Ruim drie jaar na zijn laatste interland heeft Jeroen Hertzberger zijn afscheid als Oranje-international aangekondigd. De 38-jarige aanvaller van Rotterdam, goed voor 267 optredens en 127 goals bij de Nederlandse ploeg, heeft geaccepteerd dat zijn Oranjeboek geen nieuw hoofdstuk krijgt. ‘Nu er een nieuwe olympische cyclus is begonnen, kan ik me erbij neerleggen dat mijn tijd bij Oranje erop zit.’
Toen Hertzberger zijn afscheid bij Oranje afgelopen maandag via zijn Instagramkanaal wereldkundig maakte, werd hij bedolven onder de reacties. Medespelers, tegenstanders, hockeyers, coaches, scheidsrechters en fans: ze gaven allemaal een blijk van waardering voor zijn inzet en prestaties in veertien jaar Oranje. ‘Het deed me meer dan ik van tevoren gedacht had’, moet de spits bekennen.
Hertzberger was als Oranje-international van de partij op 26 titeltoernooien, waaronder zes EK’s, drie WK’s en drie Olympische Spelen. Met zijn 267 caps (de laatste was de verloren kwartfinale tegen Australië op de Spelen van Tokio in 2021) en 127 goals is hij naast Teun de Nooijer en Stephan Veen de enige speler die zowel qua aantal interlands als aantal doelpunten in Oranje’s eeuwige toptien staat.
Een grote meneer dus, die op nagenoeg elk toernooi van waarde was met doelpunten en assists. Maar Hertzberger oogste in Oranje minstens zoveel bewondering met zijn ijzeren wedstrijdmentaliteit en onvoorwaardelijk commitment aan het team.
Mezelf retescherp gehouden
Zelfs toen Oranje met Jeroen Delmée in het najaar van 2021 een nieuwe bondscoach kreeg en er voor Hertzberger geen plek in de nationale ploeg meer was, bleef de aanvaller strijdbaar. Hij pushte zich in die periode fysiek en mentaal tot het uiterste om een vervolg van zijn interlandloopbaan in leven te houden. ‘Ik ga het Delmée heel moeilijk maken’, zei hij in de zomer van 2022 vastberaden.
‘Ik heb de afgelopen drie jaar altijd rekening gehouden met een terugkeer in Oranje. Ik heb er alles aan gedaan om mezelf retescherp te houden voor het geval Delmée mij alsnog zou oproepen. Daarvoor moest ik top zijn bij Rotterdam en ik denk dat dat aardig is gelukt’, zegt Hertzberger, die de afgelopen drie seizoenen in de Tulp Hoofdklasse goed was voor 69 doelpunten, een aantal dat alleen door strafcornerkanon Jip Janssen (73) wordt overtroffen.
Rond de play-offs van het afgelopen seizoen kwam het besef bij Hertzberger dat hij het Oranje-shirt nooit meer om zijn schouders zou voelen. Na een gesprek met Delmée bleek dat de bondscoach niet van zijn gekozen pad van vernieuwing en verjonging wilde afwijken. Een uitzondering maken en Hertzberger vlak voor de Olympische Spelen van Parijs alsnog aan de groep toevoegen, zou een enorme impact hebben gehad op de groepsdynamiek en hiërarchie binnen Oranje. Daar wilde Delmée niet aan beginnen.
Hertzberger had er uiteindelijk vrede mee, zoals hij ook nu begrijpt waarom Delmée de lange route naar de Spelen van Los Angeles in 2028 zonder de veelscorende spits wil afleggen. ‘Je begint een nieuwe olympische cyclus niet met iemand in je groep die volgend jaar zijn 39ste verjaardag viert, dat begrijp ik heel goed. Daarom kan ik me er nu bij neerleggen dat mijn tijd bij Oranje erop zit.’
Kapotgaan met teamgenoten
Meer nog dan de vele interlands en topprestaties met Oranje – één eindzege in de Hockey World League, twee Europese titels en twee (verloren) WK-finales – denkt Hertzberger vooral met plezier terug aan de trainingen bij de nationale ploeg. ‘De eindpartij op de training van acht tegen acht… dat vond ik het allermooiste aan mijn tijd bij Oranje. Daar gebeurden de meest bijzondere dingen. Het is hockey op het allerhoogste niveau: je beseft dat je midden tussen de allerbeste hockeyers ter wereld staat. Heel speciaal. Maar ook het op reis zijn met Oranje, elkaar leren kennen, met elkaar kapot gaan tijdens conditietrainingen, dat zal ik enorm missen. Dat stukje topsport komt nooit meer terug.’
Wat overblijft voor Hertzberger is zijn missie om Rotterdam nog aan een hoofdprijs te helpen. Maar hoelang hij zich daaraan committeert, is moeilijk te voorspellen. ‘Ik volg mijn gevoel. Dat bekijk ik letterlijk per week. Zolang ik met hart en ziel elke dag van de week competitief kan zijn en een wezenlijke bijdrage kan leveren aan het team, ga ik door. Er is niets mooiers dan met Rotterdam weer een beker in de lucht te kunnen houden. Ik sta deze competitie op elf goals en zeven assists. Ik voel dat ik nog steeds supergevaarlijk ben voor de goal. Als ik die gretigheid zou verliezen, dan kan ik beter meteen stoppen.’
Dit bericht op Instagram bekijken
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.