Hoofdklasseteams: hoe donker de wolken ook zijn, optimisme overheerst

Zondag wordt – na een pauzering van drieënhalve maand – de Hoofdklasse hervat. Traditioneel is ‘de voorbereiding’ de periode van het optimisme. Geleden nederlagen zijn spelers en coaches al lang weer vergeten. Hoe penibel de situatie ook is, wat overheerst is de heilige overtuiging van een goede afloop.

Zeven speelrondes was de Hoofdklasse onderweg, toen corona de competitie opnieuw gijzelde. Hoe kort er ook was gehockeyd, het was lang genoeg om de eerste clubs met een beenveeg te vloeren, plat op de rug te leggen en er meermaals op in te slaan. Tot bloedens toe.

De vrouwen van Kampong en Victoria, de mannen van Almere; ze lagen nog net niet aan de beademing. Niet één wedstrijd wisten ze te winnen, soms was de nederlaag zó groot dat de uitslag leek omgewisseld met die van een wedstrijd van Jongens of Meisjes E1 (Kampong-hdm 1-9, Amsterdam-Victoria 10-1, Kampong-Almere 11-0).

SCHC droomde van de eerste landstitel, maar kreeg uit bij Den Bosch (4-0) alweer een klap in het gezicht. De mannen van Oranje-Rood bivakkeerden op de negende plaats: wie zou er níét moedeloos van worden?

Teleurgesteld loopt SCHC-speelster Laurien Leurink van het veld na de 4-0 nederlaag tegen Den Bosch. Foto: Bart Scheulderman

Hoe weinig punten ze ook hebben: alles komt goed

Maar dat was halverwege oktober. De winterstop heeft zijn werk weer gedaan. Zeker dit jaar, nu hoofdklassers zich bevoorrecht voelen dat ze als enigen competitiewedstrijden mogen hockeyen. Welke coach of speler je ook spreekt, zeker degenen die de hardste klappen hebben gehad, allemaal klinken ze opgewekt en positief. Doekjes hebben het bloeden gestopt, wonden zijn gereinigd, gehecht en genezen. Alle ellende is vergeten.

Gebrek aan scorend vermogen? Een keeper die zelfs op de training geen bal stopt? Alle problemen van vóór de coronabreak zijn als sneeuw voor de zon verdwenen. Geen club die op rechtstreekse degradatie afkoerst. Welnee, roepen ze in koor. Dat gaat ons niet gebeuren. Eén keer winnen en we staan geen laatste meer.

Andere teams die onderin bivakkeren: hetzelfde verhaal. Allemaal ontlopen ze de play-outs. Wie er nu opeens wél aan de lopende band gaat scoren, dat maakt niet uit. Eén ding is zeker: alles komt goed.

Blije gezichten bij Laren. Foto: OrangePictures/Rob Romer

Play-offs? Wie weet!

Ook mooi: clubs die vijfde, zesde, zevende of zelfs achtste staan. Ze schreeuwen het niet van de daken, want op de favorietenrol zitten ze nu ook weer niet te wachten. Maar misschien, héél misschien… Als iedereen fit blijft tenminste, als alle puzzelstukjes in elkaar vallen, als het bovendien een beetje meezit, dan moet het best mogelijk zijn om de play-offs te halen.

Dat kun je een tikkeltje naïef noemen, of ongeloofwaardig. Maar zeker in deze tijd, waarin al genoeg reden tot chagrijn is, heeft het vooral iets moois. Laat dat optimisme deze keer alsjeblieft zo lang mogelijk duren.


1 Reactie

  1. frank-kooijmans

    De bal is rond, alles kan. Wij - de fans - hebven er zin in!!


Wat vind jij? Praat mee...