Welten: van meetrainen met de jongens naar terug in fris Oranje

Ze deelt haar plek in de de aanvalslinie van Oranje met Joosje Burg, Freeke Moes, Marijn Veen en Frédérique Matla. Als je de interlands van dat viertal optelt, kom je nog niet bijna aan het totaal van Lidewij Welten. De 32-jarige spits staat na vijftien jaar ook in het nieuwe Oranje nog altijd haar mannetje. 

Want, pak de rekenmachine er maar bij: 15, 33, 28 en 105. En de teller van Welten? Die staat na na het treffen met de Aziaten op 247. 

Ze genoot, woensdagavond in Eindhoven na de 4-0 overwinning op China. In haar geboortestad en in de provincie waar ze woont. Terwijl ze half april nooit had gedacht dat ze er begin juni weer bij zou zijn. Een kleine twee maanden geleden scheurde ze tijdens haar eerste seizoen bij Kampong haar hamstring. Maar zoals ze al eens eerder presteerde, was haar revalidatie weer korter dan verwacht. 

‘Ik voel me goed, ik ben blij om weer op het veld te staan’, vertelt Welten, direct na afloop van de eerste interland van 2023. ‘Stiekem ben ik heel trots dat ik er vandaag mag staan’, vervolgt ze. Maar de route naar dit duel was op z’n minst gezegd een bijzondere. Want wie had er plek voor een drievoudig olympisch gouden hockeyster? 

Meetrainen met de jongens 

Kampong was al uitgespeeld en klaar met trainen. Oranje nog niet begonnen. Dat ging simpelweg ook niet, omdat de play-offs op volle toeren draaiden. Maar Welten vond haar hockeyheil uiteindelijk bij Jong Oranje. En bij de Jongens (!) O16-1 van Kampong. Een oma tussen de tieners. ’Ik heb me goed vermaakt’, lacht ze. ‘Ik mocht op dat moment eindelijk weer duels spelen. Waar dat dan was, maakte me niet uit. Het was met de jongens wel lachen. Maar met een O18-team had ik het niet aangedurfd, met al dat testosteron. Nu waren ze vooral op zoek naar een pannaatje.’ 

Foto: Willem Vernes

Terwijl zij met tieners op het veld stond, streden haar Oranje-teamgenoten om de landstitel. Voor het eerst in haar carrière zag ze hoe zij weer bij Oranje aansloten. Hoe Amsterdam feestvierde en hoe SCHC de teleurstelling verwerkte. Neutraal zijn dus. ‘Ik weet hoe het is door mijn tijd bij Den Bosch. Ik weet hoe het is na het winnen van de landstitel, maar ook na het verliezen van de finale. Ik kon het nu een keer vanaf de zijlijn bekijken. Maar de knop gaat snel om. Zo hoort het ook. Ik vond het grappig om mee te maken, maar binnen no-time is iedereen weer Oranje.’

Waarom Welten er nog altijd is 

Maar dat Oranje is in haar vijftien jaren flink veranderd. Maar haar oma noemen, is ongepast. Zo vindt ze zelf. Want, ze is niet de oudste. ‘Greet (Margot van Geffen, red.) is er nog. Zij is 33’, reageert ze. Maar Welten is niet gek. Snapt waar op gedoeld wordt. ‘Weet je’, gaat ze verder. ‘Ik geniet er zo van. Daarom ben ik er nog steeds. Ik sta altijd met een lach op het veld. En misschien wordt die lach alleen maar groter, nu het Oranje om me heen verandert.’

En dan begint ze te vertellen. Over dat frisse Oranje. ‘Ik krijg er zoveel nieuwe energie van. Het geeft blijheid in de groep. Je beseft zelf weer hoe bijzonder het is om hier te staan’, realiseert ze. Of ze nou wil of niet, jonkies zoeken met vragen haar op. ‘Bijvoorbeeld wat we aanmoeten na het eten. Of we iets wel of niet mogen doen.’ Dan is ze eerlijk: ‘Soms weet ik het ook allemaal niet hoor. Dat wisselde soms ook.’

Foto: Willem Vernes

Doelpunt van Luna Fokke

Het moment waar ze dan tijdens het duel met de Chinezen het meest van genoot, was het doelpunt van haar Kampong-teamgenoot Luna Fokke. ‘Goed hè’, klinkt Welten enthousiast. ‘Ik stond meteen zo. Met beide armen de lucht in’, vertelt ze, terwijl ze er nog een keer zo bij gaat staan. ‘En niemand die zich later nog kan herinneren hoe ‘ie erin ging hoor. Dat weet je alleen zelf nog’, klinkt ze weer ervaren. 

De wedstrijd voor Fokke is geslaagd dus. En die van Welten? ‘Ach. Ik heb lekker rond mogen rennen. Ik had nooit verwacht dat ik hier weer zou staan. Niemand niet’, beseft ze. Dat motiveert haar tot op het bot. ‘We gaan met z’n allen het ritme weer oppakken. Bouwen naar iets moois. Want een hockeydier als ik, kan niet wachten op het EK.’


Wat vind jij? Praat mee...