Twintig jaar hockeyde ze bij Amsterdam. Van de allerjongste jeugd tot zeven jaar in Dames 1. Van eerste balcontact tot het omhoogtillen van de kampioensschaal. Het was voor Floor de Haan amper te bedenken dat ze ergens anders zou spelen. En al helemaal niet bij de allergrootste rivaal Pinoké. ‘Ik heb altijd gezegd dat ik dit shirt nooit zou dragen.’
Eigenlijk kwam dit interview totaal ongelegen voor De Haan, die zondag haar eerste thuiswedstrijd speelde voor Pinoké. En nee, dat kwam niet omdat ze vlak daarvoor met maar liefst 6-0 van SCHC had verloren. De 25-jarige verdediger had stiekem een beetje haast. Want het was een hele bijzondere dag voor de De Haantjes, een echte hockeyfamilie. Niet alleen voor Floor, maar ook voor haar oudere broer Stijn. Die maakte namelijk ook zijn thuisdebuut voor Pinoké. Hij speelde op het veld naast zijn zusje, met Pinoké Heren 5 tegen Almere Heren 2.
‘Gelukkig begonnen ze vlak voordat wij klaar waren’, lacht De Haan. ‘Ik ga zo zeker nog even kijken. Mijn vader en moeder zijn er ook. Een familiedag op Pinoké. Dat hadden we een jaar geleden nooit gedacht.’ Haar broer hockeyde toen nog bij DSHC (studentenclub in Delft). Zijzelf bij Amsterdam.
Een piepjonge Floor de Haan bij Amsterdam. Foto: eigen archief
‘Dat was de club waar mijn opa mij als mini vroeger naartoe bracht. Waar ik elk hoekje en gaatje kende. Zo de bestuurskamer in kon lopen, zonder dat iemand dat vreemd vond. Mijn eigen koffie kon pakken, achter de bar. Het was prachtig en fantastisch. Maar de laatste jaren vroeg ik me ook af, of het altijd zo moest blijven. Hoe vertrouwd het ook was: het was wel ieder jaar hetzelfde.’
Toch in ‘dat’ shirt
De Haan vertelt dat Amsterdam al in november kwam met een nieuw contractvoorstel. ‘Normaal word je daar heel blij van. Maar nu had ik er geen gevoel bij. Heel vreemd. Ik merkte dat ik benieuwd was naar een andere omgeving. En ik had al veel leuke geluiden gehoord over Pinoké. Maria Steensma en Kiki Rozemeijer zijn vijf jaar mijn huisgenoten geweest. Ik merkte dat zij op een hele andere manier topsport beleefden dan ik. Dat maakte me nieuwsgierig.’
Ze moet lachen om zichzelf. ‘En dat terwijl ik zo vaak heb gezegd dat ik ‘nooit van mijn hele leven’ het shirt van Pinoké zou dragen. Daar zou ik zeker niet naar toegaan. Dat hier hele goede vriendinnen van mij zitten, speelt dus ook een rol. De dynamiek is anders bij Amsterdam. Ik wil echt niets of niemand tekortdoen. Maar het gevoel is verschillend, wanneer je alle momenten samen traint. Bij Amsterdam waren we – begrijpelijk – op dinsdag maar met zes vaste mensen omdat de speelsters van het Nederlands elftal en Jong Oranje er niet waren.’
De Haan (rechts) met haar nieuwe teamgenoten Pam van der Laan en Sam Luttmer. Foto: Willem Vernes
‘Ik merk dat bij Pinoké iedereen met elkaar bezig is. De gesprekken veel verder gaan dan alleen maar de hockeyprestaties. Niet dat dit bij Amsterdam er helemaal niet was. Zo zwart-wit is het ook weer niet. Maar het is wel leuk om te merken hoe het er ergens anders aan toegaat.’
De goedkeuring van haar opa
De Haan was een van de velen die in de zomer bij Amsterdam vertrok. Vooral van de groep die tussen de talenten en internationals inviel, bleef door het vertrek van De Haan, Noor de Baat, Ilse Kappelle en Fiona Morgenstern weinig over. ‘Bijna alle meiden hebben zelf de beslissing genomen om weg te gaan. Daar hoor ik dus ook bij. Ik zal altijd fan blijven van Amsterdam. Ik was er vanochtend zelfs nog, voor mijn eigen wedstrijd. Mijn vriend Jochem [Blok, vorig jaar Amsterdam Heren 1] speelt daar nu in het tweede. Hij zit in dezelfde poule als mijn broer, haha.’
Natuurlijk praatte ze veel met haar omgeving over haar overstap. Ze herinnert zich nog een gesprek met haar opa. Inderdaad, die van het brengen naar de training. ‘Hij vroeg eerst twee keer of ik het zeker wist. Daarna was-ie vooral blij voor me. Hij was erbij toen ik twee weken geleden mijn eerste wedstrijd voor Pinoké speelde. Stond-ie aan het hek, met zijn rollator. Hij was net aan zijn heup geopereerd. Als je opa achter je beslissing staat, dan weet je dat het goed zit. Toch?’
Langs de lijn bij de wedstrijd van haar broer Stijn. Foto: Willem Vernes
Voor het eerst met 6-0 eraf
En daar doet die 6-0 nederlaag niets aan af. ‘Al denk ik dat ik nog nooit eerder met die cijfers heb verloren in de Hoofdklasse. Tsja, ook dat hoort er nu bij. In de voorbereiding ging het heel goed, maar we zijn nu zoekende. Als je binnen een halve minuut een tegengoal krijgt, ben je blijkbaar niet klaar voor de wedstrijd. Een week eerder tegen Bloemendaal (2-2) viel het ook tegen. We moeten slimmer zijn. En ik moet zelf nog wennen hoe ik mijn ervaring op de juiste manier kan inzetten. Komt wel goed hoor. Maak ik me geen zorgen over.’
Met tien minuten vertraging gaat ze richting haar broer, op veld 17. ‘Maar of-ie veel speelt, weet ik niet hoor. Volgens mij heeft hij de afgelopen tijd weinig getraind.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.