Indian Dribble #4: De liefde van Seve van Ass voor India

In de rubriek ‘Indian Dribble’ lees je alles over het WK voor mannen in India. Het WK wordt van woensdag 28 november tot zondag 16 december gespeeld. Vandaag: de liefde van middenvelder Seve van Ass voor het land India. Van Ass heeft van zijn moeder Danique altijd geleerd het chaotische en arme land te omarmen.

De gekte, de chaos, het vuil op straat, de mystiek, de bijzondere mensen, de hockeygekte, de felle kleuren die je nog nooit gezien hebt en de geuren die je verleiden of juist afschrikken. Voor de ene hockeyer is het onmogelijk om aan die andere cultuur te wennen. De ander vindt het een droom om voor duizenden Indiërs te hockeyen.

Seve van Ass leerde al jong het sprookjesachtige maar arme land te waarderen, waar het WK wordt gespeeld en waar zijn vader Paul van Ass bondscoach was. ‘Mijn moeder heeft op haar achttiende door heel India gereisd, onder andere om haar tante op te zoeken die getrouwd is met een Indiase man en in de Himalaya woont. Daar had mijn moeder de tijd van haar leven. Dat is bij haar altijd blijven hangen en dat enthousiasme heeft ze op ons overgedragen. Met die blik op India ben ik naar het land gegaan’, vertelt Van Ass, die ook de Hockey India League (HIL) speelde. ‘Ze vertelde vaak over de kamelenbeurzen, waar duizenden kamelen geveild werden. Daar was ze diep van onder de indruk. Ze heeft daar zoveel meegemaakt.’

De familie Van Ass is ook met elkaar op rondreis door India geweest. Niet alleen de drukke oude stad Old Delhi en De Taj Mahal bij Agra zijn in het geheugen gegrift. Vooral de bijna drieduizend jaar oude stad Varanasi maakte de meeste indruk bij de aanvoerder van HGC.

‘Die plek is zó intens. Dat is de stad waar mensen gecremeerd worden aan de rivier de Ganges (er worden zo’n vijfhonderd lijken per dag verbrand, red.). Als je rijk bent, word je verbrand met duur cederhout, dat snel brandt. Ben je arm, dan word je verbrand met het slechtste brandhout dat er bestaat, en gaat het een stuk langzamer.’

Aanvoerders Seve van Ass en Thomas Briels van Belgie voor de wedstrijd in de HWL Final in Bhubaneswar, 2017. Foto: Koen Suyk

Never a dull moment

Van Ass is fan van de mensen in India. ‘Als je aankomt op het vliegveld, of dat nou overdag is of ’s nachts, staan er duizenden Indiërs buiten op straat. Never a dull moment. Ze stellen je echt vragen, dat gebeurt in Nederland niet meer op straat. Het zijn vaak lieve, maar ook trotse mensen, met een overlevingsdrang. Ze vechten voor wat ze waard zijn. Dat zie je soms in hun hockey terug. Bepaalde spelers hebben de neiging om na te slaan.’

Van Ass is zelf een hockeyer, waar de individuele actie, de versnelling en de techniek met bal en stick zijn handelsmerk zijn, zoals dat bij de Indiase hockeyers ook zo is. Die dribbelaars werden ooit acht keer olympisch kampioen, maar dat is van lang vervlogen tijden, de laatste keer was in 1980 in Moskou. Van Ass heeft een dubbel gevoel over de Indiase hockeycultuur. De manier van hockeyen die hij leerde kennen in zijn periode als speler bij de Uttar Pradesh Wizards, in Lucknow.

‘Ik weet nog dat ik het WK in 2010 zat te kijken. India tegen Australië. Een Indiase speler stuurde drie Australiërs helemaal het bos in. Ik dacht dat hij de beste speler van India was, maar volgens mij heeft hij daarna nooit meer een interland gespeeld. Om naar te kijken vind ik het Indiase hockey heel leuk. Het is een ander verhaal om met ze samen te spelen. Dan voel je in het veld toch ook de beperking. Echt combineren, echt samenspelen zit er toch niet in. Het is aan de bal vooral alles of niets.’

De sfeer in Bhubaneswar voor de wedstrijd India-Pakistan. Foto: Koen Suyk

‘Bhubaneswar is meer het échte India’

Het Nederlands elftal verblijft straks een kleine maand in India, in WK-speelstad Bhubaneswar. Oranje slaapt dan in een soort resort, waar er genoeg ruimte is om in de buitenlucht te ontspannen. Maar buiten het resort gaan, zal nauwelijks voorkomen.

‘Ik ben ook in Mumbai geweest. Dat is best een leuke stad, met lekker eten en cafés die mensen uit het Westen prettig vinden’, constateert Van Ass. ‘Maar Bhubaneswar is meer het échte India. Bhubaneswar geeft meer een dorpsgevoel. Alsof er maar een paar straten lopen, terwijl er 800.000 mensen wonen. Naar westerse maatstaven zijn er weinig faciliteiten en is er weinig te doen. De meeste spelers van ons team geloven het wel daar en wagen zich niet buiten het resort. Dat is begrijpelijk. Natuurlijk hebben we het wel geprobeerd en eens bij een shopping mall Indiase broodjes gehaald, maar dat was geen groot succes.’

Met alle liefde in de familie van Ass voor India, zou het kunnen dat er familie van een van de aanvoerders van Oranje komt aanmoedigen tijdens het WK. Maar de vluchten zijn nog niet geboekt. ‘Nee, want ik moet eerst nog geselecteerd worden’, zegt Van Ass, die net als iedereen volgende week pas zeker weet hoe de definitieve WK-selectie van Oranje eruit ziet.

Paul van Ass, de vader van Seve van Ass, als bondscoach van India in Antwerpen, 2015. Links toenmalig sterspeler Sardar Singh. Foto: Koen Suyk

‘Indian Dribble’ is sinds de Olympische Spelen van 1956 de naam van de technische Indiase dribbel, waarbij de bal snel van links naar rechts wordt gehaald.

Lees ook:

 


Wat vind jij? Praat mee...