Youngstars: 10 brandende vragen aan Phileine van den Bosch (15)

Youngstars is weer terug van weggeweest! In deze rubriek geven we talenten van Nederlands O18 en O16 een plek in de schijnwerpers. Wie zijn ze, wat is hun drijfveer en hoe zien zij de toekomst? Deze week Phileine van den Bosch (15), middenvelder bij HDM MO16-1.

Hoe ben je in Nederlands O16 terecht gekomen?

Phileine van den Bosch: ‘Ik hockey al sinds de F’jes bij HDM. Toen ik in MO14-1 zat werd ik opgegeven door de club. Ik mocht toen selectie doen voor het districtsteam. Dat was een groep van ongeveer veertig man. Het was super vet dat ik überhaupt selectie mocht doen en dat ik er ook bij zat. Een jaar later mocht ik weer selectie doen voor O15. Die selecties heb ik ook gehaald. Dit jaar zit ik bij de groep van O16.’

Wie is je grote voorbeeld?

‘Ik denk Xan de Waard. Haar basistechnieken zijn zo perfect, daar kan zij altijd op terugvallen. Ik wil daar zelf ook aan werken. Zij kan het spel verdelen, maar tegelijkertijd ook versnellen en scoren. Ik ben één keer met mijn hockeyteam naar het Wagener Stadion geweest. Daar heb ik haar met Oranje zien spelen. Dat was leuk om mee te maken.’

Heb je rituelen voor een training of wedstrijd?

‘Haha, ik doe voor de wedstrijd altijd een handje-klap met Florien Vorderman. Zij hockeyt ook bij HDM. Ik kan het niet echt beschrijven, maar voor ons brengt het geluk. Dat doen we al twee jaar denk ik. Het klinkt misschien gek, maar in de line-up sta ik altijd als een-na-laatste in de rij. Daar ben ik mee begonnen toen ik in O16 kwam.’

Van wie heb je het meest geleerd?

‘Ik heb het meest geleerd van Alexander Richel. Hij is mijn huidige trainer bij HDM. Hij geeft al heel lang training en heeft ook een eigen hockeyschool. Hij vertelt me wat er fout gaat en wat ik beter kan doen. Daarnaast geeft hij ook aandacht aan het mentale stukje. Hij geeft me zelfvertrouwen door een compliment te geven.’

Wat is je favoriete trucje?

‘Mijn favoriete trucje is een simpele dummy. Die gebruik ik heel vaak in de wedstrijd. Na de dummy probeer ik altijd te versnellen, want dan ben ik mijn tegenstander kwijt.’

Foto: Robert Dragman

Moet je veel laten voor hockey?

‘Het vraagt wel veel tijd. Ik kan vaak niet afspreken met vriendinnen. Feestjes en verjaardagen moet ik soms ook afzeggen. Het is af en toe wel moeilijk, omdat je dingen mist, maar ik kies voor het hockey. Gelukkig maak je daar ook vriendinnen en krijg ik er veel leuke dingen voor terug. Qua school gaat het goed. Na mijn training moet ik vaak huiswerk maken of leren voor een toets. Soms krijg ik mijn huiswerk niet af, maar mijn docenten hebben daar begrip voor. Zij helpen mij om school en sport te combineren.’

Welk moment in je hockeycarrière vergeet je nooit meer?

‘Dat zijn er eigenlijk twee. Ik vond het NK zaal met mijn eigen team in de C1 helemaal geweldig. Het was heel serieus en leerzaam. Dat moment zal ik echt nooit meer vergeten. Met Nederlands O15 heb ik een drielandentoernooi gehockeyd in Frankrijk. Daar speelden we tegen Frankrijk en België. Ook dat vond ik heel tof om mee te maken.’

Waar blink jij in uit?

‘Ik blink uit in de aanval met mijn acties. Ik heb een goede versnelling die ik vaak gebruik. Daarnaast heb ik ook een goede conditie. Daar wordt veel op getraind bij mijn club. Ik vind het ook belangrijk dat er een goede sfeer is in het team. Ik ben misschien ook wel een sfeermaker. Ik kan met iedereen praten en zorg dat iedereen erbij hoort.’

Foto: Robert Dragman

Aan welke overtreding heb jij een hekel?

‘Ik heb een hekel aan afstand houden, want soms gaat het spel zo snel dat ik geen afstand kan houden. Ik vind de regel van de scoop ook ingewikkeld. Soms mag je de bal wel aannemen en de andere keer weer niet. Elke situatie is anders en dan weet ik niet wat ik moet doen.’

Hoe zie je jezelf over tien jaar?

‘Ik hoop dat ik in Dames 1 mag spelen. Het Nederlands elftal wil ik natuurlijk ook graag halen. Dat is mijn grote droom die ik waar probeer te maken. De vraag is alleen of het gaat lukken. Over tien jaar hoop ik net zulke goede basistechnieken te hebben als Xan de Waard. Ik ga er alles aan doen. Als je hard genoeg traint en ergens voor gaat, kan je alles bereiken wat je wilt. Daar geloof ik in.’


Wat vind jij? Praat mee...