Interview technisch directeur Den Hartog over EK Indoor

Arno den Hartog, technisch directeur van de KNHB, was het hele weekend toeschouwer bij de EuroHockey Indoor Championships in Praag. Heeft hij een verklaring voor het teleurstellende resultaat van het Nederlands team: degradatie naar de B-poule?

‘We moeten ons realiseren dat de bedreven zaalhockeylanden al in november beginnen. Ze zijn in de gelegenheid om veel intensiever te trainen en kennen een hele sterke competitie. Met de wijze waarop we in Nederland invulling geven aan het zaalhockey, win je niet makkelijk van die landen. Dat is hier wel gebleken.’

‘Het team heeft het binnen de mogelijkheden die er liggen, meer dan uitstekend gedaan. Niet iedereen verkeerde in topvorm, dat is jammer maar kan gebeuren. Dan kun je tegen zo’n verlies aanlopen.’

Heeft de speelstijl hier iets mee te maken?
‘De speelwijze is bij heel veel landen verdedigend ingesteld, met name bij Duitsland. Nederland heeft natuurlijk vorig jaar tijdens het WK geprofiteerd van het feit dat we in de verdediging met een man minder speelden. Toen waren we vooral in de counter heel effectief. Op dat moment was iedereen in topvorm en viel het allemaal goed. We werden verrassend wereldkampioen.’

‘Maar dat is geen garantie dat je een jaar later weer zo hoog eindigt. Daarnaast moet je ook eerlijk zijn: op het vorige EK werden we ook 5e.’

Maar nu word je 7e.
‘Klopt, maar we zijn eerder gedegradeerd met het zaalhockey. Toen Robin Rösch aantrad hebben we ook in de B-poule gespeeld, in Denemarken in 1999. Het ligt dicht bij elkaar en als je niet helemaal top bent, dan kan dit gebeuren.’

Verandert dit iets aan hoe de KNHB met zaalhockey omgaat?
‘Op dit moment gaan we het eerst evalueren, dus daar is nu geen uitspraak over te doen.’

Ook de technisch directeur was getuige van de chaotische taferelen tijdens de wedstrijd tegen Tsjechië. Hoe kijkt hij hierop terug? 
‘Er zitten 2 kanten aan. We hadden in de wedstrijd eerder een beslissing moeten forceren. Daarvoor hadden we de kansen, maar die hebben we niet benut. Vanuit dat perspectief was het spel onvoldoende om in de wedstrijd zelf het verschil te maken. Als er dan nog 15 seconden op de klok staan en je maakt die corner, dan moet er je alert op zijn dat in de eventuele resterende tijd nog op te vangen. Dat hebben we niet voldoende gedaan.’

‘Tsjechië heeft slim gebruik gemaakt van de situatie. Ze forceren een corner waar een strafbal uitkomt en die gaat erin. Je kunt zeggen dat er beslissingen van de arbitrage tussen zaten waar je wellicht twijfels bij kunt hebben. Maar je moet bij jezelf beginnen, je moet het zelf goed doen in een eerdere fase. Dan kom je niet in deze situatie.’

Twijfelde jij zelf aan de beslissing van de scheidsrechter?
‘Wat mij bevreemdde, was dat hij de wedstrijd liet hervatten. In de briefing richting de teams werd gesproken over het feit dat je een goal moet vieren. Als die jongens dan een goal aan het vieren zijn, dan mag je de wedstrijd niet laten beginnen in mijn ogen. Maar goed, dat is een scheidsrechterlijke beslissing. Die dingen gebeuren en nu zaten we een keer aan de verkeerde kant. Een andere keer is het andersom.’

Was dat moment bepalend voor wel of niet degraderen?
‘Uiteindelijk natuurlijk wel, want als je die wedstrijd op 1-1 had afgerond, dan had je gespeeld om de plaatsen 1 tot en met 4. Vanuit dat perspectief natuurlijk balen. Maar daarna spelen we nog 2 wedstrijden tegen Polen en Zwitserland. Als je die allebei wint, dan is er ook niks aan de hand.’

Hebben de zenuwen daarbij een rol gespeeld?
‘Ongetwijfeld. Bedenk wel dat er een aantal jongens van Jong Oranje mee is, dat voor de eerste keer op dit niveau speelt. Die zijn jong en onervaren. We kiezen er bewust voor om die jongens mee te nemen, om ze ervaring op te laten doen. Dat helpt ze in hun ontwikkeling, ook richting de WK in India (onder 21 op het veld, red.) aan het eind van dit jaar.’

‘Je kunt niet van die jongens verwachten dat zij direct op hetzelfde niveau – qua ervaring, en op fysiek en mentaal gebied – zitten van zaalhockeylanden als Oostenrijk, Duitsland, Polen of Rusland. Dat zijn allemaal zeer ervaren teams die hun mannetje staan.’

‘Dit is een enorme ervaring en ik hoop, met name voor die jongens van Jong Oranje, dat het bijdraagt aan hun ontwikkeling. Want van verliezen kun je ook sterker worden.’