Sinds hij drie jaar geleden als zeventienjarige al met Jong Oranje mee mocht naar het WK-21 in India, stond aanvaller Casper van der Veen van Bloemendaal te boek als talent. Als iemand van wie je wist dat hij ooit het shirt van het Nederlands elftal zou dragen. Zondagmiddag maakte hij in de heerlijke wedstrijd tegen België in het Wagener Stadion (3-3) zijn eerste interlanddoelpunt. ‘Ik had niet verwacht dat ik deze kans nu al zou krijgen.’
Het ene moment pushte België bij een stand van 1-2 een strafcorner hard op de paal. Een paar seconden later lag de bal helemaal aan de andere kant van het veld in het doel. Van der Veen was het eindstation na een masterclass counteren van Oranje. Een voorzet van verdediger Tijmen Reyenga, die over de linkerflank was opgestoomd, tipte Van der Veen bij de tweede paal binnen: 2-2.
‘Twee maanden zit ik nog maar bij de trainingsgroep. Toch besprongen al die gasten me, nadat ik had gescoord. Ze waren hartstikke blij voor me dat ik mijn eerste interlanddoelpunt heb gemaakt. Daar genoot ik echt van. Debuteren in Oranje was al prachtig, maar scoren helemaal. Dat mijn eerste interlands ook nog op Nederlandse bodem zijn geweest, maakte het plaatje voor mij compleet’, vatte Van der Veen zijn gevoel samen na zijn eerste twee wedstrijden in Oranje. Zijn debuut was vorige week zondag tegen België (1-1).
Dit bericht op Instagram bekijken
Hij is explosiever geworden
Zeventien jaar was Van der Veen nog maar toen hij eind 2021 al met Jong Oranje mee mocht naar India, waar het WK-21 werd gespeeld. Nederland presteerde met een vijfde plaats teleurstellend. Maar er waren lichtpuntjes. Het was het toernooi van Miles Bukkens. De aanvaller van Pinoké maakte met achttien goals een verpletterende indruk. Maar in zijn schaduw viel ook nog een ander talent op: Casper van der Veen. Een technisch handige aanvaller, snel, met bovendien een neusje voor de goal. Hij maakte vijf doelpunten. Als jongste speler van de selectie.
Drie jaar later, als international, zegt Van der Veen: ‘Sinds dat WK is er een hoop veranderd. Fysiek ben ik minder bonkig geworden. Laat ik het zo maar zeggen. Ik ben nu explosiever en beweeg makkelijker met het spel mee. Daarnaast heb ik meer ervaring. Ik heb meegedraaid in de play-offs en in de EHL. Ik ben volwassener geworden.’
Bij Bloemendaal moest hij meer zijn stempel gaan drukken
Vorig seizoen zeiden zijn teamgenoten bij Bloemendaal tegen hem dat de tijd was aangebroken om de volgende stap te maken. Hij kon niet eeuwig blijven teren op zijn talent. Hij moest meer zijn stempel gaan drukken. Die boodschap kwam aan. Dit seizoen staat hij na de eerste competitiehelft op vijf doelpunten en vijf assists. Een persoonlijk record. De beloning volgde onmiddellijk met het spelen van zijn eerste twee interlands.
Aan zijn debuut van vorige week hield hij een redelijk gevoel over. Toch had hij niet het idee dat hij de wereld had laten zien wat hij in huis heeft, vertelt hij. ‘Het was even wennen. Ik was zenuwachtig. Er zaten veel mensen op de tribune. Uiteindelijk ben ik wel tevreden met hoe ik het heb gedaan. Mijn taken heb ik goed uitgevoerd. Maar ik had misschien iets méér kunnen doen, in aanvallend opzicht. Ik vind niet dat ik mezelf echt heb laten zien.’
Zondagmiddag deed hij dat wel. In de 27ste minuut. Het was het resultaat van bijna een half uur jagen op een doelpunt. Met een hard backhandschot nam hij het Belgische doel in het eerste kwart al onder vuur. Kort daarvoor was de aanvaller van Bloemendaal ook al dichtbij zijn eerste goal in Oranje. In de kluts miste hij op de doellijn de bal, maar sloeg hij tegen de stick van Koen Bijen aan, die de 1-1 binnen veegde. Het scheelde weinig of dat doelpunt was op naam van Van der Veen gekomen.
Ik denk dat ik meer schijt moet hebben, om het zo te zeggen. Een één-tegen-één, op snelheid er langs: dát hoort bij mijn spel. Casper van der Veen
Van der Veen weet: hij is er nog lang niet. Nu begint het pas. Zijn gevoel na zondag: ‘Ik had vaker kunnen scoren. Maar het waren geen ballen die ik per se had moeten maken. Ik denk dat ik meer schijt moet hebben, om het zo te zeggen. Meer lef moet tonen. Een één-tegen-één, op snelheid er langs: dát hoort bij mijn spel. Daarmee laat ik mezelf zien. Dat komt er nog niet helemaal uit. Maar het ging al wel een stuk beter. Ik merk dat ik stappen zet. Ik ben tevreden.’
Voorin is de concurrentie groot, beseft Van der Veen. ‘Eind januari staat de trip naar Australië gepland, voor het volgende Pro League-blok. Het zou prachtig zijn als ik daar mee naartoe mag. Met het EK volgend jaar zomer ben ik nog helemaal niet bezig. Eerlijk gezegd had ik niet verwacht dat ik deze kans nú al zou krijgen. Ik heb nog de leeftijd dat ik eind 2025 met Jong Oranje mee mag doen op het WK-21 in India. Dus ik zie wel wat de toekomst brengt. Al neemt dat niet weg dat ik er hard voor ga knokken om ervoor te zorgen dat Jeroen Delmée niet meer om mij heen kan. Maar dat heeft tijd nodig.’
1 Reactie
Sjang Fijen
Gewoon lekker zo doorgaan Casper en heb je een off day dan graag tegen Den Bosch. Succes. Sjang