Delmée: ‘Wat we lieten zien, is nu niet goed genoeg’

De poulefase verliep verre van vlekkeloos. En toch hebben de Oranjemannen nog alles in eigen hand op het EK in Mönchengladbach. Bondscoach Jeroen Delmée weet dat er nog een schepje bovenop moet om mee te doen om de prijzen. ‘Ons niveau ligt lager dan op het WK.’

Hij heeft mixed feelings overgehouden aan de drie groepswedstrijden op het EK, vertelt Delmée. In de tuin van het chique spelershotel in Venlo blikt hij terug op de drie duels die Oranje achter de rug heeft. ‘Een deel van dat gevoel is gebaseerd op de eerste tien minuten tegen Duitsland. Daarin waren we slecht. Aan de andere kant is het heel netjes als je er in totaal veertien maakt tegen Frankrijk en Wales. Als je kijkt naar de halve finale tegen België, dan moet het nog wel wat beter. Wat we tot nu toe lieten zien, is niet genoeg om door te gaan.’

En dat gevoel is niet alleen maar gebaseerd op die veelbesproken beginfase tegen Duitsland, waarin Oranje pijlsnel op een 2-0 achterstand kwam. ‘Ook in andere wedstrijden hebben we onnodige fouten gemaakt. Wilden we soms te veel forceren. In de Pro League heb ik dat veel minder gezien. Daarin speelden we verzorgder. Nu was het af en toe wat gehaast, waardoor het onrustig en rommelig werd.’

Jorrit Croon miste een groot deel van de hockeyzomer door een handblessure. Foto: Willem Vernes

De slechtste fase onder Delmée?

Die pieken en dalen waren niet helemaal een verrassing. ‘We moesten op zoek naar automatismen. Jonas de Geus en Jorrit Croon hebben in aanloop naar dit toernooi blessures gehad, dus we wisten dat we daarin stappen moesten zetten. Als collectief zijn we nog iets te wisselend geweest. Wat ik positief vind, is dat we weinig strafcorners weggaven. Verdedigend staat het nog steeds. We creëren genoeg, de basis is oké. Ik hoop dat we daarin een volgende stap kunnen zetten. Daar zijn de jongens zelf echt wel mee bezig.’ 

Na die beruchte 3-0 tegen Duitsland keek Oranje als groep de mislukte eerste minuten terug. Delmée geeft aan dat hij niet schrok van het optreden van zijn ploeg. ‘Dat is pas zo als het structureel is, wat je ziet. Ik baalde wel van wat er gebeurde. Ook omdat we vooraf juist bezig waren met die kansen vanaf de achterlijn. Dat hadden we benoemd, trainden we op. Als we in zo’n situatie meerdere fouten maken, dan wordt het een goal. Gebeurt zoiets drie keer, dan ben je niet scherp. Duidelijk is dat we niet klaar waren voor een gevecht.’

Was het de zwakste fase onder zijn leiding? ‘Wel dat we zo hard werden afgestraft in zo’n korte tijd. In Eindhoven kregen we er ook zeven tegen toen we tegen Australië speelden in de Pro League. Het gaat erom hoe je reageert. Tegen Wales hebben we dat naar behoren gedaan. Maar er kan en moet tien tot vijftien procent bij. Ons algehele niveau ligt lager dan op het WK. Toen hadden we meer controle in de wedstrijden. Was het minder wisselend.’ 

Jip Janssen mocht negen (van de tien) corners nemen, maar scoorde niet in de poulefase. Foto: Willem Vernes

De corner die nog geen goal opleverde

Een ander pijnpunt uit de poulefase was de strafcorner. De druk op specialist Jip Janssen neemt daardoor toe richting de beslissende fase van het toernooi. Oranje mocht er in totaal tien nemen, maar geen enkele poging van de kop leverde een goal op. Is dat zorgelijk? ‘Dat weten we vrijdag. Op het WK liep de corner in de poulefase ook nog niet zo. Teun Beins scoorde in de poulefase meer dan Jip. Vervolgens pushte Jip er wel twee binnen in de halve finale tegen de Belgen. Een mooie voorbode, toch? Hij is fit, heeft geen last meer van zijn vinger. Ik vind wel dat het ritme van de corner beter moet. Tegen Duitsland gaven we ‘m twee keer niet goed aan. Dan is het een stuk moeilijker om goed te pushen.’

Olympisch kampioen België, waar Nederland op het WK in de halve eindstrijd verloor, is uiteraard de ideale tegenstander om de cornerklasse te etaleren. ‘Ik vind ze toch wel heel erg goed’, zegt Delmée over de aanstaande tegenstander. ‘Zij waren heel solide in de poulefase. Ik begreep wel dat ze wat schrokken over de kansen die ze weggaven tegen Engeland (5-3 zege, red.). Daarna zijn ze nooit in gevaar geweest. Het is een doorgewinterde ploeg, met een paar hele goede frisse jongens erbij. We krijgen er een hele kluif aan. Ik was ze liever pas in de finale tegengekomen.’

Is België dan de favoriet, volgens Delmée? ‘Ik weet het niet’, zegt de Brabander na een denkpauze. ‘Van de ene kant zegt mijn gevoel ‘ja’. Aan de andere kant wonnen wij recent twee keer van ze in de Pro League. Zij gaan consistenter door het toernooi. Wij zijn groeiende. Die laatste groei moet over het degelijke van België heenkomen. Nu gaat het echt gebeuren.’


Wat vind jij? Praat mee...