Het begint een mooie traditie te worden. Na een groot toernooi maken we met de redactie van hockey.nl een team met de uitblinkers van het toernooi. Graag schotelen we je twee droomploegen voor met de allstars van het afgelopen EK. Gisteren kwamen de vrouwen aan bod, vandaag zetten we zoals beloofd de beste elf mannen op papier.
Doel: Jean-Paul Danneberg (Duitsland)
Natuurlijk kenden we hem al heel goed. Jean-Paul Danneberg, de keeper die op de Spelen het vuurtje opstookte en uiteindelijk een tik op de neus (helm) kreeg. Das war einmal. Op het EK liet de goalie zich niet zien bij de media richting de finale. In de wedstrijd deed-ie dat des te meer. Hij voorkwam meerdere keren een tweede treffer van Oranje en hield Jorrit Croon en Thijs van Dam van het scoren af. De kolos uit Darmstadt pakte het allemaal en had daarmee een enorm aandeel in de eerste Duitse EK-titel sinds 2013.
Mats Grambusch, Raphael Hartkopf en Jean-Paul Danneberg. Foto: Willem Vernes
Verdediging: Gonzalo Peillat (Duitsland), Victor Charlet (Frankrijk), Tijmen Reyenga (Nederland)
Achterin is de keuze voor Gonzalo Peillat een no-brainer. De topschutter van het toernooi en daarmee ook de beste cornerschutter in Mönchengladbach. Op het stroeve, blauwe veld kwamen de sleepcorners van de geboren Argentijn het beste uit de verf. Peillat maakte zes goals, twee meer dan Victor Charlet. ‘Big Cha’, zoals de reus van bijna twee meter wordt genoemd, scoorde er meteen vier in de eerste twee duels. Een enorm wapen voor de verrassing van dit toernooi.
Naast dat cornergeweld plakken we graag…nog een corner. Althans, corner nummer twee van Oranje. Tijmen Reyenga showde in Duitsland, waarom hij waarschijnlijk nooit meer buiten de eerste zestien belandt – zoals op de Spelen. Een manusje-van-alles op de flank, die kan scoopen én dribbelen. De Brabander was een van de uitblinkers bij Oranje.
Tijmen Reyenga in duel met Spanjaarden Jordi Bonastre en Joaquin Menini. Foto: Willem Vernes
Middenveld: Derck de Vilder (Nederland), Thies Prinz (Duitsland), François Goyet (Frankrijk), Mats Grambusch (Duitsland)
Over spelers die opvielen bij het Nederlands elftal gesproken. Dat kunnen we absoluut zeggen van Derck de Vilder. Kijk voor de lol nog even de streep van een pass terug, waarmee hij de openingsgoal van Oranje tegen Oostenrijk inleidde. Een idioot mooie, splijtende voorassist, die zeker twintig meter aflegde. De Vilder strooide in het SparkassenPark geregeld met zulke prachtpasses, waarmee hij absoluut een plekje verdient in dit droomteam.
Dromen had Thies Prinz ook. De Berlijner wilde zich heel graag revancheren voor de verloren olympische finale. Dat lukte. Hij was bij veel Duits gevaar betrokken en maakte bovendien de winnende shoot-out tegen Nederland. Dat wordt vast een warm welkom bij zijn nieuwe club, Pinoké. Mats Grambusch moesten we als beste speler van het toernooi ook opschrijven, al voelde die award ook een beetje als een oeuvreprijs. Het verhaal is wel prachtig. De captain van Duitsland zwaaide af als Europees kampioen in zijn stad, Mönchengladbach. Daar begon zijn hockeyloopbaan en daar eindigt die ook.
François Goyet (16) viert zijn doelpunt tegen Nederland. Foto: Willem Vernes
Ook de Fransman François Goyet zal met mierzoete herinneringen terugdenken aan het afgelopen EK. Hij dirigeerde als aanvoerder zijn team frivool naar een historische halvefinaleplaats, de eerste voor Frankrijk in 55 jaar. En zorgde in die halve eindstrijd met een fraaie cornervariant voor wat nieuwe – maar tevergeefse – Franse hoop.
Aanval: Michel Struthoff (Duitsland), José Basterra (Spanje), Thierry Brinkman (Nederland)
Net als op het middenveld was het voorin lastig kiezen. Te beginnen met een Duitse aanvaller. Ja, we waren onder de indruk van Justus Weigand – ondanks zijn gelukkige goal tegen Nederland. Dat was de spits van Die Honamas die op het EK het vaakst scoorde (vier keer). Maar er was een Duitse aanvaller, die nog meer opviel. Niet door zijn goals, wel door zijn heerlijke balgevoel en dribbels. Een natuurlijke opvolger van Christopher Rühr, maar dan iets minder een enfant terrible. Zijn naam? Michel Struthoff. Pas 22 jaar, met dus nog een heel hockeyleven voor zich.
Thierry Brinkman speelde op het EK zijn tweehonderdste interland. Foto: Willem Vernes
Naast dit enorme talent zetten we José Basterra. Een van die vele Spaanse balgoochelaars. De Bask was al op dreef tijdens de Spelen en zette die vorm voort op het EK, waar hij drie keer scoorde. Last en zeker not least: Thierry Brinkman. Hij was ouderwets op dreef tijdens dit toernooi. Sleurde, speurde en sloeg ook een paar keer knap toe. Blijft alleen jammer dat zijn granaatachtige forehand tegen Frankrijk niet in het doel sloeg. De herfst van zijn hockeycarrière komt eraan voor de dertigjarige captain van Oranje, maar daar was dit EK bijzonder weinig van te zien.

Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.