Mink van der Weerden na 191 caps: ‘Ik was nooit relaxt bij Oranje’

Mink van der Weerden stopte in september bij Oranje. Pas maanden later doet een van de beste strafcornernemers uit de historie van het Nederlands Elftal, na 191 interlands en 115 goals, zijn verhaal. Openhartig. Over zijn frustratie vanwege de mislukte Spelen in Tokio, zijn obsessie voor de perfecte strafcorner en de immense druk die hij zichzelf oplegde bij het spelen in Oranje. Een monoloog.

Mink van der Weerden: ‘Ik had eigenlijk niet zo’n zin in dit interview. Ik wil nog helemaal geen afscheidsverhaal, want ik hockey nog. Ik ben gestopt bij Oranje, maar hoop nog een paar jaar te kunnen hockeyen op topniveau. Ik wil dit jaar met Rot-Weiss Köln landskampioen in Duitsland worden en de EHL winnen.
Ik heb ook geen zin om terug te kijken op Tokio. Heb er weinig goede herinneringen aan. De frustratie over dat toernooi overheerst. Jij wil weten waarom het klote ging. Dat weet ik niet. Dan kan ik hier wel een mooi verhaal aan jou gaan ophangen, maar als dat niet de waarheid is? Wie heeft daar wat aan?’

Twijfel

‘Natuurlijk heb ik veel over de Spelen nagedacht. Misschien wel bijna dagelijks. Het blijft ongrijpbaar. We werden Europees kampioen. Speelden misschien niet geweldig, maar we konden vechten, we durfden, er zat spirit in de ploeg. Op het trainingskamp in Spanje sloop na twee slechte wedstrijden de twijfel in de groep. We vroegen ons af: zijn we wel zo goed?’

Teleurstelling bij Mink van der Weerden na de 2-2 van Oranje tegen Groot Brittannië op de Olympische Spelen van Tokio 2020. Foto: Koen Suyk

‘Die twijfel hebben we meegenomen naar Tokio, We hebben ons sprankelende, frisse spel daar nooit kunnen oproepen. De connectie, het ritme, het vertrouwen ontbrak.
In de tweede poulewedstrijd tegen Zuid-Afrika kwamen we 3-0 achter. Schandalig. Ik snap er nog steeds geen zak van. De meest basale dingen gingen fout. In het veld dacht ik: wat gebeurt hier? We gingen forceren. Ik ook. Wilde ik een bal voor de stuit pakken, ging hij onder mijn stick door. Doelpunt. Als ik een stap naar achteren doe, kan ik die bal zo aannemen. Uiteindelijk winnen we die pot nog met 5-3, maar zelfs daar putten we geen vertrouwen uit.’

Ik heb me gruwelijk geïrriteerd aan die verhalen van de buitenwacht over elkaar de waarheid zeggen.

 

‘We hebben tijdens die poulefase veel met elkaar gesproken. Gezocht naar redenen waarom het niet liep, geprobeerd het goede gevoel op te roepen. Natuurlijk hebben we elkaar ook de waarheid gezegd. Maar als ik eerlijk ben, heb ik me gruwelijk geïrriteerd aan die verhalen van de buitenwacht. Wat is nou elkaar hard de waarheid zeggen? Een schreeuwsessie waarin iedereen ruzie met elkaar maakt, je de connectie met elkaar verliest en iedereen uit botte frustratie maar wat gaan proberen? Denk je echt dat dat de manier is om titels te winnen? Nee, tuurlijk niet. Dat is een munt opgooien. Wanhoop. Dan winnen en zeggen dat dat de goede weg was… Ga weg. Dan heb je sport niet begrepen. Het is lekker om te vertellen en lekker om op te schrijven: we hebben elkaar helemaal stijf gescholden en daardoor gewonnen. Maar als je dat echt doet, is de kans veel groter dat iedereen met een lang gezicht op het veld staat en geen meter meer voor elkaar rent.’

Mes op de keel

‘Je moet elkaar op inhoud aanspreken: wat ging er goed en wat niet. Dat hebben we ook echt wel gedaan. Ook richting die kwartfinale tegen Australië. Die wedstrijd was anders: do or die. We wisten: als we die verliezen, gaat onze kop eraf. We moesten ervoor zorgen dat we goed waren. Dat lukte. Met het mes op de keel kregen we voor het eerst dat toernooi wel grip.’

‘We hebben de hele kwartfinale het gevoel gehad: deze kunnen we winnen. Er zat gif in, lef om te spelen en we hadden geen angst om niet goed te zijn. Ondanks dat we via shoot-outs verloren, hoeven we over die wedstrijd onszelf geen verwijten te maken. We hadden alleen nooit in die positie terecht moeten komen.’

Mink van der Weerden schreeuwt het uit nadat hij Oranje op 1-1 heeft gebracht in de kwartfinale tegen Australië. Foto: Koen Suyk

‘Ik scoorde in die kwartfinale uit een strafcorner, maar ik was dat toernooi niet op mijn best. Dat vond ik echt superfrustrerend. Achteraf heb ik me afgevraagd of ik niet meer tijd in mijn corner had moeten stoppen. Jarenlang was dat mijn kracht. Als mijn corner niet liep, ging ik trainen, trainen, trainen. Nam ik een zak ballen mee en schoot ik die op het doel net zo lang tot dat ik tevreden was. Dat moet je geen vijf keer per jaar doen, dan gaat je lichaam naar de knoppen. Maar voor mij werkte dat. De laatste jaren deed ik dat minder. Er werd ook op andere vlakken qua tactiek, fysiek en teamproces meer van me gevraagd. Misschien was dat voor mij niet voldoende om in topvorm en topvertrouwen te komen.’

‘Ik had misschien, net als toen ik een jong menneke was, egoïstischer moeten zijn. Maniakaler. Tegen het team moeten zeggen: willen jullie een heel goede corner? Laat mij dan mijn ding doen. Als ik het nog een keer moet doen, zou dat mijn weg naar Tokio zijn.’

‘Je mag gerust zeggen dat de corner een obsessie is geweest’

‘Ik heb altijd een haatliefdeverhouding gehad met de strafcorner. Ik heb de techniek, de beheersbaarheid schitterend gevonden. Maar slechts af en toe ging een corner precies zoals gepland. Dan was er bij mij meer opluchting dan blijdschap. Ik had het plan uitgevoerd, mijn werk gedaan, dus was die bal erin gegaan. Goed zo! Geen gezeik, niet opnieuw een analyse.’

‘Je mag gerust zeggen dat de corner een obsessie is geweest. Ik eiste van mezelf dat alles perfect moest. Als ik mezelf iets kon verwijten, vond ik dat het allerergste. Dan moest ik die schuld bij mezelf inlossen, ging ik soms uren op het veld staan tot mijn lijf helemaal naar de klote was. Een soort zelfkastijding. Je kunt je afvragen of dat verstandig en nodig was, maar voor mij werkte dat. Als ik de ballen dan weer lekker raakte, kon ik het loslaten.’

Van der Weerden tijdens de training tijdens het WK 2018 in India. ‘Ik eiste van mezelf dat alles perfect moest bij een corner. Als ik mezelf iets kon verwijten, vond ik dat het allerergste.’

‘Dankzij mijn corners heb ik 191 interlands gespeeld. Ik realiseerde me dat vanaf mijn debuut in 2010. In die periode zat ik alleen vanwege mijn corner bij Oranje, was ik hockeyend toen niet goed genoeg. Later ben ik hockeyend echt beter geworden, was ik misschien zelfs zonder die corner wel geselecteerd. Maar ik ben in Oranje altijd bang geweest dat ik niet goed genoeg was. Dat heeft me gedisciplineerd gemaakt, maar was vermoeiend en niet altijd leuk.’

Oranje

‘Ik ben bij Oranje nooit relaxt geweest. Ik weet nog dat ik in 2012 werd opgenomen in de selectie voor de Spelen in Londen. Ik nam de plaats in van Taeke Taekema, samen met Bram Lomans misschien wel de beste cornernemer die Nederland heeft gehad. Ik vond het geweldig, maar dat gevoel duurde slechts kort. Al voor de eerste wedstrijd dacht ik: wat als ik er nu niks van bak? Dan sta ik echt voor gek. Dan blijft een speler met zo’n staat van dienst thuis voor iemand die er niks te zoeken heeft.’

Ik ben in Oranje altijd bang geweest dat ik niet goed genoeg was.

 

‘Ik scoorde in de openingswedstrijd, maar dacht: als ik nu niet meer goals maak, zeggen ze dat het beginnersgeluk is. Vervolgens scoorde ik in iedere poulewedstrijd. Dacht ik: leuk, maar de poule telt niet. Het gaat om de halve finale. Dat was die beroemde 9-2 tegen de Britten, ook daarin scoorde ik. Maar voor de finale hielp dat niet, die vond ik dubbel zo zwaar. Terugkijkend heb ik nooit de tijd en ruimte gehad om te genieten in Oranje.’

Mink van der Weerden heeft de stand op 3-1 gebrachttijdens de halve finale van het olympische hockeytoernooi in Londen tussen de mannen van Nederland en Groot Brittannië. Links Wouter Jolie. Foto: Koen Suyk

Hoogtepunten

‘Hoogtepunten heb ik zeker beleefd. Ik heb een olympische finale en twee WK-finales gespeeld. We wonnen drie Europese titels, de mooiste was in 2017. Buiten de lijnen en op de trainingen vond ik het geweldig om bij Oranje te zijn, anders had ik het ook geen tien jaar volgehouden. Ik koester ook de momenten buiten de lijnen, het sociale, met de groep op pad zijn. Ik heb ook genoten van de periodes van hard trainen met elkaar. We hebben samen veel meegemaakt en dat heeft mij dierbare vriendschappen opgeleverd.’

Ik koester ook de momenten buiten de lijnen, het sociale, met de groep op pad zijn.

 

‘Door de buitenlandse trips ben ik op mooie plekken geweest en heb ik bijzondere dingen kunnen doen. In Zuid-Afrika heb ik samen met Niek van der Schoot en Sam van der Ven een berg beklommen. Water in de rugzak en gaan. De tocht duurde uren langer dan verwacht, maar was onvergetelijk. Met Seve van Ass heb ik ooit in Perth een motor gehuurd. Maakten we in de middle of nowhere een geweldige tocht. Dat had ik nooit kunnen doen als ik geen international was geweest.’

Na het behalen van de Europese titel in 2021 samen met zijn dochter Puck. Van der Weerden is onlangs voor de tweede keer vader geworden van Pim. Foto: Willem Vernes.

‘Ik ben nu een aantal maanden geen international meer en heb geen spijt van mijn beslissing. Ik heb er goed over nagedacht. Ik wist niet of ik er nog een keer honderd procent voor kon en wilde gaan. Alleen die vraag stellen, was voor mij voldoende reden om te stoppen. Ook privé is het niet meer te combineren. Ik ben net voor de tweede keer vader geworden, van onze zoon Pim. Ik ben nu lekker veel thuis. Ga met Oranje-Rood lekker in de zaal spelen. En vanaf april weer competitie met Rot-Weiss Köln.’

‘Ik hoop nog een paar jaar op het veld te staan, maar wil ook wat in de coaching gaan doen. Mijn kennis over de corner en mijn ervaring als speler overdragen. Niet als hoofdcoach, maar als assistent. Met een afgebakende taak, waarop ik me kan focussen. Dan ben ik op mijn best.’


5 Reacties

  1. Michiel van Lotringen

    Eerlijk openhartig verhaal. Dank je wel Mink!

  2. erik-beenen

    Wat een kwetsbaar en mooi verhaal van een kerel die zo veel heeft gegeven aan Oranje. Schitterend. Respect.

  3. StephanB

    Chapeau Mink, bedankt voor dit mooie, openhartig interview. Een kerel met beide benen op de grond en fijn om mee te praten. Veel plezier en succes in Duitsland. Groet, Stephan

  4. Eelco Houwink

    Zelfanalyse van hoog niveau. Als al deze afwegingen ook bij de coach bekend waren geweest, valt hem niet veel te verwijten. Dus graag een analyse van die ex-coach, maar ach, die is uiteraard met belangrijker zaken bezig

  5. ton-goderie

    Mooie inkijk ! Mooi ook dat Mink het bij zichzelf houdt en niet naar anderen wijst. Sportman op en top !


Wat vind jij? Praat mee...