Ze is 27 jaar, maakte haar interlanddebuut twee jaar geleden in de Pro League, scoorde daarin vijftien keer in 23 interlands, maar een écht groot toernooi speelde ze nog niet. Tot nu. In Mönchengladbach gaat Fay van der Elst eindelijk haar EK-debuut maken. En dat als de diepe spits van Oranje.
Twee jaar geleden zat ze nog gewoon op de tribune bij het EK in Duitsland. Daar was ze met Amsterdam destijds op teamweekend en was ze nog helemaal niet bezig met Oranje. Met haar ploeggenoten moedigde ze het Nederlands team aan. Nu staat ze zelf op het veld. Anderhalve week geleden kreeg ze het verlossende berichtje van bondscoach Raoul Ehren in de groepsapp van Oranje. ‘Ik scrollde direct naar de lijst. Gelukkig begint mijn achternaam met een E, dus ik zag mezelf vrij snel staan’, vertelt Fay van der Elst. Ze had er een goed gevoel bij, maar het voelde toch als een opluchting. ‘Als het dan écht zo is, dan is dat gewoon heel fijn. Ik heb er echt enorm veel zin in.’
Van der Elst draait inmiddels twee jaar mee bij het grote Oranje. In de Pro League speelde ze 23 wedstrijden en scoorde vijftien keer. Dit EK is haar eerste eindtoernooi. Ze weet precies wat haar rol is. ‘Ik ben natuurlijk een specifieke speler in de ploeg. Echt een spits. Met de rol en positie die ik heb kan ik me focussen op afronden. Maar ben ook bezig met m’n spel eromheen. In de combinatie spelen maar ook op het juiste moment op de juiste plek staan.’
Sluw, scherp en alert
Op het eerste gezicht is Fay van der Elst een rustige verschijning. Nuchter, kalm, bescheiden. Maar dat is slechts de buitenkant, benadrukt ze zelf ook. ‘Ik denk dat ik vrij relaxed overkom, een beetje ingetogen misschien. Maar in het veld ben ik juist voortdurend aan het scannen. Waar ligt de ruimte? Wanneer moet ik toeslaan? Ik ben scherp, alert. En altijd op zoek naar dat ene moment.’
Pien Sanders, Fay van der Elst en Felice Albers. Foto: Willem Vernes
Het typeert haar als spits. Niet het soort dat de hele wedstrijd vecht en sleurt. Maar wel iemand die het verschil kan maken. Het liefst met maar één aanraking. ‘Tippen is timing en balgevoel. Ik heb vroeger gevoetbald en getennist en dat heeft me ook zeker geholpen. Maar het is ook gewoon heel veel oefenen. Ik heb het jarenlang geoefend in de tuin van mijn ouders. Samen met mijn drie zussen. Ik ben de een-na-jongste en mijn oudere zussen hielden zich echt niet in. Zij zaten ook allemaal op hockey. Ramden ze van die superharde ballen mijn kant op en ik moest ze maar zien te raken. Daar kon je me eigenlijk niet gelukkiger mee krijgen.’
‘Als je mist, maai je vol over de bal heen’
Ze moet lachen als ze terugdenkt aan die tijd. Het destijds fungeren als schietschijf, heeft haar enorm geholpen. Ze heeft er haar vak van gemaakt. ‘Mijn mooiste goal in Oranje? Die maakte ik in het Wagener Stadion tegen Spanje. Een flats hoog in de lange hoek. Maar de moeilijkste was het zeker niet. Dat zijn de ballen die over de achterlijn komen’, grijnst ze. ‘Eentje waar zo’n stuit in zit. Het lijkt zo simpel, maar het vraagt zoveel timing om de bal goed te raken. En als je ze mist, maai je gelijk over de bal heen. Dat ziet er niet uit’, lacht ze.
De meeste spitsen weten precies hoeveel doelpunten ze hebben gemaakt. Ze houden het nauwgezet bij. Maar Van der Elst niet. Ze weet het ongeveer – maar ook niet meer dan dat. Ze meet zich niet aan het aantal doelpunten. ‘Soms heb ik een wedstrijd geworsteld en schiet ik alles binnen. Of speel ik goed, maar rond ik niet af. Je bent van veel afhankelijk. Door de dominantie van Oranje van de afgelopen jaren zullen veel tegenstanders zich ingraven’, verwacht ze. ‘Dan moet je als spits blij zijn als je een kans krijgt in een wedstrijd. En die moet je dan maken.’
Fay van der Elst. Foto: Bart Scheulderman
Maar het is niet alleen het positiespel en de timing. Ze is ook afhankelijk van haar teamgenoten. Iedereen heeft een eigen voorkeur in hoe ze voorzetten. ‘Felice Albers komt altijd binnen over rechts. Ze is snel aan de bal, dus daar heb ik weer een andere timing mee dan met bijvoorbeeld Renée van Laarhoven. Zij flatst ‘m het liefst voor.’ Het liefst tipt ze een harde voorzet de touwen in. ‘En dan met mijn backhand. Beetje zoals vroeger in de tuin. Die zien er ook altijd mooi uit.’
Noah Ohio en Kim Lammers
Praten over goals doet ze graag. Al helemaal over haar handelsmerk. Maar als ze gevraagd wordt op welke spits ze het meest lijkt, blijft het even stil. ‘Ik keek laatst een interview met Noah Ohio, tijdens het EK voetbal van Jong Oranje. Hij zat er niet lekker in en werd gewisseld’, vertelt ze. Ze lijkt niet op de spits van FC Utrecht, zegt ze, maar herkent de dilemma’s wel. ‘Hij was best open. Vertelde over hoe het soms ook niet je kant op kan vallen. Vond het boeiend om te horen hoe hij daarmee omging. hoe hij dan daar mee omging.’
Foto: WorldSportPics
Als ze dan toch iemand moet noemen, is het oud-international Kim Lammers (203 caps, 123 goals). Die Van der Elst in het verleden als assistent bij Amsterdam veel leerde. ‘Ze kon me tot in detail helpen met dingen. Hoe je precies vrij kon lopen. Hoe je op het laatste moment voor je verdediger springt. Ging ik bijvoorbeeld vaak rechtsom er voorbij, zij zei: doe het eens linksom, zodat ik daarna weer via rechts kon en de verdediger het niet meer wist’, deelt ze de tips.
Zaterdag begint het EK voor Oranje. Zit ze niet op de tribune, maar staat ze op het veld. Moet ze plotseling weer voor een verdediger duiken. Ze waagt zich niet aan een doelpunten-voorspelling, maar hoopt haar gemiddelde vast te houden. ‘Als ik mijn gemiddelde door kan trekken, ben ik echt zwaar tevreden.’ Terecht, want ze scoorde tot nu toe ruim meer dan één keer per twee wedstrijden. En dat bijna alleen met tip-ins.
1 Reactie
hermanbrouwers66
Met alle respect voor haar doelpunten in Oranje heeft van der Elst in de 2e helft van de competitie dit jaar weinig laten zien. Ze zou zich nog veel meer kunnen laten zien nu beperkt ze zich echt tot het laatste tikje.