Brinkman: ‘Benieuwd welke rol de loodzware omstandigheden spelen’

Over een minder dan een maand, op 24 juli, gaan de Olympische Spelen in Tokio van start. We blikken met prominenten uit de hockeywereld vooruit op de strijd om het allerhoogste hockeygoud. Vandaag doen we dat met Jacques Brinkman (54), die met Oranje olympisch kampioen werd in 1996 en 2000.

Hoe leef je toe naar de Olympische Spelen? Is er al sprake van olympische koorts?
‘Ja, dat begint nu wel steeds meer te komen. Bij mezelf leeft het steeds meer en komt de spanning, ook doordat Thierry (de zoon van Jacques, red.) daar in actie komt. Je hoort van hem de aanloop en hoe alle plannen en schema’s steeds concreter worden. Bovendien melden media zich de afgelopen tijd weer wat vaker om terug- of vooruit te blikken. Wat anders is dan bij andere toernooien, is dat je er nu zelf niet bij gaat zijn. Daardoor ben je zelf minder bewust bezig met je reis en verblijf en ben je vooral volger.’

Hoe ga jij het hockey volgen: kijk je alleen of met vrienden/bekenden? En kijk je ook middenin de nacht?
‘We kijken alles. Ik kan me helemaal vinden in wat Paul van Ass eerder zei: ook ik wil wel serieus kunnen kijken. Dus geen gedoe voor het beeld en geen gelul. Toen ik een paar jaar terug de wedstrijden nog analyseerde voor De Telegraaf, keek ik alles alleen, in opperste concentratie. Dat is wel anders geworden; nu is het met het gezin. Dat wil zeggen met mijn vrouw Jacqueline en onze andere kinderen, als die thuis zijn. Zij wonen namelijk op zichzelf. Thuis maken we er wel wat van. Jacqueline hangt wat slingers op en ik wil vooral zorgen dat we niets missen. De tv zetten we ver van tevoren op de juiste zender. Het eten wordt op de wedstrijd afgestemd, zodat we niet hoeven te haasten en alles van begin tot het eind meekrijgen.’

Van links naar rechts: Thierry, Jacqueline en Jacques Brinkman, in 2015 in het Wagener Stadion. Foto: Koen Suyk

Wie wordt olympisch kampioen bij de mannen?
‘Ai. De verschillen zijn zo minimaal tussen de topploegen… Ik denk dat ‘we’ het kunnen halen. Goud moet de doelstelling zijn. We hebben goede strafcorners in huis en ook verdedigend hebben we stappen gemaakt met de corner. Pirmin Blaak deed het uitstekend tijdens het EK en ik hoop dat hij die vorm doortrekt. Bovendien kunnen veel verschillende spelers een doelpunt maken. Aan de andere kant krijgt dit team soms wel te gemakkelijk goals tegen. Daar zit nog wel een verbeterpunt, wat mij betreft. Ik zie – en hoor – dat het team naar elkaar toegroeit, ook omdat de selectie vrij vroeg bekend is gemaakt. Dat heeft Max (bondscoach Caldas, red.) goed gedaan. En daarbij moet je ook wat geluk hebben, zoals de ploeg dat had op het EK. Dus ja, dan schrijf ik Nederland op voor goud. We winnen de finale van Australië.’

Wie wordt olympisch kampioen bij de vrouwen?
‘Ja, daar ligt de wereldtop veel verder uit elkaar en zijn er geen zes of zeven toplanden. Onze dames liggen mijlenver voor op de rest. Als die andere ploegen boven zichzelf uit kunnen stijgen, dan wordt het misschien nog spannend. En ieder toernooi heeft dat soort wedstrijden. Kijk naar de Spelen van 2012. Daar wonnen we met dames goud, maar hadden we het heel lastig tegen Nieuw-Zeeland dat in de halve finale een geweldige dag had. Uiteindelijk wonnen we op shoot-outs. Zo’n dag kan ook zomaar verkeerd aflopen. Maar eerlijk gezegd zie ik deze ploeg niet in de problemen komen. Technisch zijn ze veel beter dan de rest. Ik ben benieuwd welke rol de loodzware omstandigheden gaan spelen. Dat zou in het voordeel kunnen zijn van Nieuw-Zeeland en Australië die daar meer aan gewend zijn.’

Brinkman met Ziggo Sport-presentator John van Vliet. Foto: Koen Suyk

Welk land kan volgens jou de verrassing van het toernooi worden?
‘De mannen van Australië. Het is an sich natuurlijk niet verrassend als zij de finale halen, ze hebben al jaren geweldige teams. Maar ik ben vooral heel benieuwd naar ze. We hebben de laatste tijd amper tegen de Aussies gespeeld, dus ik wil graag zien welke spelers daarbij zijn gekomen en wie gaan opstaan.’

Op welke buitenlandse spelers moeten we letten?
‘Om met Australië te beginnen: ik kijk uit naar Blake Govers. Hij deed het een paar seizoenen geleden goed bij Bloemendaal, had een iets mindere periode en is volgens mij weer helemaal terug. Een spits met een strafcorner, die gaat dus voor doelpunten zorgen. Naast geijkte namen als Arthur Van Doren en Florian Fuchs moeten we de cornerman van India in de gaten houden. Paul stipte ‘m ook al aan. Hij heet Singh, natuurlijk. Die gozer pusht alles binnen.’

Van welke Oranje-internationals verwacht jij het meest?
‘Is het nou gek om de naam van Thierry te noemen? Als vader verwacht je altijd veel van je kind natuurlijk. Ik denk ook echt dat hij het goed gaat doen, hij is al een tijdje in topvorm. Maar ik wil ook nog een andere naam laten vallen. Die van Sander de Wijn. Heel knap hoe is hij teruggekomen van weer een zware blessure. Ik blijf hem een briljante hockeyer vinden, die atletisch goed is en een schitterende pass in huis heeft. Hij lijkt lekker in z’n vel te zitten, ook omdat hij mentaal stappen heeft gemaakt. Hij is – als hij het goed blijft doen – onze Arthur Van Doren. Een onneembare vesting.’

‘Dan de vrouwen. Ik ben altijd fan geweest van Lidewij Welten. Een genot om naar te kijken. Ik hoop dan ook echt dat ze op tijd fit raakt. En laat ik Frédérique Matla niet vergeten. Die gaat er op de Spelen meer dan tien maken. Ik verwacht dat zij in het begin van het toernooi opvalt. En Lidewij staat dan op in de grotere wedstrijden.’

Jacques Brinkman met zijn gouden plak op de Spelen van 1996 in Atlanta.