden. Ik was nu minder gespannen dan vorig jaar tijdens de kwartfinales op de Olympische Spelen in Rio. Van het winnen van de kwartfinale hing de financiering van het NOC*NSF af. Dat is voor mij, met mijn verantwoordelijkheid als directeur, wel andere koek.’

Ondanks het succes en de aandacht, was landelijk gezien de impact van het EK voetbal bij vrouwen vele malen groter dan het EK hockey. Hoe kan dat?
‘Voetbal is een grotere sport. Als de vrouwen op het hoogste niveau voetballen, trekt dat meer aandacht dan hockey. Dat moeten wij in het hockey ook niet erg vinden. Wij zijn als hockey een behoorlijk grote sport. We kunnen de stadions goed vullen en krijgen bij de NOS en Ziggo mooie plekken op televisie. Tijdens EK’s en WK’s krijgen we veel aandacht, die nog eens groeit tijdens de Olympische Spelen. Maar we moeten onze plek wel kennen. Wij moeten de dag na een EK niet onze Oranje-teams op boten in de grachten gaan huldigen. Dan trekken we echt een te grote broek aan.’

De prestatie van de Oranje Dames is uitzonderlijk. Dit kalenderjaar werd alleen een oefenduel tegen België verloren. Tijdens de gewonnen HWL Final in Auckland kreeg de ploeg van bondscoach Alyson Annan niet eens een treffer tegen. Hoe kijk je naar die prestatie?
‘Ik vind het echt waanzinnig knap. Zeker als je ziet dat vorig jaar een stuk of acht gerenommeerde internationals afscheid nam. Het is een compliment voor de talentontwikkeling bij de clubs en de KNHB dat we vervolgens een enorme vijver met talenten hebben om uit te putten. Dat neemt niet weg dat het knap van de speelsters en begeleiding is dat ze met deze nieuwe groep zo snel alweer bepalend in de wereldtop zijn. Het lijkt nu misschien vanzelfsprekend dat ze alles winnen, maar het vorige EK en de olympische titel wonnen we niet. Als Nederland hebben we echt geen abonnement op titels.’

De Oranje Dames vieren feest na weer een treffer op de HWL Final in Auckland. Foto: Frank Uijlenbroek

Toch heeft het er alle schijn van dat de naam van Nederland alvast in de gouden plak van het WK 2018 in Londen kan worden gegrafeerd?
‘Dat is een voorbarige conclusie. Je ziet altijd dat landen sterker voor de dag komen als er een WK of Olympische Spelen aankomt. De tegenstand voor Nederland wordt zwaarder komend jaar, let maar op. Engeland speelt het WK in eigen land. Nederland is Argentinië in 2017 niet tegengekomen. Die landen zijn top. Voeg daarbij Nieuw-Zeeland en Australië, die ook wel weer stappen gaan zetten, en ik denk dat de top straks veel breder is.’

De Oranje Heren hebben ondervonden hoe breed de top bij de mannen is. De Europees Kampioen werd slechts zevende tijdens de HWL Final. Dat was toch wel even schrikken?
‘Niet voor ons. Max Caldas heeft in de aanloop naar de HWL in afstemming met de technisch directeur bewust gekozen voor een andere insteek en een minder intensieve voorbereiding. Spelers kregen hierdoor meer tijd bij hun club en voor hun studie en werk. We wisten dat de consequentie kon zijn dat de prestaties daardoor minder zouden zijn. Bij de HWL waren acht landen aanwezig, die allemaal hadden kunnen winnen. De concurrentie is groot. Als je even iets minder bent, kun je dus zomaar zevende worden.’

Om die concurrentie het hoofd te kunnen bieden, is het geen goede ontwikkeling dat hockey in Nederland steeds meer een meisjessport dreigt te worden?
‘In absolute getallen groeit het aantal jongens nog steeds. Er hockeyen nu meer jongens dan in mijn tijd. Maar het evenwicht is enigszins verstoord omdat hockey super populair is bij meisjes. Ik twijfel er niet aan dat er nog steeds ruim voldoende potentieel bij de jongens is om met Oranje te kunnen presteren. Maar omdat de concurrentie internationaal groot is, moet het opleiden van talenten in goede afstemming tussen de KNHB en clubs. Als we daar zaken niet goed aanpakken, gaat dat op de lange termijn eerder ten koste van de prestaties dan bij de vrouwen. Het is dus een punt van aandacht, maar ik maak me geen zorgen.’

Erik Gerritsen: ‘Het evenwicht is enigszins verstoord omdat hockey super populair is bij meisjes.’ Foto: Koen Suyk

Een punt van zorg is toch wel dat na jaren van sterke groei, de aanwas van het aantal actieve hockeyers in Nederland afvlakt? Ondertussen staan er duizenden kinderen op wachtlijsten. Je hebt eerder je zorgen geuit over het tekort aan velden. Wat heeft dat opgeleverd?
‘We zien dat steeds meer gemeenten actief in de weer zijn met de aanleg van velden. Ik ben tevreden over hun medewerking. De gemeente Amsterdam bijvoorbeeld wil de komende jaren tienduizenden extra huizen bouwen, maar gaat daar heel bewust hockeyvelden inpassen. Bovendien legt de gemeente extra velden aan bij bestaande verenigingen met wachtlijsten. Andere gemeenten doen hetzelfde of gaan we uitdagen hetzelfde te doen.’

Is dat de enige oorzaak van de stabilisering van de groei?
‘Tweede oorzaak is de uitstroom van leden in specifieke leeftijdscategorieën, zoals in de leeftijd van 16 tot 25 jaar. Blijkbaar bieden we daar niet het juiste aanbod dat ervoor zorgt dat die jeugd niet wegloopt. Daar gaan we dus mee aan de slag. We hebben na de herstructurering van het bondsbureau een afdeling Doelgroepen. Die moet zorgen voor een aanbod dat spannend en passend is voor elke doelgroep. Het is al jaren een trend dat de jeugd stopt op het moment dat het gaat studeren. Die trend moeten we zien te doorbreken. Als ze in Groningen gaan studeren, moeten de clubs waar ze vertrekken niet denken: ach, jammer. Maar actie ondernemen en bijvoorbeeld clubs in Groningen inseinen dat deze jongens en meiden daarheen komen. En de vertrekkende hockeyers attenderen op de mogelijkheden in hun nieuwe verblijfplaats Als hockeybond moeten we er vervolgens voor zorgen dat we een aanbod hebben dat die studenten past. Dus misschien geen competitie met 22 wedstrijden op zondag, maar een kortere competitie doordeweeks.
Zorgelijker vind ik de trend dat kinderen nu jonger de hockeysport de rug toe keren, rond hun zestiende.’

'Ik vind de trend zorgelijk dat kinderen al rond hun zestiende de hockeysport de rug toekeren' Erik Gerritsen

Hoe kan dat?
‘Ze zijn intrinsiek minder gemotiveerd om te hockeyen. Ze vinden het minder leuk. We denken dat dit te maken heeft met de enorme groei van de sport. Hierdoor hebben we de coaching en training niet overal goed kunnen bijhouden. Het is logisch dat ouders en kinderen willen dat ook de D3 of D7 een goede trainer en coach heeft, daar hebben kinderen recht op. Als KNHB willen we clubs stimuleren en ondersteunen om de kwaliteit van coaches en trainers te verbeteren, waardoor het voor alle kinderen leuk blijft om te hockeyen. Bijvoorbeeld door op een laagdrempelige manier opleidingen te verzorgen. Dat kunnen we als KNHB niet allemaal zelf doen, maar we kunnen clubs daarin wel helpen. Dat is ook de reden dat we in de vernieuwde KNHB-structuur nu een Expertisecentrum hebben opgericht. Daar bundelen we alle kennis en opleidingen, niet alleen op hockeytechnisch gebied maar ook op het arbitrage- en bestuurlijk terrein. Clubs kunnen met al hun vragen over training en opleiding bij ons terecht. Sommige clubs weten ons daarin al heel goed te vinden en worden goed begeleid, maar veel andere clubs laten daar wellicht nog kansen liggen.’

Veel clubs maken daar geen gebruik van, omdat voor hen de hockeybond op grote afstand staat.
‘Daar gaan we ook wat aan doen. Wij hebben in onze visie voor 2020 staan dat we een servicegerichte organisatie zijn. Dat zijn we nu nog onvoldoende, maar daarin gaan we wel stappen zetten. We hebben in de vernieuwde organisatie de afdeling Verenigingsdienstverlening opgezet. We hebben accountmanagers benoemd, die binnen afzienbare tijd contact leggen met alle clubs. Zij moeten ervoor zorgen dat alle clubs ons weten te vinden en weten welke expertise bij ons voor handen is.’

Erik Gerritsen: ‘In 2019/2020 moet het behoud van de hockeyer tussen de 16 en 25 jaar substantieel zijn.’ Foto: Koen Suyk

 Op papier zal de nieuwe werkwijze veel clubs aanspreken. Maar wanneer gaan de clubs en de hockeyers in de praktijk een verandering merken?
‘In 2018 moeten alle verenigingen contact hebben met een accountmanager. Het is niet reëel om te denken dat de afdeling Doelgroepen dan al grote veranderingen kan doorvoeren. Maar ik hoop dat die effecten in 2019 en 2020 echt zichtbaar worden. In die periode moet ook het behoud van de hockeyer tussen de 16 en 25 jaar substantieel groter zijn. Ik wil echt dat we dan minder jeugd uitzwaaien. Ook wil ik dat er in 2021 voor verschillende doelgroepen echt een aanbod is dat beter past. Met hybride vormen die ervoor zorgen dat we meer actieve hockeyers aan ons hebben verbonden, met de vereniging als ontmoetingspunt.’

Ben jij tegen die tijd nog directeur van de KNHB?
‘Ja. Ik heb het geweldig naar mijn zin. Ik ben nu ruim drie jaar directeur. Ik kijk op die periode terug met een grote glimlach. Het is snel voorbijgegaan. Ik werk met een fijn team in een leuke wereld. Ik vind dat we met elkaar al veel hebben bereikt. Ik probeer mijn steentje bij te dragen zodat we het nog beter gaan doen.’


2 Reacties

  1. vostammer

    Naast een aantal verstandige observaties van Gerritsen, geen woord over het feit dat hockey in Nederland in 2017 nog steeds een vrijwel exclusief WITTE sport is. Een krankzinnige situatie. Dan kun je wel spreken over de retentie van 16plussers, maar dat de hockeysport niet aansluit bij de diversiteit van ons land is een veel grotere oorzaak van de afname vd groei van de sport.

  2. rensvanzoelen

    Probeer als KNHB zijnde richting het oosten , noorden en zuiden te stappen. In de randstad moeten er free- hockey programma’s komen, boven de 16+ moet het jong Heren en dames competitie verband al inzichtelijk worden.


Wat vind jij? Praat mee...