Van Silfhout is terug: ‘Wilde recht in de spiegel kunnen kijken’

Eigenlijk had ze al afscheid genomen van tophockey. Na de degradatie van Klein Zwitserland uit de Tulp Hoofdklasse afgelopen seizoen zwaaide Sabine van Silfhout af. Maar na een half jaar hockeyen en reizen in Australië is de routinier toch weer in het bordeauxrood te bewonderen. ‘Mijn KZ-hart kon het niet aan om niet te helpen.’

Alsof ze niet was weggeweest. Zo zette Van Silfhout (31) afgelopen zondag tijdens het oefenduel met MOP de lijnen uit, deed ze nuttige intercepties en gaf ze strakke steekpasses. Van de koploper werd met 3-0 verloren. En dat de vrouwen van KZ in een moeilijke periode zitten, is een understatement. Een tweede degradatie ligt op de loer. En dus zullen ze in Den Haag maar wat blij zijn met de terugkeer van Van Silfhout.

‘Voor de zomer had ik al wel gezeten met Fox (coach Robbert-Jan de Vos) voor een plek op de lijst’, stak de verdedigster na afloop in het clubhuis van MOP van wal. ‘Als er heel veel geblesseerden zijn, kan ik wel een wedstrijdje invallen, zei ik toen. We hadden het ook over zaalhockey. Ik vind dat een leuk spelletje en zou begin december terugkomen. Daar wilde ik in ieder geval graag bij aansluiten.’

Sabine van Silfhout (KZ) tijdens de oefenwedstrijd tegen MOP. Foto: Koen Suyk

Begin juni vertrok Van Silfhout naar Melbourne waar ze speelde voor Mentone. Drieënhalve maand streed Van Silfhout met haar nieuwe ploeg om de titel van beste club in de regio Victoria. Iets dat net niet lukte: Mentone strandde in de halve finale. ‘Ik heb er een superleuke tijd gehad. Het was wennen aan het lagere niveau en gek om minder trainen dan in Nederland. Dat hele fanatieke zit er nu eenmaal in.’

Iedere maandagochtend de uitslagen checken

Vanaf half september reisde Van Silfhout een aantal maanden met haar vriend door Australië en Nieuw-Zeeland. Al een maand voor hun terugkeer in Nederland kreeg de Haagse een bericht vanuit KZ. ‘Ze vroegen of ik ervoor openstond om ook weer op het veld mee te doen. Ik was toen in Nieuw-Zeeland en moest er eerlijk gezegd niet aan denken’, vertelt ze. ‘Voor mijn gevoel had ik KZ echt afgesloten. Wel checkte ik wekelijks de uitslagen. Meteen bij het wakker worden, zocht ik de uitslag op. Was ik teleurgesteld als ze een voorsprong uit handen hadden gegeven of blij als ze een gelijkspel uit het vuur hadden gehaald. Ondanks dat ik veel speelsters niet kende.’

Eenmaal terug in Nederland deed Van Silfhout eerst maar eens mee in de zaal. ‘Spelen in het team vond ik leuk en ik voelde mij welkom. Als je geen klik hebt, ga je misschien met tegenzin naar de training. Die klik is in die weken echt gegroeid. Ik zag ook wel wat in de uitdaging op het veld. Want het is een uitdaging om ons veilig te spelen. Maar het is niet onmogelijk. Ik heb nu een maand op het veld meegedaan. Individueel zit er veel potentie in. Alleen het samenspelen komt er bij vlagen niet helemaal uit, al groeien we met de week.’

Klein Zwitserland is nu de nummer twaalf van de Promotieklasse met negen punten, evenveel als nummer elf Leonidas en twee punten verwijderd van de veilige zone. ‘Het ligt zo dicht bij elkaar. Waarom zou het dan niet vaker onze kant op vallen?’

Van Silfhout vertrok, kwam terug en speelt nu in een vrijwel geheel nieuw team. Foto: Koen Suyk

‘Er alles aan hebben gedaan’

Nog een keer degraderen zou in ieder geval een regelrecht doemscenario zijn voor Klein Zwitserland: de club met zo’n rijke en succesvolle hockeyhistorie. ‘Dat is ook door mijn hoofd geschoten bij het maken van mijn afweging. Je gunt zoiets de club en de meiden niet. Ik zou me schuldig voelen als ik nee had gezegd. Ik kan dit niet in mijn eentje oplossen, maar ik kon mezelf met mijn KZ-hart niet recht in de spiegel aankijken als ze straks degraderen. Dan heb ik er niet alles aan gedaan.’

Fanatiek als ze is, telt ze de dagen af tot de hervatting van de competitie. ‘Als de competitie zondag begint, moet het in orde zijn. Het moet beter staan. En daar wil ik met mijn ervaring mee helpen. Al ben ik soms juist aan het geinen. Op sommige momenten mogen we meer lachen en juichen op de training. Het hoeft niet altijd zo héél serieus. Iedereen is bloedfanatiek, maar op het veld is het denk ik goed om tussendoor plezier te hebben.’

‘De kriebel is terug’, besluit ze. ‘Ik heb zin om te trainen. Vorig jaar bouwde ik af en was dat minder. Ik voel ik mij weer net een jonkie die naar de club gaat. Al verwacht ik het na dit seizoen echt klaar is. Ik word ook een dagje ouder hè?’


Wat vind jij? Praat mee...