Einde van tijdperk bij Were Di: drie zusjes Van Dessel stoppen

Meer dan tien jaar lang speelden de zusjes Marle, Flore en Rymme van Dessel in Were Di Dames 1, momenteel uitkomend in de Promotieklasse. Maar na dit seizoen komt er dan toch een einde aan het Van Dessel-tijdperk. Hun laatste ambitie? ‘We willen de echte Were Di-cultuur meegeven aan de nieuwe generatie Weredianen.’

Kinderen van de club zijn de zusjes Van Dessel niet. Opgegroeid in Oisterwijk speelden ze het grootste deel van hun jeugd bij HOCO. Rymme (30), de jongste van de drie, werd tijdens een selectiedag voor het Zuid-Nederlands team door Were Di gescout en besloot de overstap te maken. In Tilburg kon ze immers op een hoger niveau uitkomen dan bij de plaatselijke vereniging.

De tweeling Marle en Flore (32) bewandelden in eerste instantie een ander pad. Na hun middelbareschooltijd vertrokken ze naar Amerika om daar studeren aan een college te combineren met intensief hockeyen. Bij VCU in Richmond (Virginia) hadden ze de tijd van hun leven. ‘Ons idee was om een jaar te blijven’, aldus Flore. ‘Het werden er vier.’

Aangestoken door de enthousiaste verhalen van haar zusjes speelde ook Rymme een jaar bij VCU. Zij zat daarvóór al enige tijd in Were Di Dames 1. ‘Het jaar in de VS was fantastisch, maar ik kon tegelijkertijd niet wachten om terug te gaan naar Were Di’, blikt Rymme terug. Ze nam Flore mee en anderhalf jaar later, in het seizoen 2013-2014, volgde ook Marle.

Rymme, Marle en Flore van Dessel bij hun eerste wedstrijd met z’n drieën voor Were Di Dames 1 (seizoen 2013-2014). Eigen foto

Were Di speelde op dat moment in de Overgangsklasse, toen nog het een na hoogste niveau. Flore: ‘Were Di is een club waar vechten op het veld hoog in het vaandel staat, maar waar ook altijd oog is voor gezelligheid. Bewuste gezelligheid, met tradities. Zo is er steevast een pittige ontgroening voor nieuwe teamgenoten, zingen we een liedje na een gelijkspel of winst en vieren we feestdagen met elkaar, zoals carnaval en Koningsnacht. Op Tilburg Zingt tijdens Koningsnacht laten we heel Tilburg horen hoe vals iedereen van ons zingt.’
‘Zonder uitzondering’, vult Rymme aan.

Vechtmachines

De gezelligheid maakte dat de zusjes zich, voor zover ze dat nog niet waren, al snel volledig verbonden voelen aan de club. ‘Dat komt ook omdat we onze eigen shit regelen. Sponsoren, activiteiten, teamtripjes, taakverdelingen maken. Een manager heeft bij ons misschien minder te doen dan bij andere clubs’, vermoedt Marle.

Maar dat het bij Were Di Dames 1 de afgelopen jaren niet alleen om plezier maken draaide, weten ‘Flor’, ‘Mar’ en ‘Rym’ als geen ander. ‘Op het veld veranderen we in vechtmachines. Als het hockeyend misschien een keer wat minder loopt, blijven we hoe dan ook alles geven. Dan maar minder mooi’, lacht Flore.

Dat die mentaliteit de Weredianen ver brengt, bewijzen de feiten. Het vaandelteam draaide in de eerste drie jaren prima mee in de Overgangsklasse, maar dreigde in het seizoen 2014-2015 te degraderen. ‘We handhaafden ons. Met nagenoeg hetzelfde team werden weer een seizoen later kampioen. We verloren de promotiewedstrijd tegen de kampioen in de andere Overgangsklassepoule, Groningen, en mochten toen nog om promotie strijden tegen Bloemendaal dat onderaan in de Hoofdklasse was geëindigd’, aldus Rymme.
‘Dat was één groot feest’, vult Flore aan. ‘Er stond 2.500 man publiek langs de kant met fakkels. Ik krijg nog steeds kippenvel als ik aan die wedstrijden terugdenk.’

Rymme, Flore en Marle van Dessel na het kampioenschap in de Overgangsklasse (seizoen 2015-2016). Eigen foto

Tijd voor andere dingen

Inmiddels is Were Di een gevestigde ploeg in de Promotieklasse. Met een negende plek, vier punten boven nummer tien HBS, zijn de Tilburgsen nog niet helemaal veilig. Vandaag (zaterdag) spelen de Tilburgers tegen de ploeg uit Bloemendaal. Spits Marle: ‘We hebben er honderd procent vertrouwen in dat we ons ook dit jaar handhaven.’

De inbreng van de zusjes zal in die strijd belangrijk zijn, al kunnen ze daarbij geen beroep doen op Rymme. ‘Ik kwakkel al een tijd met een knieblessure. Een aantal keer leek ik terug te komen, maar ging het weer erg mis en moest ik opnieuw onder het mes. Uiteindelijk heb ik in de afgelopen drie jaar maar één echte competitiewedstrijd gespeeld’, zegt de centrale verdediger, die daarom de aanvoerdersband aan Marle overdeed. ‘Langs de lijn probeer ik hen natuurlijk zoveel mogelijk tot steun te zijn.’

Dat Were Di zich handhaaft, is te hopen voor de groenhemden. Na dit seizoen levert de ploeg van (nu nog) Mark Dekker een schat aan ervaring in. De zusjes Van Dessel, samen goed voor 33 jaren Dames 1, stoppen met spelen in het hoogste team. ‘Ieder van ons heeft een individuele afweging gemaakt, maar alle drie hebben we zin in meer tijd voor andere dingen. Rym kan zich dan in alle rust op haar revalidatie focussen, Mar krijgt een kindje met haar vriendin en ik ga reizen’, geeft linksachter Flore een tipje van de sluier.

Een aderlating voor het team, een opluchting voor de ouders van de drie. ‘Ze vinden het geweldig dat we samen spelen’, weet Flore. ‘Zeker onze moeder is onze grootste fan. Jaar in, jaar uit komt ze naar elke wedstrijd kijken. Maar nu kunnen ze niet wachten tot we klaar zijn. Dat fanatieke gedoe met vervelende blessures vinden ze maar niets. ‘Rotsport’, zegt onze vader altijd als we weer eens gebutst van het veld komen.’

Rymme van Dessel (hier in duel met MOP-speelster Tess Olde Loohuis ) speelde de afgelopen drie jaar maar één competitiewedstrijd vanwege een knieblessure. Foto: Koen Suyk

Cultuuroverdracht

Geen Dames 1 meer dus. Maar stoppen met hockey is voor de zusjes nog niet aan de orde. ‘Ik woon praktisch naast de club, dus ik zal sowieso nog wel verbonden blijven aan Were Di’, vermoedt Marle. ‘Daarnaast willen we met een groep oudgedienden, waarvan de meesten in het kampioensteam van 2015-2016 zaten, een nieuw gezelligheidsteam vormen. Na al die jaren zit Were Di niet alleen in ons hart, maar vormt het ook een belangrijk deel van ons sociale leven.’
‘Ik kan mij niet voorstellen om op vrijdagavond niet op de club te zijn’, vult Rymme aan. Ze slaat ook tijdens haar lange blessureperiode die avonden niet over.

Voordat ze werkelijk afscheid nemen van het eerste damesteam, doen de drie er alles aan om de Were Di-cultuur op de jongere speelsters over te dragen. Marle: ‘We hebben zelf ervaren hoe geweldig het is om daar onderdeel van uit te maken, zowel bij het vechten op het veld als tijdens alle gezellige en traditionele momenten buiten de lijnen. Daarom vinden we het zo belangrijk om dit aan de nieuwe generatie mee te geven. We hebben er alle vertrouwen in dat dat lukt.’


Wat vind jij? Praat mee...