Nauwelijks geld, nauwelijks punten, nauwelijks doelpunten. Het vat in één zin de moeizame eerste seizoenshelft van Huizen samen, de hekkensluiter van de Tulp Hoofdklasse Dames. Zondag wacht bij de hervatting van de competitie de uitwedstrijd tegen degradatieconcurrent Rotterdam, dé kans voor de jonge ploeg van Donald Drost om direct te verrassen met een stunt. ‘Ik ga niet voor de pot hangen. Dat weiger ik echt.’
Huizen in het eerste seizoen na de promotie in veilige haven loodsen: het is van begin af aan welbeschouwd haast een mission impossible. Neem alleen al de begroting van Dames 1. Een schijntje vergeleken met die van andere clubs in de Tulp Hoofdklasse. Geen cent krijgen de speelsters van Huizen aan salarissen uitbetaald. Bovendien moeten ze zelf met de pet rond om de gaten in de begroting te dichten, zodat er genoeg geld is voor de zaken die nodig zijn om tophockey te kunnen bedrijven, zoals materiaal, kleding, vervoer en lunch na de wedstrijd.
Behalve het financiële aspect spelen er ook andere uitdagingen. De selectie is met veertien veldspeelsters en twee keepsters nogal krap. Het afscheid van Sam Dietrich in de winterstop (blessureleed) was een tegenslag. Speelsters uit andere teams liggen niet voor het oprapen. Sinds dit seizoen heeft Huizen wel een Dames 2, maar dat speelt in de Reserve Tweede Klasse. De kloof met Dames 1 is te groot.
‘Ik zal nog een ander voorbeeld geven’, zegt Drost. ‘Het is voor ons lastig om vaker te trainen. De club heeft simpelweg niet meer velden tot zijn beschikking. Andere Hoofdklasseclubs hebben misschien één keer per week een dubbeltraining, maar wij niet. Wij trainen op maandag-, woensdag- en donderdagavond. Afgelopen maandag ging de training niet door omdat het veld bevroren was. Wij kunnen in zo’n geval niet zeggen: dan trainen we om vijf uur al. Het werk en de studie van onze speelsters gaan voor. Als ze moeten leren voor een tentamen, mogen ze van mij ook thuisblijven. Geen enkel probleem.’

Vorig seizoen werd Huizen kampioen van de Promotieklasse. Foto: DFotografie
Je kunt wel proberen tegen andere Hoofdklasseclubs op te boksen, maar dat win je toch nooit. Juist door dat niet te doen, blijf je als club gezond. Donald Drost
Opvallend is de positieve energie die Drost altijd vanaf de bank en ook nu weer uitstraalt. Hem zul je niet snel horen klagen over de omstandigheden. Hij is het type bij wie het glas altijd halfvol is. ‘De huidige omstandigheden kan ik niet lastig noemen. Het is de realiteit. Dit is mijn derde seizoen als trainer van deze ploeg. Het eerste jaar haalden we de play-offs. Het jaar daarop werden we kampioen. Afgelopen winter zijn we gepromoveerd naar de Hoofdklasse Zaal. Allemaal onder exact dezelfde omstandigheden als nu. Dus waar hebben we het over?’
Drost is duidelijk over de situatie bij Huizen, dat met Sam Luttmer, Noa van Leer, Mikki Schaap, Melle Vaessen, Marit Boelhouwer en Isabelle van Duijn zes speelsters uit de eigen jeugd heeft. ‘Op het moment dat je speelsters gaat betalen, word je misschien aantrekkelijker voor meiden van buitenaf. Maar de vraag is of je die bedragen wel moet willen betalen. Er is geen verdienmodel. Je kunt wel proberen op te boksen tegen andere Hoofdklasseclubs, maar dat win je toch nooit. Juist door dat niet te doen, blijf je als club gezond. Dat vind ik een mooi uitgangspunt. Het DNA van een relatief kleine club als Huizen mag je nooit op het spel zetten voor je eerste teams.’

Teleurstelling bij Noa van Leer eerder dit seizoen na wéér een verloren wedstrijd. Foto: Willem Vernes
Het laatste doelpunt van Huizen voelt als lichtjaren geleden
Ondanks zijn vertrouwen in de koers van de club valt de stand op de ranglijst natuurlijk niet te negeren. Niet één keer wist Huizen in de eerste dertien competitiewedstrijden te winnen. Alleen thuis tegen Oranje-Rood (2-2) werd er een punt gepakt. Het gat met de Eindhovenaren, die één plek boven Huizen staan, is met zeven punten levensgroot. Complimenten over het spel kreeg de promovendus voor de winterstop genoeg, maar scoren bleek een probleem. De teller bleef steken op slechts vier goals. Het laatste doelpunt – van Anne Verbeek op 5 oktober – voelt als lichtjaren geleden. Acht duels op rij wist Huizen sindsdien niet meer te scoren, een zeldzaam slechte reeks in de geschiedenis van de Hoofdklasse.
Op het trainingskamp in Barcelona probeerde Drost afgelopen februari wat te kneden en te schaven aan de aanvalslinie. De proef op de som volgde in twee oefenwedstrijden, tegen Real Club de Polo en Club Egara. Het resultaat: allebei de duels werden gewonnen. Een eerste stap in de goede richting, al blijft Drost realistisch. ‘HGC was ook in Barcelona. Zij wonnen van dezelfde tegenstanders als wij, maar met grotere cijfers. Dat zegt wel iets. Wat je ook probeert: het is niet zo dat je een kwartje erin stopt en er zomaar een euro uitrolt. Scoren blijft een kwaliteit. Maar de speelsters verdienen een compliment. Ze doen echt alles wat binnen hun mogelijkheden ligt.’
Drost is in ieder geval niet van plan zijn tactiek overboord te gooien en zich in te gaan graven. ‘Ik ga niet voor de pot hangen. Dat weiger ik echt. Kansen creëren is honderd keer leuker dan ballen tegenhouden. We proberen eruit te halen wat erin zit en dan zien we wel op welke plek we eindigen. Wat hebben we nou te verliezen?’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.