‘Zweetmachine’ Pien Sanders voelt zich net een profvoetballer 

Van het Wagener Stadion naar het Estadi Olímpic de Terrassa. Van 19 naar 39 graden. Van Nederland naar Spanje. Op pak ‘m beet 1550 kilometer afstand. De Oranje Dames spelen hun WK-slot – de laatste twee duels op zaterdag en zondag – in Catalonië. ‘Ik voel me net een voetballer.’

Reizen is Oranje wel gewend. Verre vluchten, korte en lange tripjes. Maar verkassen gedurende een toernooi, is iets nieuws. Maar als het aan Pien Sanders ligt, mag het wel vaker zo. Ze waande zich even net als Denzel Dumfries, Virgil van Dijk of Frenkie de Jong. Een echte profvoetballer. 

‘Zij vliegen een heel toernooi lang, allerlei velden af. Dat voelde even zo. Ik kan er wel aan wennen hoor’, droomt de verdedigster verder. Maar er waren meer gelijkenissen. Alle ruimbagage werd naar Spanje gereden en op Schiphol kon de selectie met prioriteit doorlopen. ‘Eigenlijk hadden we alleen geen privéjet’, grapt ze. 

‘Was de beste reis ooit’

Maar ze is ook serieus. Want hoewel de trip maar twee uurtjes vliegen was, waren er voldoende risico’s aan verbonden. Risico’s die Oranje niet kon gebruiken. De lange rijen op het vliegveld, problemen met bagage, vertragingen of het coronavirus. Zaken die door Sanders hoofd spookten, maar achteraf enorm meevielen. ‘Het ging supersoepel. Ik denk dat we in totaal een kwartiertje hebben moeten wachten. Het was de beste reis ooit. Voor de zekerheid hebben we mondkapjes gedragen.’

Pien Sanders. Foto: Willem Vernes

Het slotstuk speelt zich dus af in Terrassa. Daar loopt de thermometer deze dagen geregeld naar de veertig graden. Omstandigheden waar Australië (tegenstander in de halve finale) en Argentinië (dat in de andere halve finale staat) al een dikke twee weken aan gewend zijn. Hun poulefase begon immers al in Spanje. Maar ook dat is volgens Sanders geen nadeel. Met dat scenario had zij, net als haar teamgenoten, al lang rekening gehouden.

‘We zijn Tokio gewend, dus we kunnen overal tegen tegenwoordig. Zweten, veel drinken en gewoon niet benoemen dat het heet is. Geen bruine benen creëren, maar de schaduw opzoeken. Maar niet continu in de airco zitten. Wel een beetje wennen aan de omstandigheden. Acclimatiseren. En verder doen of het je niks boeit. Zeggen dat het niet warm is. Een beetje bluffen. Voor ons is dit een nieuwe prikkel. Een andere omgeving, hotel en stadion. De Argentijnen en Aussies kennen het hier wel. Zij zijn hun hotel al lang beu.’ 

Pien Sanders. Foto: Willem Vernes

Eerste WK op de beste manier afsluiten

Ze is enthousiast over het stadion en meer dan tevreden na de eerste training van donderdagavond. De ploeg hoorde horrorverhalen over het veld. Het zou stroef en traag zijn. Maar ook dat viel reuze mee. Alles zit mee voor de verdedigster die morgen tijdens de halve finale tegen Australië de aanvoerdersband draagt. ‘Ik kan niet wachten. We zijn scherp op elkaar. Misschien nog een stukje scherper nu we in Spanje zijn. We hebben een duidelijk doel: die finale halen.’

En die eventuele finale is een afsluiting van een periode. De periode dat bondscoach Jamilon Mülders aan het roer stond. En Marloes Keetels onderdeel van de selectie was. Zo voelt het volgens Sanders nog niet. Is ze nog niet mee bezig. Maar ze weet, na zondag is het klaar. Iets waar ze niet te lang bij stil wil staan. Die nieuwe periode, ‘het Van Ass-tijdperk’, is nog niet aangebroken. Eerst haar eerste WK op de beste manier afsluiten. 

Met goud. Daar gaat ze alles aan doen. Niet als profvoetballer, maar gewoon als Pien Sanders. Ook al is het veertig graden. ‘Geen probleem. Dan ben ik maar een zweetmachine.’ 


Wat vind jij? Praat mee...