Troost en Van de Venne: het koningsduo van de Promotieklasse

Joep Troost en Janneke van de Venne zijn door coaches en aanvoerders van alle promotieklasseteams uitgeroepen tot de besten van hun competitie. De hoogste tijd om de goudhaantjes zelf aan het woord te laten over hun onvergetelijke seizoen. 

Wat was je eerste reactie toen je hoorde over je eretitel?
Troost: ‘Toen ik ’s ochtends wakker werd, zag ik een screenshot van het bericht op hockey.nl dat mijn vader had toegestuurd. Natuurlijk ben ik er heel blij mee. Met het team hadden we het erover gehad wie wij gingen nomineren. Ik wist wel dat ik een goed seizoen heb gedraaid, maar had dit niet per se verwacht. Zo eindigen bij Almere (Troost speelt komend seizoen voor landskampioen Pinoké, red.) is ontzettend mooi.’

Van de Venne: ‘Ook ik kwam erachter bij het openen van mijn telefoon. Ik had minstens twintig berichtjes met ‘gefeliciteerd’ erin staan. Huh, ik ben niet jarig. Waar feliciteren ze mij mee?, dacht ik. Toen ik een screenshot van de uitslag zag staan, viel het kwartje. Ik wist niet dat die verkiezing gehouden werd, maar vind het natuurlijk superleuk en een grote eer.’

Oranje-Rood-speelster Janneke van de Venne – hier in duel met Ymke Rose Gote van HIC – is tot beste speelster van de Promotieklasse 2022-2023 gekroond). Foto: Joris Verwijst/Orange Pictures

Waarom denk jij dat jij tot de beste bent gekroond?
Troost: ‘Vorige zomer trainde ik keihard om zo fit mogelijk te zijn. Ik heb vooral veel gerend. Een goede conditie maakt dat je je kwaliteiten als hockeyer beter kan laten zien. Dat moest bijdragen aan mijn grotere doel, namelijk komend seizoen weer in de Hoofdklasse spelen. Met Almere heb ik dat al een seizoen gedaan en dat smaakte naar meer. Daarnaast ging het scoren niet verkeerd. Zo maakte ik er de laatste drie wedstrijden zeven. Dit jaar vielen de puzzelstukjes dus behoorlijk op z’n plek.’

Van de Venne: ‘Na jaren van blessures voelde ik fitter dan ooit. Die energie heb ik zoveel mogelijk op de mat gelegd en dat is aardig gelukt. Daarnaast ben ik doelgericht (Van de Venne werd derde op de topscorerslijst met veertien doelpunten, red.). Van onze spitsentrainer Marilyn Agliotti kreeg ik verder terug dat ik sterk ben in het geven van de laatste pass voor een doelpunt, bijvoorbeeld een steekballetje de diepte in of een voorzet vanaf de zijkant.’

Wie had je zelf op nummer één gezet?
Van de Venne: ‘De nummer twee, Dhymara Lacroes, vind ik een heel goede speelster. Ik ken haar nog van een jaar waarin we samen bij Union in de zaal speelden. Ze speelt bizar goed en scoort veel. Om zo op te vallen in een team dat niet echt lekker draaide (Almere eindigde als elfde en is daardoor gedegradeerd, red) is echt knap.’

Troost: ‘Als team vond ik SCHC erg sterk. Als ik één speler moet kiezen, is dat hun spits Bram Weers. Hij heeft een beetje dezelfde speelstijl als ik: balvast, is van de acties en een spits die veel ballen van achter haalt. Bovendien is Bram zeer ervaren en maakt hij goals. Dat is waar je uiteindelijk spits voor bent.’

Almere-speelster Dhymara Lacroes (rechts) had slechts één punt minder in het klassement om de beste speelster van de Promotieklasse dan Van de Venne. Foto: Erwin Goossens/Orange Pictures

Hoe heb je het afgelopen seizoen beleefd?
Troost: ‘Als team begonnen we goed. We aasden zelfs op de koppositie. Door onnodig thuiswedstrijden te verliezen, ging die kans aan onze neus voorbij. In de winterstop stelden we de derde plek als doel. Dat is niet gelukt (Almere eindigde als vijfde, red.) maar toch mogen we tevreden zijn.’

Van de Venne: ‘Ik vond het een heel vet jaar. Na de degradatie bouwden we de eerste seizoenshelft aan het team met twaalf nieuwe speelsters. Het was gaaf om te merken hoeveel stappen we die periode en vooral in de winterstop hebben gezet. In de tweede seizoenshelft bleken we onverslaanbaar, met het kampioenschap en de terugkeer naar de Hoofdklasse als ultieme beloning.’

Wat was het hoogtepunt van jouw seizoen?
Van de Venne: ‘Dat was de beslissende wedstrijd tegen Push waarin we promoveerden. We kwamen met 0-1 achter, waarschijnlijk ook door de spanning. Maar zoals vaker dit seizoen wonnen we alsnog. Het gaf zo’n gevoel van trots om met dit team als eerste te eindigen. Van grotendeels onbekenden van elkaar zijn we in nog geen jaar een hecht team geworden, zowel binnen als buiten het veld. Ik ben bovendien nog nooit kampioen geworden. Dat maakte het extra speciaal.’

Troost: ‘Voor de club was dat het behalen van de Gold Cup-finale. Almere neemt de beker serieus. Dat was te merken aan de sfeer om en tijdens die wedstrijden: die was fantastisch. Zelf vond ik de halve finale van het NK zaalhockey het hoogtepunt. We hebben clubhistorie geschreven door daar te staan. Dat ik daarbij met het Nederlands zaalteam aan het WK in Zuid-Afrika mocht meedoen,was de kers op de taart.’

Troost tijdens het WK zaal in Zuid-Afrika afgelopen winter. Foto: WorldSportPics/Frank Uijlenbroek

Wat verwacht je van komend seizoen?
Troost: ‘Dan speel ik bij Pinoké. Heel mooi om voor de landskampioen te mogen uitkomen. Ik ben door acht hoofdklasseclubs gebeld en koos met mijn hart voor Pinoké. Ik heb daar al zeven jaar gespeeld in de jeugd. Als tweedejaars B’tje en in de A trainde ik regelmatig met Heren 1 mee. Ik ken de club en een groot deel van de spelers. Bovendien gaven de coach en het bestuur mij veel vertrouwen. Natuurlijk wordt het wennen aan het hardere en snellere spel. Maar als ik zo fit mogelijk aan de competitie begin, ben ik ervan overtuigd dat dat goedkomt.’

Van de Venne: ‘Het wordt pittig in de Hoofdklasse. Ik ben benieuwd waar we met dit team staan als we aan de competitie beginnen. Snelheid is onze kracht. De andere teams zijn ongetwijfeld sneller dan in de Promotieklasse. Toch denk ik dat we met onze kwaliteiten, vertrouwen en lef wedstrijden over de streep trekken. Er meteen weer uitvliegen, dat hoeft zeker niet te gebeuren. Met mijn scorend vermogen en passjes voor de goal hoop ik mij voor het team zo nuttig mogelijk te maken.’


Wat vind jij? Praat mee...