Jubilaris Malou Pheninckx, van degradatievrees naar Europese roem

Het seizoen 2020-21 is er voor Malou Pheninckx eentje van uitersten. In april ontsnapte de 29-jarige middenvelder met Kampong ternauwernood aan degradatie uit de Hoofdklasse. Amper twee maanden later lonkt met Oranje de Europese titel en tikt haar interlandteller in de EK-finale van zondag tegen Duitsland de magische honderd aan. 

Met een grote glimlach nam Malou Pheninckx na afloop van de halve finale in de mixed zone de felicitaties in ontvangst voor het bereiken van de finale. Na een pittig onderonsje met de bij vlagen brutaal spelende Belgen van coach Raoul Ehren speelt ze met Oranje voor de derde keer op rij om de Europese titel.

‘In de eerste helft hebben we laten zien waartoe we in staat zijn’ zegt Pheninckx. ‘Het derde kwart was beduidend minder. Daarin speelden we vaker uit de structuur, waren we slordiger en namen zij het initiatief. Wel knap dat we dat weer omgezet hebben in de laatste vijftien minuten. Alyson liet ons tussen het derde en vierde kwart duidelijk merken dat het beter moest. Dat hebben we uiteindelijk ook laten zien.’

Niet snel tevreden

De kans op verslapping – zoals in dat derde kwart tegen de Belgen – sluipt af en toe ongemerkt in de ploeg zoals een mug door het kiertje van een hordeur kan glippen. Als je in drie groepswedstrijden met het grootste gemak 21 keer kan scoren, dan kan er een soort gemakzucht in de ploeg komen. Zeker als je in de halve finale binnen zestien minuten wéér op een comfortabele voorsprong staat.

Pheninckx: ‘De kans op verslapping kan altijd optreden. Ik denk dat dat tegen België misschien ook wel gebeurd is. Dat mag natuurlijk niet. We moeten daar scherper op zijn. Niet denken: we staan zijn met 2-0 voor, het gaat lekker en het zal wel goed blijven gaan. We moeten dan juist blíjven domineren, op jacht gaan naar de 3-0 en de 4-0. Jezelf op die manier scherp houden.’

Malou Pheninckx legt de bal op de voet van de Spaanse international Julia Pons. Foto: Willem Vernes

Zelf steeds een beetje beter

Ondanks een aantal positiewijzigingen in de ploeg van bondscoach Alyson Annan – Maria Verschoor die in de spits speelt een Marloes Keetels die wat hoger in het veld staat – staat Pheninckx nog steeds op haar vertrouwde stekkie: aan de buitenkant op het middenveld. De werklust die ze ook op dit EK weer etaleert is even vertrouwd als bewonderenswaardig, maar toch is ze nog niet de Malou Pheninckx die ze kan zijn. Zelfkritisch als ze is durft ze de vinger op de zere plek te leggen.

‘Ik speel iedere EK-wedstrijd een beetje beter’, zegt ze. Daar ben ik blij mee. Ik vond mezelf in de eerste wedstrijd niet scherp genoeg. Vooral in de aannames en passing. Het was slordig. Niet slecht, maar het moest beter. Daar heb ik iedere wedstrijd aan gewerkt. Bewust bezig zijn met mijn eigen taken. Die wil ik zo goed mogelijk uitvoeren voor het team.’

Pheninckx in duel met Michelle Carey van Ierland tijdens het openingsduel van de Oranje Dames dit EK. Foto: Willem Vernes

Enorm contrast

In tegenstelling tot bijna alle andere internationals in de EK-selectie – Stella van Gils van Pinoké uitgezonderd – miste Pheninckx aan het einde van het Hoofdklasse-seizoen het ritme van de play-offs. Voor haar viel het seizoen ineens stil, zeker omdat ze in die periode ook nog eens kampte met een hamstringblessure. En mentaal moest ze ook een flinke omschakeling maken. Met Kampong speelde ze zich pas een paar speelronden vóór het einde van de competitie veilig, terwijl haar ploeggenoten in Oranje met hun clubs Amsterdam, Den Bosch en SCHC in de strijd om de landstitel verwikkeld waren.

Het contrast kan eigenlijk niet groter zijn. In april zagen we Pheninckx nog met betraande ogen in de dug-out van Kampong zitten na wéér een tegenvallend resultaat, nu staat ze met Oranje op het hoogste podium in Europa en kan ze voor de derde keer in haar loopbaan het EK winnend afsluiten. ‘Een paar maanden geleden liep ik er heel anders bij. Veel verliezen is niet leuk. Nu je het zo aanhaalt is het contrast inderdaad groot, maar ik denk daar verder niet meer aan. Het seizoen met Kampong is afgesloten, ik ben nu vol met Oranje bezig’, aldus Pheninckx, die ook komend seizoen in het shirt van Kampong te bewonderen blijft.

Honderdste interland

De EK-finale heeft voor Pheninckx nog een extra persoonlijk tintje, want ze speelt zondag tegen Duitsland haar honderdste interland voor het Nederlands elftal. Ze wordt de 58ste speelster in de Oranje-historie die die mijlpaal bereikt.

‘Super gaaf dat ik honderd keer voor mijn eigen land mag uitkomen’, straalt Pheninckx. ‘En heel bijzonder dat dat nu samenvalt met de EK-finale, al heb ik dat niet zo uitgekiend, haha. Tegen België zaten mijn ouders, mijn zusjes en mijn vriend op de tribune. Zij zullen er zondag ook zijn. Het is een mooie mijlpaal, maar het is belangrijker dat we die finale goed spelen en met z’n allen die titel pakken.’


1 Reactie

  1. kunstgrasisnep

    Mooi voorbeeld van dat je helemaal niet eerst bij DB, SCHC of Amsterdam moet spelen om in aanmerking te komen voor Oranje. En tevens dus dat er nog veel meer prima hockeysters bij teams buiten deze 3 clubs spelen. Zouden die meer kans krijgen dan zou zo maar de magneetwerking van de grote 3 kunnen afnemen en de top in het dameshockey kunnen gaan verbreden. Beter voor de spanning en strijd in de Hoofdklasse en ontwikkeling van nog meer oranje waardig hockeytalent.


Wat vind jij? Praat mee...