Van der Weerden: ‘In Duitsland meer duwen en beuken’

Mink van der Weerden stond in zijn Oranje-loopbaan al 29 keer tegenover Duitsland. Maar komend weekend doet hij dat voor het eerst als speler van de Duitse grootmacht Rot-Weiss Köln. ‘Ik ben een uitzondering. En dat is wel geinig om mee te maken.’

Op de laatste training voordat de Oranjemannen de bubbel ingingen, was hij de international met het scherpste kapsel. En nee, hij was niet in Duitsland – waar de kappers iets eerder open gingen – geknipt. ‘Dat hebben we thuis gedaan. Ja, we. Eerst heeft mijn vriendin Lynn een poging gewaagd. Heel lief natuurlijk, maar het was niet helemaal gelukt. Dus heb ik diezelfde avond nog een tondeuse besteld. De dag daarna was alles eraf’, grijnst de 175-voudig international.

De stand van zaken bij Rot-Weiss

De laatste keer dat we Van der Weerden spraken, sleepte hij in z’n eentje zijn corners op het veld van zijn oude club HCAS. Inmiddels is hij alweer ruim een maand in training met Rot-Weiss, de koploper van de Bundesliga. ‘Bij ons is de voorbereiding nog in alle volle gang. De competitie begint eind deze maand weer. We spelen veel oefenpotjes, vaak op twee dagen achterelkaar tegen dezelfde tegenstander.’

‘Omdat de afstanden in Duitsland groter zijn, reis je niet heen-en-weer. We zitten dan met ons team in een hotel. We brengen dus veel tijd met elkaar door en dat is leuk. Zo leer je elkaar beter kennen en begrijpen. Eigenlijk is dat hetzelfde als met een Nederlands team. Alleen de taal hè. Die is anders.’

Vanaf eind maart gaat het in een sneltreinvaart richting 9 mei. ‘Dan is het hele feest, inclusief play-offs, alweer afgelopen. Als er geen Pro League is, spelen we iedere week zaterdag én zondag. Je kunt dus niet, zoals meestal in de Hoofdklasse, één wedstrijd volle bak geven en dan helemaal leeg gaan. Nee, je moet zorgen dat je twee potjes op heel hoog niveau kan spelen. Nog meer dan in Nederland werken we daarom aan onze basisconditie. Bij Rot-Weiss doen we bijvoorbeeld veel meer duurloopjes dan dat ik vroeger deed bij Oranje-Rood.’

Tijdens het volkslied, voorafgaand aan een interland.  Foto: Willem Vernes

Jaloers op de reisafstand

Dit weekend treft Van der Weerden naar alle waarschijnlijkheid drie bekende koppen van zijn club: Johannes ‘Jojo’ Grosse, Mats Grambusch en Christopher Rühr. ‘Ja, dat vind ik wel mooi. Ik heb natuurlijk wel vaker internationaal tegen een teamgenoot gespeeld. Maar nu ben ik degene die in het ondertal is. Ik ben een uitzondering. En dat is wel geinig om mee te maken. Op Rot-Weiss hoor ik de gesprekken over de Duitse ploeg. Dat gaat net zoals hier: hoe heeft iedereen gespeeld, wie is er goed, wie is fit. Dat werk. Je hoort ook beter hoe het er bij hen aan toegaat.’

Tijdens de bekendmaking van zijn opmerkelijke overstap naar Rot-Weiss, met trainer André Henning.

Zoals? ‘Nou, de manier van trainen bijvoorbeeld. Die Duitsers gaan altijd op stage. Tien, twaalf dagen lang volle bak met elkaar knallen. Volle focus op de nationale ploeg. Bij ons is het vaak zo dat we een paar dagen met Oranje trainen en daarna weer naar de club gaan. Daardoor verschuift diezelfde focus steeds. Maar andersom zijn ze ook jaloers op onze reisafstand hoor. Zo snel en centraal bij elkaar, dat zouden ze in Duitsland ook wel willen.’

Duitsland oefende afgelopen weekend al tegen India. De viervoudig olympisch kampioen ging met liefst 6-1 onderuit. ‘Nee, dan ga ik geen flauwe appjes sturen. Zo ben ik niet. Ik wil de boel niet opnaaien.’ Lachend: ‘Voor hetzelfde geld speelt Rühr me hier dit weekend uit m’n voegen. Dan kan ik me een week niet vertonen op training. Ik kijk wel uit.’

In actie tegen Groot-Brittannië. Foto: Willem Vernes

Duitsland minder dominant

Duitsland – de nummer zes van de wereld – is nog altijd een grootmacht, maar presteerde teleurstellend op de laatste grote toernooien. Op het WK van 2018 werden de ‘Honamas’ vijfde, een jaar later kwamen ze op het EK niet verder dan plek vier. ‘Ze zijn minder dominant dan voorheen’, stelt ook Van der Weerden. ‘Toen Moritz Fürste na de Spelen van Rio stopte, viel er veel leiderschap weg. Inmiddels hebben ze Tobias Hauke teruggehaald. Hij kan samen met Martin Häner en Mats Grambusch de ploeg neerzetten. Als ze compleet zijn, hebben ze absoluut een topteam met veel individuele klasse. Ze staan er beter voor dan bij het EK. Toen rommelde het in het team. Nu zijn ze met een nieuwe bondscoach bezig aan een duidelijk traject. De neuzen staan weer dezelfde kant op.’

Het Duitse hockey is steviger, concludeert Van der Weerden nu na een half jaar in Keulse dienst. ‘Iets meer duwen en beuken. Scheidsrechters staan meer toe en dat merk je ook op trainingen. Als een aanvaller wil uithalen stapt echt niemand opzij. Ik vind het wel leuk, vol erin te kleunen. Een ander stereotype is ook waar: er wordt goed geluisterd als mijn coach of Mats als aanvoerder iets zeggen, is er geen discussie.’

Tegen de Britten maakte Van der Weerden vooralsnog zijn laatste goal in Oranje. Foto: Willem Vernes

Druk maken om een joggingbroek

Hij wordt als mens meer uitgedaagd en komt daardoor ook bij Oranje anders binnen. ‘Ik heb meer te vertellen. Iedereen heeft hier tegen elkaar gespeeld en alles van elkaar gezien. Omdat wij vroeg speelden heb ik ook een stuk van Kampong-Rotterdam gezien. Dat verhaal kent iedereen dus al. En Mink, wat heb jij gedaan? Haha, nou twee keer tegen Mannheim gespeeld. Het levert leuke gesprekken op.’

Van der Weerden heeft ook een andere rol in het team, dan bij Oranje-Rood. ‘Misschien ligt dat ook aan mij hoor’, klinkt het verontschuldigend. ‘Maar ik trok me veel aan. Binnen en buiten het veld, zeker toen ik aanvoerder was. Voorbeeldje: op zondag zouden we sponsorkleding dragen. Zie ik toch iemand in zijn eigen joggingbroek lopen. Iets superkleins. Maar toch maakte ik mij daar druk op. In Keulen wordt er natuurlijk ook wat van mij verwacht, maar dan vooral in het veld. Hoef ik me minder met randzaken bezig te houden. Ik merk dat ik dat lekker vind: dat ik mij vooral met hockeyen bezig kan houden. Zeker in een pre-olympisch jaar.’

Foto’s van zure momenten

Hij voelt zich dus op zijn plek in Keulen. Grijnzend: ‘Al word ik vaak daar aan zure momenten herinnerd. In het clubhuis hangen pontificaal foto’s van de EHL-finale die we met Oranje-Rood hadden moeten winnen. Maar ja, we verloren van Rot-Weiss. En verderop megagroot, twee meter breed, foto’s van spelers van Rot-Weiss na de olympische finale van 2012. Allemaal met een gouden plak tussen hun tanden. Ik word er vaak op gewezen door teamgenoten. ‘Hey Mink, heb je dat al gezien?’ Kan ik wel hebben hoor. Mooie humor, toch?’


3 Reacties

  1. kasparstevens

    9.14 Spelers mogen niet opzettelijk in het doel dat hun tegenstanders verdedigen komen, of opzettelijk achter een doel langslopen Nooit gehoord of spelers en/of staf hierover tijdens de wedstrijd bij scheidsrechters navraag hebben gedaan...en of arbitrage toen door had hoe twijfelachtig dit beslissende doelpunt was.

    1. luchtisblauwgrasisgroen

      Niemand stond op te letten. Inmiddels is het 21 jaar geleden sinds Oranje Heren een gouden medaille won, twee hockey generaties zonder mondiale prijs. Duitsland won er 2 in de afgelopen 21 jaar, maar wordt nu wel weggezet als subtopper. Misschien goed dat NL in de spiegel kijkt?


Wat vind jij? Praat mee...