Ook verandering op de bank brengt Qui Vive geen punten

Verandering op de bank, maar nog niet in resultaat bij de mannen van Qui Vive. De nummer elf van de Promotieklasse ging zondag pijnlijk onderuit (3-1) bij hekkensluiter Were Di. Het vertrek van coach Tomek Kotulski heeft dus niet geleid tot een schokeffect. 

Qui Vive-aanvoerder Wouter Haremaker bleef zondag minutenlang in de dug-out zitten, voor zich uit starend, na het laatste fluitsignaal. Gescholden werd er niet, achter de oren gekrabd wel. Na een week waarin de ene coach het team verliet, vanwege ’te veel verschillen tussen spelers en coach wat betreft ambitie en visie’ was een overwinning meer dan welkom geweest.

Dat zat er niet in tegen Were Di, een ploeg die weet wat een coachwissel is. Zij namen twee maanden geleden afscheid van John Bessell en proberen nu onder Peter Kalfsterman degradatie te voorkomen. Waar Qui Vive in de eerste helft nog kansen kreeg, leek het in de tweede helft niet meer opgewassen tegen de Tilburgse vechtersmentaliteit.

Het nieuwe koppel

Een mislukte middag dus voor het nieuwe duo Bert Vreeken en Wouter Otto. Vreeken was assistent onder Kotulski en mocht wel aanblijven. Otto zit in de tophockeycommissie van de club en stelde zichzelf daardoor min of meer aan.

Het kersverse coachduo van Qui Vive: Bert Vreeken en Wouter Otto. Foto: Perry van de Leuvert/ Orange Picture

Vreeken en Otto zijn geen onbekende namen bij Qui Vive. Beiden speelden (lange tijd) in Heren 1 en de twee hadden tien jaar geleden al eens vier jaar Heren 1 onder hun hoede. Vreekens zoon Daniel maakt nu ruim een decennium deel uit van het Uithoornse vlaggenschip, Wouter Otto’s broer Mark (nu geblesseerd) zit al ruim twintig jaar in het eerste. Oud-Heren 1-speler Erik Otto, de derde van de broers, coacht Dames 1. Een heuse familieclub dus. ‘Dat is ook de charme van Qui Vive’, beaamt Vreeken. ‘Hele generaties zijn met elkaar verbonden. Elke week heb ik quality time met mijn zoon.’

Er zijn geen winnaars: het team niet, Tomek niet en wij niet. Wouter Otto, interim-coach Qui Vive

Die quality time leidt dus nog niet tot meer punten. De zorgen nemen met de week toe bij Qui Vive, dat nog wel elfde staat, maar Were Di heeft sinds zondagmiddag slechts één puntje minder. Toch is er bij Vreeken en Otto is er geen reden tot paniek.

‘Voor de jongens is het nu even zwaar’, aldus Otto. ‘We hadden gehoopt op meer, dus verliezen is teleurstellend en pijnlijk. Tegelijkertijd weten we dat Were Di-uit altijd lastig is. Zij strijden ook voor lijfsbehoud, het publiek maakt een feestje langs de lijn en het al trage veld werd nog moeilijker bespeelbaar vanwege de brandende zon. Die factoren maakten dat we vandaag geen potten konden breken, maar dat maakt niet dat we nu verloren zijn.’

Hard tegen hard bij Were Di versus Qui Vive. Hier een duel tussen James Michael O’Neill (Qui Vive) en Bart Naber (Were Di). Foto: Perry van de Leuvert/ Orange Pictures

Wel is het even wennen, stelt Vreeken, die pas een half jaar assistent was. ‘Er is een bepaalde basis overgebleven, waar ik ook bij betrokken ben geweest, maar we pakken een en ander ook anders aan. Als we onder druk staan, willen we nog wel eens kiezen voor een scoop of diepe pass. Daar willen we van af. Dat kost tijd en training. De kunst is om hen zover te krijgen dat ze weg blijven van die keuze.’

‘Daar is vertrouwen voor nodig’, vult Otto aan. ‘Dat proberen we de spelers te geven door duidelijke afspraken te maken. Het liefst willen we dat ze zo vrij mogelijk spelen. Daar zijn vertrouwen en duidelijkheid voor nodig.’

Was dat vertrouwen er onder Tomek Kotulski dan niet? ‘Daar laten we ons niet over uit’, reageert Otto. ‘Voor iedereen is het vervelend wat er gebeurd is. Er zijn geen winnaars: het team niet, Tomek niet en wij niet. Het enige wat wij nu kunnen doen, is vooruit kijken. Zorgen dat het teamproces goed op orde komt. Lukt dat, dan komen de punten vanzelf.’


Wat vind jij? Praat mee...