Beste vrienden ‘Wortel’ en De Mol: ‘Kunnen elkaar soms afschieten’

Ze zijn teamgenoten. Spelen al bijna tien jaar samen in Oranje. Maar de band van roommates Joep de Mol en Floris Wortelboer gaat veel verder. Ze gaan samen op vakantie. Zijn vrienden voor het leven. Halen soms het bloed onder elkaars nagels vandaan, maar kunnen ook niet zonder elkaar. ‘Ik denk dat wij de enigen zijn die de bedden bij elkaar schuiven.’

Ze moeten even rekenen hoe lang ze al bij elkaar op de kamer slapen. ‘In Oranje begon dat in 2017’, vertelt Wortelboer. ‘Op de Hockey World League in Bhubaneswar. Toen waren we er voor het eerst samen bij. Sindsdien liggen we altijd bij elkaar, al hebben we ook beiden wat toernooien gemist. Gingen we even vreemd, tijdelijk.’ De Mol: ‘Even detoxen.’

Wortelboer: ‘Toevallig hadden we het er gisteren nog over. Hoe mooi het is dat je hier met je beste maat op toernooi bent. Een kamer deelt. Alle mooie momenten met elkaar meemaakt. Ik denk dat we vijftig, zestig nachten per jaar samen slapen. Dat is uniek.’

Vandaar dus ook dit verhaal. Eentje die eigenlijk al veel verder teruggaat dan hun tijd als internationals. ‘We kennen elkaar al lang. Te lang, haha’, lacht De Mol. ‘We kwamen elkaar tegen bij Zuid-Nederland B. Ik hockeyde bij Tilburg, Wortel bij Push. We waren een jaar of dertien. We werden vrienden. Gingen in het weekend vaak bij elkaar logeren. Ik ben heel vaak in Teteringen geweest bij hem thuis. Of je kwam naar mij, in Berkel-Enschot. Een weekend pitten. Aanklooien. Haalden we oude voetbalschoenen uit de schuur, gingen samen naar onze clubs toe.’

Samen kaarten bij het hotel. Foto: Willem Vernes

Wortelboer: ‘Jong Brabant, zo heette die voetbalclub bij jou, toch?’

De Mol: ‘Een paar jaar later ging ik naar Push. Was het helemaal feest. Hoefden onze ouders ons niet meer af te zetten. Gingen we met elkaar mee na onze wedstrijd. Zo zijn we vrienden geworden.’  Wortelboer: ‘Ik heb supermooie herinneringen aan die tijd. We waren constant buiten. Na onze jeugdjaren gingen we naar verschillende clubs, maar we hielden contact. Eerst dankzij Jong Oranje en nu al een paar jaar hier.’

De hele dag buiten spelen

De Mol: ‘De hele dag buiten spelen. Dat is eigenlijk zoals we allebei nog steeds in het leven staan.’ Lachend: ‘Ik vroeg laatst aan onze assistent-coach Eric Verboom wat de leeftijd is waarop je minder hoort te spelen. Je wat serieuzer wordt. Misschien klinkt het heel raar voor twee gasten die bijna dertig zijn. Maar we genieten enorm van dit leven. Sporten, kaarten en zorgen voor reuring in het team. We lopen ook weleens andere kamers binnen. Sommigen noemen het klieren, wij vinden dat leuk.’

‘Soms wordt onze kamer wel het buurthuis genoemd’, lacht Wortelboer. ‘Iedereen komt even binnen. Vinden wij heel leuk. Die ontspanning is voor ons heel fijn. We worden er ook steeds beter in het bepalen wanneer dit kan. Dat duurde even.’ De Mol: ‘Op de Olympische Spelen waren er drie appartementen. Twee voor vier personen, één voor acht. Vooraf was het heel duidelijk dat wij in dat grotere appartement moesten. Omdat wij die drukte wel leuk vinden.’ Wortelboer: ‘Wij slapen overdag toch niet.’

Foto: Willem Vernes

De Mol: ‘Onze slaapkamer was toen ook de woonkamer. De fysiotafel stond er ook. Ik weet niet of iedereen dat prettig vindt. Maar wij vinden het mooi. Er was altijd wat te doen. Wij zijn allebei niet zo goed in alleen zijn.’ In dat buurthuis zijn weinig regels. ‘Bij ons kan alles’, zegt Wortelboer. ‘Ik vind het prima als er iemand in mijn bed ligt of over mijn matras heenloopt.’ ‘Ik denk dat wij de enigen zijn die de bedden bij elkaar schuiven. Dat klinkt apart’, weet De Mol. ‘Ik hoef niets van hem, hoor’, zegt Wortelboer. ‘Op de Spelen hebben we de kamer omgebouwd om dat te regelen. Hier stond dat al goed.’

Joep kan soms - hoe zeg ik dat netjes - snel op de kast worden gejaagd. En ik ben goed in hem daarop te krijgen Floris Wortelboer

Iedereen is welkom bij de boezemvrienden, die elkaar soms ook flink het leven zuur maken. De Mol: ‘Thijs van Dam heeft weleens gezegd dat we eerder broers zijn dan vrienden. We kunnen écht met elkaar in de clinch liggen. Het bloed onder de nagels vandaan halen. Om tien minuten later weer samen in een deuk te liggen, alsof er nooit iets is gebeurd.’ Wortelboer: ‘Het is niet zo moeilijk om Joep te irriteren. Hij is soms wat snel geprikkeld. Kan soms – hoe zeg ik dat netjes – snel op de kast worden gejaagd. En ik ben goed in hem daarop te krijgen. Laatst hadden we even bonje over de schone handdoeken, die Joep allebei pakte. Terwijl er eigenlijk een voor mij was.’

De Mol: ‘Het gaat vaak nergens over. We zoeken de randjes op. Ik kan Wortel soms echt afschieten. En andersom ook.’

Wortelboer en De Mol voor de Eiffeltoren met hun gouden plak. Foto: Willem Vernes

Logeren, net als vroeger

Wortelboer: ‘We hebben vaak gedoe over pasjes van hotelkamers. Ik ben daar extreem slordig mee. Dan vind ik het vervelend dat Joep zijn pasje niet voor mij klaarlegt bij de deur. En hij vindt – misschien terecht – dat ik er zelf om moet denken.’ De Mol: ‘Inderdaad, we lijken wel een getrouwd stel soms.’

Wortelboer woont in Amsterdam, De Mol in Berkel-Enschot. ‘Hij blijft weleens slapen bij mij als we hebben getraind’, zegt Wortelboer. ‘Ook als-ie in een hotel mag. Is toch ook veel gezelliger? Maar verder is het soms lastig om bij elkaar langs te gaan. Daarom is het voor ons heel fijn dat het nu bijna wordt gefaciliteerd.’

De Mol: ‘Net als vroeger bij elkaar logeren, maar dan twee weken lang. Alleen moeten we nu af en toe een potje hockeyen. Nee, grapje natuurlijk. Maar het is wel fijn om elkaar in de buurt te hebben. Al hebben we een paar jaar terug ook in de fase gezeten dat we bijna concurrenten waren. Dat waren wel moeilijkere momenten. Was het niet altijd hosanna. Omdat Wortel in die periode veel schouderblessures had, zijn ons wel wat lastige momenten bespaard gebleven.’

De Mol en Wortelboer na de EK-winst in 2017, met Jonas de Geus. Foto: Koen Suyk

Wortelboer: ‘Uiteindelijk konden we dat wel scheiden. Je gunt het elkaar en zijn ook oud genoeg om daar goed mee om te gaan. We kunnen alles delen. Op ieder vlak. Ik weet ook waarover het gaat als hij met zijn ouders belt.’ De Mol: ‘Ik denk dat jij net zo vaak facetimet met mijn vriendin als ik, je bent er heel vaak bij.’

Vakantie – en weer ruzie – na de Spelen

‘Misschien klinkt het gek. Maar afgelopen zomer hadden we elkaar constant gezien in Parijs. Gingen we daarna ook nog met onze vriendinnen erbij op vakantie.’ Wortelboer: ‘Waar we ook flinke ruzie hadden. Lang verhaal kort: we gingen golfen en ik sloeg op hole 2 een bal het bos in. Ik mocht van hem geen nieuwe bal slaan. Deed ik toch. Hebben we alle negen holes niets tegen elkaar gezegd. Thijs van Dam was daar ook bij. Die dacht: wat zijn dit voor kinderen. In het zwembad maakten we het weer goed.’ De Mol: ‘Als mensen dit lezen, denken ze waarschijnlijk: wat een bizarre dynamiek. En toch werkt het voor ons.’ Wortelboer: ‘Je weet dat het goed zit. Wat je aan elkaar hebt.’

Aan het eind van dit toernooi hebben ze twee weken op elkaars lip gezeten. ‘Maar we maken al plannen om daarna samen even weg te gaan’, zegt Wortelboer. ‘Een weekendje naar Knokke met een paar man. Als het niet van ons komt, wordt het niet geregeld. Weer een beetje golfen en hopelijk vieren dat we weer een mooi toernooi hebben gehad.’

 


1 Reactie

  1. PeterMontijn

    Peppi en Kokkie…


Wat vind jij? Praat mee...