Corona-vragenvuur Galema: ‘Als sport moeten we in de spiegel kijken’

In aanloop naar de Pro League-wedstrijden tegen Groot-Brittannië en België heeft hockey.nl een spervuur aan vragen voor international Jelle Galema (74 interlands, 8 goals), de rappe aanvaller van Den Bosch. Over corona, de Olympische Spelen en welke speler hij het liefst zou willen zijn voor een dag.

Word je weleens wakker, dat je denkt: het is niet waar wat er allemaal gebeurt?

‘Zeker. Ik heb regelmatig dat ik een hele gezellige dag heb gehad met de familie. Daarna ga je lekker slapen, word je wakker ’s ochtends en weet je: er klopt iets niet. Je wordt vaak met het virus geconfronteerd. In de supermarkt, met mondkapjes. Als je uit eten wil. Het is niet het einde van de wereld, maar het is gewoon niet leuk.’

Denk je weleens: dit is een nachtmerrie?

‘Ja. Maar waar ik me aan vasthoud is dat iedereen in mijn omgeving gezond is. Wij mogen best veel, vergeleken met andere landen. Ik probeer het te bekijken vanuit het perspectief dat het glas halfvol is. Je mag nog drie mensen ontvangen. Nou, dan mag ik toch drie mensen thuis hebben. Daarnaast heb ik geluk dat ik kinderen heb. Dus ik zal mezelf niet snel vervelen. Ik kan nu meer tijd met ze doorbrengen. Natuurlijk, de situatie is zwaar klote, maar ik wil het positief bekijken. Anders word je ook gewoon zwaar depressief.’

Heb jij al corona gehad?

‘Nee, nog niet. Ik ben wel getest. Die test was gelukkig negatief. Niemand gaat er denk ik aan ontkomen dat je een keer zo’n test doet, omdat je klachten hebt.’

Hoe ga je zelf met corona en alle maatregelen om?

‘Ik ben wel iemand die zich daaraan houdt. Af en toe denk je bij jezelf, het zal allemaal wel. Maar dan hoor je weer dat een hoofdklassewedstrijd niet doorgaat, zoiets. Dan word je er weer aan herinnerd. Als iedereen denkt: het zal allemaal wel. Dan zitten we er over vier maanden nog in.’

Jelle Galema (Ned) tijdens training Nederlands hockeyteam. Foto: Koen Suyk

Wat heb je geleerd van corona? Levenslessen?

‘Ik ben me bewuster het leven dat ik mag leiden als sporter. Het is heel verwend dat we in een bepaald positie verkeren. Dat het niet normaal is dat je hele wereld over mag reizen voor je sport. Corona bevestigt dat nog maar eens. Nu kun je niet meer reizen en voor volle tribunes spelen. En met z’n allen naar de kroeg of een festival. Die momenten ga je straks nóg meer koesteren. Dat heb ik wel geleerd. Normaal is het vanzelfsprekend, naar Australia, Argentinië, het kon allemaal niet op. Nu blijkt het niet meer normaal. Daar heb ik zeker van geleerd.’

Hoe belangrijk is hockey nu nog in coronatijden?

‘Tsja, ik vind het altijd mooi als mensen nu zeggen dat ze alles relativeren. Natuurlijk ben ik het daar aan de ene kant mee eens. Maar hockey is belangrijk voor mij. Iedereen heeft zijn werk en zijn passie. Mijn buurvrouw heeft haar kookclub, de buurman zijn werk. Hoe klote alles ook is, hockey doet er wel degelijk toe. Ik mis dat we geen Hoofdklasse kunnen spelen. Ik kan niet alles relativeren. Hockey is mijn leven. Tokio mijn droom. Hockey doet ertoe.’

Hoe is het om een ‘amateur’ te zijn?

‘Ik vond het een krachtig statement van Lidewij. Ik heb er zelf ook over nagedacht om zoiets te doen. We moeten ons wel realiseren, dat we bij Oranje topsporters zijn. Er zijn hoofdklasseteams die topsport bedrijven. Maar we sporten wel vaak in een amateuristische omgeving. Wij spelen de hoogste klasse van Nederland, maar hoofdklassespelers worden niet standaard getest op corona. De helft van de competitie rijdt met mondkapjes op naar de uitwedstrijden. De andere helft niet. De clubhuizen waren vaak vol. Dat is niet professioneel. Als hockeysport moeten we ook in de spiegel kijken. Bij het voetbal is het beter geregeld. Zij hebben het geld om spelers regelmatig te testen. Wij niet. Dat is misschien ook de reden dat wij het misschien even niet meer mogen doen.’

Kun je het woord corona nog horen?

‘Ja. Ik ben ermee gekapt om mezelf gek te maken. Laatste speelde het Nederlands voetbalelftal tegen Mexico, waar een speler Corona heet. Dat gaat nu bij mij het ene oor in en het andere oor uit. Ik vind Covid-19 nog vervelender klinken. Bij corona kun je nog de positieve kant zien en aan een pilsje denken.’

Heel veel spelers komen van clubs met veel internationals. Jij bent de enige van Den Bosch. Is dat weleens eenzaam?

‘Ik ken die jongens van Oranje heel goed. Ik mis geen buddy, of zoiets. Bij Den Bosch is het soms lastig om de enige international te zijn. Dat je sommige ervaringen niet kunt delen. Je leeft toch een ander leven dan de rest. Hier bij Oranje heb ik er geen last van. Hier heb ik genoeg vrienden. Glenn (Schuurman, red.) ken ik letterlijk al mijn hele leven. Hij is een van mijn beste vrienden. Ik spar veel met hem.’

Jorrit Croon en Jelle Galema, training Nederlands hockeyteam mannen voor de Pro League wedstrijden tegen Groot-Brittannië. Foto: Koen Suyk

Hoe groot is de kans dat het EK en de Olympische Spelen in Tokio doorgaan?

‘Ik denk heel groot, in welk format dan ook. Dat denk ik oprecht. Ik bekijk het positief. Begin 2021 zou er een vaccin zou moeten zijn. Zoals we nu de Pro League gaan spelen, zo zou het EK misschien ook gaan. Met of zonder publiek. Ik denk dat er een grote kans is dat beide toernooien doorgaan. Bij de Olympische Spelen kan ik me niet voorstellen dat het voor het tweede jaar gecanceld wordt. Het gaat hoe dan ook door. Ik hou me daar ook aan vast. Als dat niet zo is, wat doe ik hier dan op het veld?’

Als Tokio doorgaat, hoe groot is dan de kans dat jij in de selectie zit?

‘Ik maak zeker een goede kans. Ik heb een aantal voorbeelden uit de sportwereld. Zlatan Ibrahimovic is er een van. Ik vind hem een gave persoonlijkheid. Hij is 39, maar nog steeds de beste. Hij zegt: als je niet in jezelf gelooft, dan gelooft niemand in je. Ik geloof in mezelf. Zo ga ik elke keer naar de training van Oranje. Ik ga het halen. Ik laat er ook veel voor, ik doe er veel voor. Een goede Jelle kan van waarde zijn in Tokio.’

Als je één dag een andere hockeyer zou mogen zijn, wie dan?

‘Haha, grappig. Ik parkeer deze vraag even, daar moet ik over nadenken.’

Bondscoach Max Caldas (Ned) in een coronaproof-teambespreking tijdens training Nederlands hockeyteam. Foto: Koen Suyk

Dinsdag en donderdag spelen jullie tegen GB. Wat is het gevoel, superblij om te spelen?

‘Het wordt heel apart denk ik. We hebben al Hoofdklasse gespeeld voor lege tribunes. We kunnen praten over intrinsieke motivatie en dat die hoog moet zijn voor deze wedstrijd. Maar er is wel een groot verschil of hier 8.000 mensen in het stadion zitten of niemand. Het zal anders zijn, maar dat geldt ook voor GB. De werkelijkheid is dat we misschien ook zo de EK of de Spelen moeten hockeyen. Het zal wennen zijn.’

Wat voor team is Groot-Brittannië om tegen te spelen?

‘Fysiek zijn het altijd superfitte gasten. Afgetraind. Grote sterke jongens. Tactisch klopt het altijd wel. Ik denk alleen dat wij technisch beter zijn. Dat is de afgelopen jaren ook vaker gebleken. Maar het blijft een irritante ploeg om tegen te spelen.’

Ten slotte, nogmaals, welke hockeyer je een dag zou willen zijn?

‘Ik ga voor Minkie (Mink van der Weerden, red.). Ik heb negen jaar met hem samen gespeeld. Ik heb altijd een goede band met hem. Hij is een maatje en in zoveel dingen anders dan ik. Ik zou willen weten hoe het is om hem te zijn en zo hard de corner te kunnen pushen. En ik ben benieuwd hoe het is om in Duitsland te hockeyen.’