Blaak over eeuwige keepersstrijd en verlangen naar medaille

Pirmin Blaak staat met het WK in India aan de vooravond van zijn vierde grote toernooi als eerste keeper. Dat ook Jeroen Delmée de voorkeur heeft uitgesproken in hem, maakt de Rotterdamse goalie van de Oranjemannen trots. Toch wil hij meer. ‘Ik wil een medaille. Het liefst een gouden.’ 

Pirmin Blaak was na de voor Oranje mislukte Spelen van Tokio de enige speler van de oude garde die onder de nieuwe bondscoach Jeroen Delmée doorging. Blaak was voor zijn gevoel nog niet klaar en blaakte na een goed optreden in Tokio als eerste keeper van het zelfvertrouwen. Jarenlang moest hij de concurrentiestrijd aan. Eerst met Jaap Stockmann, later met Sam van der Ven en de laatste jaren met Maurits Visser.

Onder Delmée en zijn assistent Eric Verboom veranderde veel, maar bleef een aspect hetzelfde: de keepersstrijd. Ook onder de Brabantse coach lag het gevecht om die ene plek onder de lat helemaal open. Voor gevoelsmens Blaak een bittere pil. Openhartig bekent hij: ‘Als je al meer dan tien jaar bij Oranje zit, is duidelijkheid soms fijn. Vooral richting een groot toernooi.’

Tien trainingsmomenten in de week

Blaak moest zich alweer bewijzen. Hij vroeg zich regelmatig af waaraan hij moet werken. Waar werd er naar gekeken. Hij trainde zich een ongeluk. Zat soms aan tien momenten in de week. Om er zo zeker van te zijn dat hij niks over het hoofd zag. Hij overtrainde zich, in plaats van te vertrouwen in zichzelf. ‘Topsport kan zwaar zijn. Je moet als sporter voor veel gewapend zijn. Ik heb niet het idee dat iedereen beseft wat concurrentie met mensen doet. Strijd is belangrijk, tot een bepaald niveau. Een heel jaar lang haalt niet altijd het beste in je naar boven. Als je over dat niveau heen gaat, zakt het in.’

Toch zit er ook een positieve kant aan de concurrentiestrijd die hij inmiddels al tien jaar bij Oranje voert. ‘De eeuwige strijd heeft me ook gemaakt tot wie ik ben. Het heeft me als keeper en als mens beter gemaakt. Ik ben continu bezig om me te verbeteren. Kijk altijd over mijn schouder en sta elke training aan. Ik maak daardoor de afgelopen jaren veel minder fouten en probeer er veel meer van te genieten.’

Pirmin Blaak is tijdens het EK van 2021 uitgeroepen tot beste keeper van het toernooi. Foto: Willem Vernes

Dat zag Delmée ook. De bondscoach maakte begin november een einde aan de onrustige periode voor Blaak. Hij verkoos de goalie boven Visser op basis van zijn prestaties de afgelopen jaren, zo vertelde de bondscoach bij zijn bekendmaking van de WK-selectie. Een enorme opluchting voor de geboren Rotterdammer. ‘Ik ben er trots op. Ik was goed op de Spelen en beslissend tijdens het EK. Vier jaar geleden won ik de prijs voor beste keeper van het WK. Ik heb me bewezen tijdens de toptoernooien. Heb goed gepresteerd in Oranje. Dat is het belangrijkst.’

Individuele prijs

De bekroning als beste goalie op het WK in 2018 was zijn eerste individuele prijs. De bokaal heeft, samen met de uitverkiezing als beste goalie op het EK van 2021, een mooie plek in zijn slaapkamer gekregen. Momenten waar hij graag op terugkijkt: ‘Samen met de twee nominaties voor beste keeper van de wereld zijn dat prachtige momenten. Daar droomde ik van toen ik een jaar of zestien was en opkeek naar keepers als Guus Vogels en Jaap Stockmann.’

Vlak voor zijn vertrek naar India, zo vertelt Blaak, keek hij nog even naar dat speciale plekje in zijn kamer. Hij denkt met veel plezier terug aan het WK in 2018, waar de sluitpost roem vergaarde in de halve finale tijdens de shoot-outs tegen Australië. Een dag later in de finale tegen België strandde de jacht op goud. Na een 0-0 eindstand wonnen de Belgen de shoot-outs en moest Oranje genoegen nemen met zilver. ‘We waren zo dichtbij. Ik lig er nog wel eens wakker van. Het had toen net zo goed de andere kant op kunnen vallen.’

De eerste individuele prijs voor Pirmin Blaak, op het WK van 2018. Foto: Koen Suyk

Met buiktyfus op de intensive care

Het is tijd voor revanche. Op dezelfde plek als ruim vier jaar geleden. Maar wel met een totaal andere groep. Liefst elf WK-debutanten zitten in de selectie. Spelers die veelal ook voor het eerst in India zijn. Het Aziatische land staat bekend om zijn hockeygekke bevolking, maar is ook berucht vanwege de hygiëne.

Blaak weet als geen ander hoe het mis kan gaan. ‘Ik speelde begin 2015 de Hockey India League en belandde met buiktyfus op de intensive care. Alles is uiteindelijk goed gekomen. Ik heb het geaccepteerd. Mijn advies voor de jonkies in de groep is ook dat ze India moeten omarmen. Met alles wat het te bieden heeft. Het publiek, het eten, de hotels, de viezigheid.’

Hij kijkt uit naar het WK. Hij wil schitteren in India, belangrijk zijn voor het team. Een nieuwe individuele prijs zou mooi zijn, maar Blaak zou hem onmiddellijk inruilen voor eremetaal met de ploeg. ‘Aan een individuele prijs heeft het team niks. Ik wil een medaille. Het liefst een gouden.’


Wat vind jij? Praat mee...