London Calling: De fenomenale comeback van Kitty van Male

‘0,000001 procent kans op Rio’ was wat ze vorige zomer tegen vrienden in Frankrijk op vakantie zei. Maar Kitty van Male overwon de nodige hobbels, leerde zichzelf beter kennen en was op de Champions Trophy tegen de Verenigde Staten (4-1 winst) een van de uitblinkers. ‘Ik was gefrustreerd en teveel met anderen bezig. Ik heb nu eindelijk weer het plezier gevonden. Maar ik blijf een teamspeler.’

De 28-jarige Van Male zal misschien een traantje wegpinken mocht ze straks op de Olympische Spelen van Rio het volkslied horen spelen voor de eerste poulewedstrijd. Van zo ver moest ze komen. Ze was erbij toen Oranje goud won op de Olympische Spelen in Londen, maar viel onder coach Max Caldas af voor de WK van 2014 in Den Haag en onder opvolger Sjoerd Marijne gebeurde hetzelfde.

‘Ik neem het vooral mezelf kwalijk,’ begint blondine Van Male haar verhaal. ‘Dat ik niet geselecteerd was voor de WK kwam hard binnen. Maar ik zat in die periode ook niet lekker in mijn vel. Ik was teveel met anderen bezig. Ik had toen beter naar mezelf moeten luisteren, naar hoe ik me voelde en niet moeten denken: het komt wel goed. Want de concurrentie is moordend. Ik cijferde mezelf weer te veel weg voor anderen. En toen werd ik niet geselecteerd.’

Gefrustreerd

Van Male ging met vriendin en collega international Jacky Schoenaker na de WK een maand naar Indonesië en nam zich na die maand rust voor om er weer volle bak tegenaan te gaan. ‘Ik dacht: ik moet nog harder werken. Nog betere acties maken. Maar ik raakte nog steeds niet in vorm. Het waren voor mij de verkeerde doelen en ik was nog steeds gefrustreerd. En toen liet Sjoerd (Marijne) me afvallen.’

Het was de tijd dat ze tegen zichzelf dit zei: ‘Kit, laat het allemaal los. Doe gewoon datgene waar je vertrouwen in hebt.’ Fit zijn en weer plezier krijgen in het spel was dat voor haar. ‘Ik ben met een personal trainer aan de slag gegaan, want ik had lang geen vertrouwen in mijn eigen fitheid en snelheid. Mijn teamgenoten vroegen zich echt af waar ik allemaal mee bezig was. Maar ondertussen pakte ik mijn studie op en had ik heel veel plezier bij mijn stage en hockeyde ik lekker bij Amsterdam. Ik zat weer goed in m’n vel en toen belde Alyson Annan (nu bondscoach, haar oude coach bij Amsterdam, red.).  Mijn moeder vroeg zich nog af of ik het wel zeker wist, dat ik het weer moest doen, Oranje. Ik zei: Mama, ik wil het op mijn manier doen. En ik heb altijd gezegd dat ik naar Rio wilde en ik wil ook dat ik er alles aan heb gedaan.’

Hockeyplezier

De week voor de Champions Trophy voelde zich ze een beetje ‘mat’. Het was voor het signaal om dat even met haar vriend te bespreken. ‘Toen was het eigenlijk al weer over voor mij. Maar tegenwoordig vergeet ik mezelf niet. Ik geef het eerder aan als ik er niet lekker in zit.’

Nu Van Male zichzelf en het hockeyplezier heeft teruggevonden, blijft ze weer de teamspeler die ze altijd is geweest, ondanks dat ze aanvalster is. Het ego zal nooit groot worden. De goal die ze dinsdag al na 4 minuten tegen de Verenigde Staten maakte – Lidewij Welten schoot vanaf de middenlijn met haar backhand richting Van Male, die de bal met haar backhand toucheerde, waarna de bal in het goal stuiterde – was een mislukte aanname, geeft ze toe. ‘Mensen zeiden dat ik moest zeggen dat het bewust was, maar het was gewoon een verkeerde aanname. Volgens mij is dat ook duidelijk te zien. Ik moest er hard om lachen. Het was een fijn begin, want we hadden ons als team voorgenomen om binnen 5 minuten te scoren.’

Het team

Het team blijft voorop staan voor Van Male, die na het CIOS nu SPH (Sociaal Pedagogische Hulpverlening) studeert. Met haar optredens tijdens de Champions Trophy stelt ze zich wel nadrukkelijk op de nominatie om mee te gaan naar de Olympische Spelen. ‘Ik blijf een typische teamplayer. Als ik mee mag naar Rio en we spelen de finale en ik speel de slechtste wedstrijd van m’n leven, dan ben ik nog blij. Ik werk altijd voor het team. Dat is mijn kracht. Daarom ben ik hier. Ik ben altijd met anderen bezig. Ik ga altijd even met ze kletsen. Zo ben ik ook. Maar ik vergeet mezelf niet meer.’


Wat vind jij? Praat mee...