Tjep Hoedemakers: ‘We gaan scannen, ijzen, er alles aan doen’

Als het moest, was-ie nog half hinkend weer het veld in gegaan. Maar gelukkig voor Tjep Hoedemakers was dat niet nodig. De spits raakte dinsdag in de halve finales tegen Spanje (4-0) geblesseerd aan zijn enkel en heeft nog geen idee of over twee dagen de olympische eindstrijd voor hem een haalbare kaart is.

Hoedemakers is een gentleman. Een karakterjongen, die het nooit laat afweten. Terwijl hij de pijn verbijt, staat de spits ‘gewoon’ de pers te woord. Want natuurlijk willen veel journalisten weten hoe het nou gaat met die pechvogel. ‘Ik ben heel blij dat we die finale hebben gehaald. Maar hoe het fysiek gaat, is even afwachten. Mijn enkel klapte volledig dubbel’, verzucht Hoedemakers aan de rand van het veld.

Het gebeurde allemaal in de achttiende minuut van Nederland-Spanje. Tijdens een Spaanse aanval volgt Hoedemakers zijn tegenstander in de cirkel. ‘We zagen elkaar even niet en liepen tegen elkaar aan’, vertelt Hoedemakers, die op het veld meteen zijn hand opstak. De spits bleef eerst even liggen. Daarna ging-ie hinkend van het veld, richting de dug-out waar de fysio hem opwachtte. Een weg die een eeuwigheid leek te duren.

‘Er zit nu een ei op, een goeie bult. Het doet pijn. Maar we hebben nog 48 uur. Dus weet ik nog niet hoe het verder gaat’, vertelt de aanvaller. ‘Ik wilde mijn man dekken en ik klapte tegen zijn voet aan. Ik denk dat ik daarop stond en daarna helemaal verkeerd terecht kwam. Ik voelde het meteen. We zullen straks een MRI-scan laten maken. Dat kan volgens mij in het olympisch dorp.’

Tjep Hoedemakers staat de pers te woord na afloop van de olympische halve finale. Foto: Willem Vernes

De bijna-invalbeurt

Toen Hoedemakers werd afgevoerd naar de kleedkamer, leek zijn wedstrijd over en uit. Maar tot verbazing van iedereen kwam hij in de slotfase weer terug bij de dug-out en leek een invalbeurt nog in de maak. ‘Doordat ik wegviel stonden we met een man minder. Nog maar met z’n vijftienen. Het was een zware pot, het was bovendien bijna dertig graden. Dan kan ik nog stand-by staan. Ik kon erop staan en lopen, dus tsja… Ik moest er bijna in, maar dat ging uiteindelijk niet door. De stand liet dat ook toe.’

Hoedemakers, die ook al vlak voor het vorig jaar gewonnen EK geblesseerd raakte, weet als student geneeskunde waarover hij praat. Hij was dinsdag weer degene die Oranje op gang trok, door in de beginfase een strafbal te versieren. ‘Ik kreeg een kaats van Thijs [van Dam] lekker mee. De bal schoot een beetje bij mij weg, maar gelukkig kreeg ik een hak op mijn stick. Een lekker begin. Want met Jip [Janssen] weet je bijna zeker dat-ie zit. Dat kan je bijna al vieren als een goal. En dat deed ik ook.’

Foto: Willem Vernes

‘Van de rest van de wedstrijd heb ik amper wat gezien. Vlak nadat ik eruit ging, scoorde Thierry [Brinkman] die heerlijke goal. Die heb ik hier nog op het scherm gezien. Maar de andere doelpunten moet ik nog maar even terugkijken. Ik zat in een iets andere beleving. Het is nog niet helemaal ingedaald dat we donderdag in een olympische finale staan. De focus zit bij mij nog even ergens anders op. We gaan scannen, ijzen, er alles aan doen. En dan zien we wel…’

 


Wat vind jij? Praat mee...