Robbert Kemperman is bezig aan zijn laatste hoofdstuk als tophockeyer. De 32-jarige middenvelder heeft na 228 interlands het boek bij Oranje gesloten. Bij zijn club Amsterdam wil hij, na een tegenvallend eerste seizoen, in zijn laatste contractjaar nog een keer vlammen.
Eigenlijk had hij al maanden geleden besloten dat er voor hem geen toekomst meer was bij het Nederlands elftal. Een traject dat veel langer duurde dan bij de routiniers na de Olympische Spelen van Tokio. Waar generatiegenoten als Mink van der Weerden en Mirco Pruyser snel na het debacle in Japan afzwaaiden bij Oranje, wilde Kemperman wachten om de knoop door te hakken.
‘Ik was nog niet zo ver’, vertelt Kemperman. ‘Voor iedereen en dus ook voor mij was Tokio een grote teleurstelling. We hadden daar alles in huis om te schitteren. Een laatste kans voor een prachtige generatie. Het deed pijn dat het niet lukte. In die emoties wilde ik geen beslissing maken. Ik wilde even afstand nemen om te bepalen wat ik nog wilde. Ik kreeg die ruimte ook van de bondscoach. Zonder enige garantie, natuurlijk. Ik kon niet ‘zomaar’ even terugkomen als ik dat had gewild.’
De drive die Seve van Ass wel had
De maanden verstreken. Kemperman maakte in de herfst van zijn loopbaan zelfs nog een transfer, naar Amsterdam. Hij zag een leeftijdsgenoot als Seve van Ass weer aanhaken bij het Nederlands elftal. ‘Knap en mooi dat hem dat gelukt is. Hij had de drive nog om er volledig voor te gaan. Ik merkte steeds meer dat ik dat niet meer had. Oranje heeft me veel gegeven, maar ik kwam erachter dat ik het niet miste. Ik had de drang niet meer om er onderdeel van te zijn. Was niet jaloers op de jongens die wel in de selectie zaten.’
‘Het leven als international is prachtig, maar het vraagt ook veel commitment. Je leeft fulltime als topsporter. Mijn leven opofferen voor het hockey, dat heb ik zo’n vijftien jaar gedaan. Ik kon het niet meer. Wilde het niet meer. Heb een vaste baan, een prachtige dochter. Dat is nu het leven geworden. Dat kan ik combineren met clubhockey, maar niet met de nationale ploeg. En dat is voor mij helemaal oké.’
Hij ging dus niet over een nacht ijs. En wachtte op het goede moment voor het bewuste telefoontje. ‘Stiekem schuif je het ook een beetje voor je uit. Ik had het voor mijzelf al helder, mijn directe omgeving wist het ook al. Maar dan moet je de boodschap nog ‘echt’ uitspreken. Ik wilde dat voor het WK doen. Dat was gevoelsmatig een goed moment. Alleen heb ik dat naar de buitenwereld nooit uitgesproken.’ Lachend: ‘Maar ik denk niet dat het verrassing is. Ik heb al zo lang geen interland meer gespeeld.’
De reis van dertien jaar
Zijn 228ste en laatste ‘cap’ was dus op de Olympische Spelen. De na shoot-outs verloren kwartfinale tegen Australië. Een laatste halte van een reis in de nationale ploeg die dertien jaar duurde. Kemperman debuteerde in mei 2008 bij Oranje. Hij was pas zeventien en daarmee de jongste debutant op dat moment. Op zijn erelijst prijken drie gewonnen EK’s, olympisch zilver en twee tweede plekken op een WK.
‘Ik heb inmiddels te veel grijze haren om me druk te maken wat we in al die jaren níet gewonnen hebben’, grijnst Kemperman. ‘Ik ben vooral trots wat we hebben meegemaakt. Natuurlijk zijn er vervelende momenten geweest. Zo viel ik in 2019 tijdelijk buiten de selectie omdat ik even in Maleisië speelde. Maar zoiets weegt niet op tegen de mooie momenten. De gewonnen EK’s voor eigen publiek. Hoe goed we waren op het WK van 2018. De Olympische Spelen 2012, met de bijzondere halve finale tegen de Britten….’
Zijn rij met hoogtepunten is lang, bijna onuitputtelijk. ‘Ik kan er niet specifiek één moment uitpikken. Dat zou te weinig zeggen over die totale periode. Oranje was een droom voor mij en die is uitgekomen. Ik ben nu heel blij dat ik met een goed gevoel kan afsluiten. Het is goed zo. Echt. Dat gevoel kreeg ik ook toen ik de jongens tijdens het WK in actie zag. Het spel is ook veranderd. Nog meer rennen, fysieker ook.’ Met een lach: ‘Nou, dat was niet helemaal waar ik het van moest hebben.’
Dus rest hem nog het clubhockey bij Amsterdam, waar hij met boezemvriend Valentin Verga nog een seizoen doorgaat. ‘Begrijp me goed, hè. Ik vind hockeyen nog steeds fantastisch. Ik wil het nog niet helemaal missen. Daarvoor is het nu nog te vroeg.’
2 Reacties
Runa Honig
Fantastische speler, zeker in zijn kampongjaren. Daar kom je voor naar een wedstrijd. Misschien dan geen medaille gehaald in Tokio, maar ons hockeyliefhebbers wel onvergetelijke tijden bezorgd. Anderen blij maken met het spelletje is ook wat waard. Dank, Robert!
Eelco Houwink
Inderdaad. Geen woord teveel gezegd. Jammer dat deze toppers & steunpilaren tegenwoordig op zo’n vrij anonieme manier van het toneel verdwijnen. Lastig te managen - maar ze verdienen een (beter) afscheid