Terrance Pieters: ‘Mijn moeder was mijn inspiratie om Oranje te halen’

Het veld in het Wagener Stadion is verlaten als één speler nog een paar ballen op het lege doel slaat: Terrance Pieters. De meeste andere internationals van Oranje hebben na de training het stadion zelfs al verlaten als de aanvaller alle tijd neemt om in de aanloop naar de olympische kwalificatiewedstrijden tegen Pakistan uitgebreid te praten over zijn Oranje-gevoel, de pijn van afvallen voor een toernooi en de bewondering voor zijn moeder.

‘Ik vind het lekker om na elke training nog wat voor mezelf te doen’, vertelt Pieters als hij in de catacomben van het Wagener Stadion heeft plaatsgenomen. ‘Ik sla tien ballen met de forehand, tien met de backhand. Of ik vraag Jip (Janssen, red,) of hij nog wat ballen flatst om mijn aanname te trainen. Bij Oranje hebben we meestal een kleine groep die nog even blijft hangen, bij Kampong bijna iedereen. Staan we soms drie kwartier na de training nog op het veld.’

‘Natuurlijk is het deels klieren en geinen, maar het is ook zeker nuttig. Die extra trainingsuren betalen zich uit. Daar geloof ik heilig in. Als iedereen zes uur in de week hockeytraining heeft en ik blijf na elke training nog een half uurtje hangen, pak ik in vier trainingen twee uur extra. Reken over een heel jaar maar uit hoeveel uur dat is? Ik ben ervan overtuigd dat je deze extra uren nodig hebt om Oranje te halen.’

Tenger mannetje

Dat extra trainen deed de kleine Terrance al op jonge leeftijd bij zijn club Almere. Alleen toen nog niet bewust. ‘Als Heren 1 thuis speelde, was ik de hele dag op club aan het hockeyen. Geregeld moest mijn vader me dan om zeven, acht uur ’s avonds ophalen. Had ik het eten al gemist. Voor mij was het spelen, maar onbewust trainde ik urenlang met bal en stick. Later heb ik het extra trainen doorgezet. De eerste jaren vooral in de sportschool. Ik was een tenger, zelfs mager mannetje. Op zestienjarige leeftijd speelde ik al wel mee bij Heren 1, maar dat kon ik fysiek helemaal niet aan. De vele extra uren in de gym hebben zich ook op dat vlak uitbetaald.’

Ik durfde al jong groot te dromen. Op mijn achtste zei ik al tegen mijn moeder dat ik het Nederlands elftal wilde halen.' Terrance Pieters

Pieters is nu international, droeg het Oranje-shirt dertien keer (drie goals). Zaterdag en zondag volgen nummer veertien en vijftien als Nederland zich ten koste van Pakistan moet plaatsen voor de Spelen van Tokio. Gehuld in een oranje shirt wacht Pieters een goed gevuld stadion met duizenden enthousiaste toeschouwers. Een beeld dat bij de jonge Flevolander al vroeg op zijn netvlies stond. ‘Ik durfde al jong groot te dromen. Ik was zes jaar toen ik begon met hockeyen en op mijn achtste zei ik al tegen mijn moeder dat ik het Nederlands elftal wilde halen. Mijn moeder reageerde dan: ‘wanneer denk je dat te halen Terrance? Er zijn zoveel hockeyers.’ Maar mijn moeder zei ook: ‘Als je dat echt wilt, je doet er veel voor en je blijft erin geloven, kun je Oranje bereiken’.’

Een emotionele Terrance Pieters wordt opgevangen door zijn moeder na de promotie van Almere naar de Hoofdklasse. ‘Dit is een speciale foto met mijn moeder’, zegt Pieters.

‘Mijn moeder is een grote inspiratie voor mij. Zij is in Suriname geboren en leefde onder heel andere omstandigheden dan hier. Zij droomde vroeger ook groot, wilde naar Nederland. Ze heeft heel erg haar best gedaan op school en daarna hard gewerkt om naar Nederland te komen. Het is haar ook gelukt, ze heeft haar droom verwezenlijkt. In die zin heb ik van haar meegekregen dat je groot moet durven dromen en hard moet werken om die dromen na te jagen. Ik denk, nu ik het zo zeg, dat ik dat nooit echt zo tegen haar heb gezegd, maar ze weet wel ik haar daarom erg bewonder.’

Als iedereen zes uur in de week hockeytraining heeft en ik blijf na elke training nog een half uurtje hangen, pak ik in vier trainingen twee uur extra. Terrance Pieters over de reden waarom hij vaak als laatste het trainingsveld verlaat

‘Hoewel ik groot durf te dromen, heb ik de stappen naar die droom wel altijd klein gehouden’, vervolgt Pieters. ‘In mijn achterhoofd had ik altijd Oranje, maar eerst wilde ik Jongens D1 halen, dan C1, B1 en mijn eerste grote wens was mijn debuut maken in Heren 1 van Almere. Dat vond ik toen superbelangrijk.’

Geloof

Al op zestienjarige leeftijd debuteerde hij bij de club die toen bezig was met een opmars vanuit de krochten van het hockey richting de Hoofdklasse. Bij de club waar al zijn vrienden speelden rees de ster van Pieters snel, maar bij de nationale jeugdselectie werd hij minder opgemerkt. Voor Nederlands B kreeg de tengere Pieters nooit een oproep, bij Nederlands A debuteerde hij in het oranje maar viel hij later af. ‘Ondanks dat ik niet in Nederlands zat, riep ik toch dat ik het Nederlands elftal ging halen. Ik geloofde erin dat er naast de geijkte route van Nederlands B, Nederlands A en Jong Oranje nóg een weg naar Oranje was. Ik was ervan overtuigd dat ik ook Oranje kon halen door goed te spelen bij Almere in de Hoofdklasse. Dat zei ik ook. Bij Almere vonden de meeste mensen dat wel mooi.’

Terrance Pieters bij Nederlands Jongens A. Foto: Koen Suyk

Zijn debuut voor Nederlands A in het Oranje-shirt herinnert Pieters zich nog precies. ‘We speelden een toernooi in Mannheim. Dat voelde heel speciaal: ik zit nu echt met de beste jongens van mijn lichting. Mijn ouders kwamen kijken, goede vrienden ook. Ik kon het Wilhelmus wel meezingen.’ Met een lach: ‘Ik had veel voetbal gekeken. Dat was een heel vet moment. Dat gevoel in Oranje went eigenlijk nooit. Het gevoel wordt zelfs sterker, specialer nu het belang van de wedstrijden groter wordt.’

Eerste selectie

Zijn eerste selectie voor het grote Oranje, in januari 2017, kwam als een verrassing voor Pieters. ‘We speelden met Jong Oranje in Lucknow het WK. Een verschrikkelijk toernooi, we werden zevende en ik heb dat WK ook uit mijn geheugen gewist. Pas na dat toernooi zei Eric Verboom, mijn toenmalige bondscoach, dat er spelers voor de trainingsstage met het grote Oranje konden worden uitgenodigd. Daar zat ik plots bij. Daar had ik geen seconde rekening mee gehouden.’

Tijdens die trainingsstage onder leiding van bondscoach Max Caldas maakte Pieters zijn debuut in Zuid-Afrika. Waar hij als achtjarige van droomde, werd twaalf jaar later werkelijkheid. ‘Het gevoel dat ik daar kreeg, ga ik nooit meer vergeten. Ik was echt zo trots. Ik dacht: ik sta hier gewoon. Het is gelukt. Ik ben international.’

Na de trainingsstage verdween Pieters tijdelijk uit beeld bij Oranje. Maandenlang werd hij niet meer opgeroepen door Caldas. ‘Dat was voor mijn gevoel wel lastig. Toen ik vervolgens drie toernooien op rij miste, voel ik me even geen international meer. Pas sinds de winterstage in 2018 in Australië voel ik me echt international. Zit ik er ook elke trainingsgroep bij.’

Een bijzonder moment voor Terrance Pieters. Samen met zijn neef Marlon Landbrug in Oranje tijdens de Pro League-wedstrijd Nederland-Nieuw Zeeland . Links Jonas de Geus en rechts Mirco Pruyser. Foto: Koen Suyk

Toch kreeg Pieters bij Oranje sindsdien nog heel wat klappen te werken. Voor elke toernooi viel de nu 22-jarige aanvaller af. Meestal omdat hij niet werd geselecteerd. Voor de Champions Trophy van 2018 in Breda werd hij wel opgeroepen, maar moest hij afzeggen door een blessure die hij in de laatste minuut van een playout-wedstrijd met Almere opliep. ‘Dat was heel pijnlijk. Daar ben ik de hele zomer kapot van geweest. Ik geloof dat ik op de Champions Trophy één wedstrijd heb gekeken, meer kon ik niet aan.’

Tegenslagen

Voor het WK in 2018 viel Pieters in eerste instantie ook af en mocht hij later toch mee als reserve naar Bhubaneswar. Dat gebeurde opnieuw in de aanloop naar het afgelopen EK in België. Een zeer pijnlijk moment, zegt Pieters met een gezicht waarop dat nog te lezen is. ‘Op die momenten sla ik in eerste instantie dicht, kan ik moeilijk mijn gevoelens uiten. Ik wil er dan ook niet met iemand over praten. Die tegenslagen nemen in eerste instantie ook elke keer een beetje moed bij me weg. Maar gelukkig heb ik elke keer wel weer een schakel kunnen vinden. Heb ik de spirit teruggekregen. Ik heb na het EK wel tegen mezelf gezegd: dit is de laatste keer dat ik afval, dat ik deze pijn voel.’

Terwijl Oranje op het EK in België teleurstelde met een derde plek en daardoor tegen Pakistan het olympische ticket moet veiligstellen, bereidde Pieters zich voor op het seizoen met zijn nieuwe ploeg Kampong. Na jaren wikken en wegen besloot hij eind vorig seizoen toch zijn jeugdliefde Almere te verlaten. ‘Die nieuwe omgeving was een goede afleiding. Een nieuwe club, nieuwe mensen. Dat heeft me veel nieuwe energie gegeven.’

Terrance Pieters heeft 2-2 gescoord tijdens de Hoofdklasse-competitiewedstrijd Kampong-Bloemendaal (2-2). Foto: Koen Suyk

Dat was aan zijn prestaties te zien, want Pieters blonk ook bij Kampong uit. Caldas selecteerde hem voor de trainingsgroep en heeft hem ook opgenomen in de selectie die het olympische ticket moet veiligstellen. Het worden de belangrijkste wedstrijden in de nog prille carrière van Pieters. ‘Zo heb ik er zelf nog niet over nagedacht, maar naast de belangrijkste, worden het zeker mijn leukste interlands. Hier in een vol Wagener, met al mijn vrienden en familie op de tribune. Ik vind het heel fijn als zij er zijn. Maar ik kijk vooral uit naar de uitdaging. Er staat een olympisch ticket op het spel, we kunnen echt iets winnen.’

‘De focus ligt nu volledig op deze twee wedstrijden. Ik heb er veel zin in. Maar ik ken mezelf. Als deze wedstrijden klaar zijn, ga ik groter dromen. Toen ik acht jaar was, durfde ik uit te spreken dat ik Oranje wilde halen. Als we nu het ticket halen, durf ik uit te spreken dat ik naar de Spelen wil.’


3 Reacties

  1. popov0702

    Hij is vergekomen. Respect, maar hij hoort natuurlijk niet bij Oranje. Bovendeert is dan toch echt een niveau hoger

    1. frank-van-hooft

      Waarom hoort hij er niet bij ik geniet van zijn inzet en klasse

  2. robvisser

    Er is veel sympathie voor hem en dat zal best terecht zijn, maar tot nu toe heeft hij me in Oranje nog niet echt kunnen overtuigen en je moet het op een gegeven moment wel laten zien natuurlijk.


Wat vind jij? Praat mee...