2 dagen voor de Olympische Spelen van Londen scheurde Willemijn Bos haar kruisbanden af. Reserve Caia van Maasakker verving haar en Oranje pakte voor de 2e keer op rij Olympisch Goud. Toch is de verdedigster met de mooie lange pass geen seconde bang dat ze weer geblesseerd raakt. ‘Ik geniet juist nu nog meer van alles.’
Het is een cliché in het leven en daarom zo waar. Maak een groot verdriet mee en je beleeft daarna alles intenser. Het geldt zeker voor Bos, die de allergrootste nachtmerrie beleefde die een topsporter kan meemaken, toen ze in 2012 haar voorste kruisband in haar knie scheurde in een oefenwedstrijd tegen de Verenigde Staten. Daarom maakt de verdedigster van Laren op 28-jarige leeftijd – 4 jaar te laat – haar debuut op het belangrijkste sportevenement.
‘Ik weet dat het allemaal in 1 keer voorbij kan zijn’
‘Ik heb geen angst voor een blessure. Sinds mijn herstel heb ik nooit veel klachten aan mijn knie gehad. Ik hoop niet dat trainingen nu snel voorbij zijn, zodat ik weer een kruisje kan zetten richting de eerste wedstrijd in Rio,’ vertelt Bos. ‘Het verschil is wel: ik besef me nu dat het zou kunnen gebeuren, maar ik ben er niet mee bezig dat het gebeurt, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik weet gewoon dat het allemaal in 1 keer voorbij kan zijn. Daarom beleef ik alles veel bewuster. Veel mooier ook.’
Olympisch debuut
Met haar ervaring kan ze de jonkies in het team bij de hand nemen en duidelijk maken dat ze niet altijd alles voor lief moeten nemen. ‘Ik ga niemand wat aanpraten van: stel dat het mis gaat. Maar ik vertel ze wel dat ze moeten genieten, want alles wat we nu meemaken is echt bijzonder. Voor Londen had ik nooit gedacht dat ik geblesseerd zou kunnen raken. Alles was leuk. Alles zat altijd mee. Voor mij blijft Londen verdrietig. Daarom wil ik het nu ook zo graag allemaal in het echt meemaken.’
Als eerste op de hoogte? Download de OranjeHockey app. Dichtbij Oranje.
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.