In de rubriek Oranje Franje belichten we opvallende en niet-alledaagse gebeurtenissen bij de vele interlands van de beide Oranje-teams. In de zesde aflevering aandacht voor een slechte dag van Oranje’s ultieme goalgetter Paul Litjens, die hem toch een nieuw doelpuntenrecord opleverde.
Vrijdag 15 mei was het precies 49 jaar geleden dat Paul Litjens zijn eerste doelpunt in het Nederlands elftal maakte. Dat was het startsein voor een stortvloed aan doelpunten, die hem uiteindelijk de titel topscorer aller tijden van Oranje bezorgde. Na 177 interlands eindigde de doelpuntenteller van de koelbloedige spits van Kampong op 267, waarmee hij zo goed als zeker een record voor de eeuwigheid in handen heeft.
Exploderende productie
In de eerste zes jaren dat Litjens het Oranje-shirt draagt, wijst nog niets erop dat hij in zijn interlandloopbaan een buitenaards doelpuntengemiddelde van 1,51 goals per duel zou bereiken. Na zijn eerste 47 interlands staan er pas 21 treffers op zijn naam. Vanaf 1976 explodeert de productie van Litjens en bereikt de strafcornerspecialist met het kogelharde schot in bijna alle resterende kalenderjaren een moyenne van zo’n twee (!) goals per wedstrijd.
Niet alleen scoort Litjens veel in wedstrijden, hij scoort ook in veel wedstrijden achter elkaar. Tussen 1976 en 1980 zet hij tal van doelpuntenreeksen neer die nu nog duizelen: eerst een reeks van negen duels op rij met minstens één doelpunt en daarna series van acht, zes, zestien, negen, zes, zeventien en zeven wedstrijden. De reeks van zeventien interlands op rij – met in totaal 43 treffers – is nog altijd een nationaal record.
‘Slechts’ acht goals
Tijdens het voorjaar van 1979 beleeft Litjens in Rotterdam een van zijn vreemdste interlands met Oranje. In een ongelijk vriendschappelijk duel met de Verenigde Staten, een land wat op dat moment nog geen duizend actieve hockeyers telt, is het Nederlands elftal heer en meester. Het wordt 12-0, tot dan toe de grootste zege ooit van de Oranje Heren.
Litjens slaat tegen de Amerikanen vooral toe uit corners: hij scoort vijf keer uit een lange corner en benut drie strafcorners, die zoals vertrouwd strak worden aangegeven door Wouter Leefers en perfect met de hand worden gestopt door Tim Steens. Zijn acht doelpunten betekenen een verbetering van het doelpuntenrecord in Oranje, eentje dat hij tot dan toe met zes goals in één wedstrijd moest delen met de legendarische Roepie Kruize.
Maar toch… ondanks zijn acht doelpunten overheerst de ontevredenheid. Een oplettende hockeymedewerker van de krant Het Vrije Volk heeft driftig geturfd en meldt in zijn verslag dat Litjens liefst dertig (!) scoringsmogelijkheden had tegen de arme Amerikanen. Dan zijn acht treffers inderdaad een magere score. ‘Litjens was niet echt op schot’, luidt het bizarre commentaar dan ook. In de kop boven het artikel staat: Litjens ‘slechts’ 8x raak.
Kilo’s kauwgom
De productiviteit van Litjens beperkt zich in die tijd niet tot vriendschappelijke wedstrijdjes. Ook op toernooien doet de goaltjesdief van zich spreken. Hij wordt namens Oranje achtereenvolgens topscorer op de Olympische Spelen van 1976 in Canada (elf goals), het WK 1978 in Argentinië (vijftien goals) én het EK 1978 in Duitsland (zestien goals). Opmerkelijk genoeg draagt de doelpuntenregen van Litjens níet bij aan een hoofdprijs: Oranje moet op de drie toernooien genoegen nemen met een vierde plaats en twee keer zilver.
Als schrale troostprijs voor zijn topscorerstitel op het EK 1978 in Hannover ontvangt Litjens een bijzondere prijs van de toernooi-organisatie: hij krijgt na afloop van de verloren finale tegen Duitsland (2-3) tweemaal zijn gewicht in kauwgom aangeboden. Die mag hij vervolgens uitdelen aan het thuispubliek. Ervan uitgaande dat Litjens op dat moment zo’n zeventig kilo weegt, gaat het dus algauw om 140 kilo aan kauwgomstrips.
Litjens, nog balend van de nederlaag tegen de Duitsers én zijn gemiste strafbal in een cruciale fase van de wedstrijd, zit natuurlijk helemaal niet op zo’n activiteit te wachten. Met tientallen tegelijk smijt hij de strips in het publiek, om er maar zo snel mogelijk vanaf te zijn.
Topscorer worden zonder dat je er een echte prijs mee wint is knap waardeloos, zo blijkt maar weer eens. Litjens wordt in totaal vijf keer topscorer op een groot toernooi. Alleen in 1981 kan hij die individuele prijs combineren met de hoofdprijs voor zijn team: goud bij de Champions Trophy in het Pakistaanse Karachi.
Lees hier de eerdere afleveringen in deze rubriek
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.