Sander Baart en de pijn van het afvallen: ‘Is het dan voor niets geweest?’

Hij kan er niet omheen. Dagelijks wordt Sander Baart nog met de pijn van het afvallen voor de hockeyzomer geconfronteerd. Een litteken dat niet snel vervaagt bij de 193-voudig international.

‘Het kost tijd om te verwerken dat ik er straks niet bij ben, op het EK en vooral in Tokio. Ik weet niet of dat helemaal lukt. Ik was er stuk van, toen ik het hoorde. Ben nog steeds bezig om het een plekje te geven. Soms ben ik nog boos en gefrustreerd. Ik denk dan: is het de afgelopen tijd allemaal voor niets geweest?’

Sander Baart gooit zijn gedachten eruit. Ja, natuurlijk. Dit hoort bij topsport. Naast de eer, glorie, bloemen en medailles, is dit de keerzijde. De kant van bikkelharde telefoontjes, die dromen om zeep helpen. Zoals Baart die kreeg op een zondagavond in april van bondscoach Max Caldas.

Sander Baart in duel met Mats Grambusch van Duitsland in, vooralsnog zijn laatste interland. Foto: Willem Vernes

Ik geef gelijk toe: ik ben niet tevreden over het afgelopen seizoen. Sander Baart

Een week later sprak Baart de bondscoach face-to-face. De diepste emoties waren toen ingedaald. Achtergebleven in Vlaanderen, waar Baart woont. ‘Eigenlijk was het gesprek niet zo ingewikkeld. Max zei dat anderen op dat moment beter waren dan ik. En dat ik de laatste twee jaar niet mijn niveau had gehaald. Daarom wilde hij richting de Spelen verder met anderen.’

Die woorden kwamen logischerwijs hard aan bij de routinier, die er in Londen en Rio al bij was. ‘Ik was verrast, ook door het moment. Ik geef gelijk toe: ik ben niet tevreden over het afgelopen seizoen. Ik was niet top. Niet de Sander die ik kan zijn. Die ik ben. Bij Oranje was het ook niet altijd super. Ik herinner mij bijvoorbeeld een Pro League-wedstrijd in Argentinië, begin 2020, waarin ik niet best was. Dat is Max bijgebleven, denk ik.’

Tussen Argentinië-uit en zijn volgende duel in Oranje zat meer dan een jaar. Door een gebroken arm en de invloed van het coronavirus speelde hij afgelopen maart tegen Duitsland pas weer een interland. ‘Dat weekend speelden we twee keer. Voor mij was het een teleurstelling dat ik er maar eentje speelde, te meer omdat Sander de Wijn nog geblesseerd was. Achteraf was dat al een signaal. Een teken dat het niet goed zat. Dat mijn plekje op het spel stond.’

Foto: Willem Vernes

Groot contrast

Hij baalt er vooral van dat hij niet de kans kreeg zich te herpakken. ‘Het doet pijn om er al zo snel uit te liggen. Ik vind het heel spijtig dat ik de credits niet heb gekregen heb om langer mee te doen. Zeker omdat ik een jaar eerder te horen kreeg dat ik zo goed als zeker was van mijn plek. Ik zou een van de spelers zijn waar het team omheen gebouwd zou worden. Maar in een jaar tijd kan er blijkbaar veel gebeuren’, klinkt het wrang. ‘Een jaar waarin ik dus door alle omstandigheden amper heb gespeeld. Met mijn ervaring ben ik er zeker van dat ik er weer gestaan zou hebben. In vorm op het juiste moment. Maar helaas…’

Het contrast is daardoor nu groot. Terwijl Oranje in volle vaart afstevent op de belangrijkste weken van de afgelopen jaren, staat Baart op het veld met een gescalpeerd Oranje-Rood. ‘Met mij doen we nog vier, vijf van ons team mee. Verder vullen we het aan vanuit de jeugd. We trainen nog twee keer per week. Moet ook wel. Anders staan we veel te lang stil.’

Ja, hij haalt er nog steeds plezier uit, zegt Baart. ‘Ondanks alles blijft het spelletje leuk. Maar het is natuurlijk heel anders dan ik gepland had. Het niveau, de intensiteit. Het is allemaal wat minder. Dat betekent niet dat ik het met tegenzin doe.’

Voor aanvang van een Oranje-training in het Wagener. Foto: Koen Suyk

Toekomst in Oranje?

Over zijn toekomst in Oranje heeft de routinier nog geen beslissing genomen. ‘Ik ga in ieder geval nog een jaar door bij Oranje-Rood. Dat is zeker. Verder neem ik de tijd om goed na te denken. Wat wil ik nog? Hoe denk ik erover als ik de emoties kan plaatsen? Ik wil niet te gehaast een beslissing maken.’

Contact met zijn oud-teamgenoot en toekomstig bondscoach Jeroen Delmee heeft-ie nog niet gehad. ‘Dat is voor mij nog te vroeg. En Jeroen is eerst nog druk met Frankrijk. Misschien daarna. Deze zomer zal ik ergens het antwoord vinden.’

Ondertussen vindt Baart thuis afleiding. Zijn jonge zoontjes – van vier en anderhalf – zorgen voor plezier, trots en een glimlach op z’n gezicht. ‘Ze laten mij genieten van het leven en de kleine dingen. Voor hen ben ik niet degene die de Spelen niet gehaald heeft, maar gewoon hun papa waarmee ze in de trein naar de dierentuin gaan. Een goede vader zijn, dat is ook een soort van topsport.’


Wat vind jij? Praat mee...