Amsterdam na koude douche: ‘Die zes goals vertellen het verhaal’

Het was een aanblik om bijna medelijden van te krijgen. Als verzopen katten dropen de mannen van Amsterdam zondagmiddag van het veld. Het enige dat zij overhielden aan de elfde speeldag was een gigantisch pak slaag van Rotterdam, dat met een 6-1 zege het Wagener verliet.

Met zijn natte kleren onder zijn arm loopt ras-Amsterdammer Mirco Pruyser het clubhuis in. Zijn trainingsjack strak dichtgeritst om het weer een klein beetje warm te krijgen na een wedstrijd die letterlijk en figuurlijk aanvoelde als een koude douche.

‘Het is gewoon klote’, zegt de ervaren spits recht voor zijn raap. ‘Ik vond ons nog niet eens zo slecht starten. De ballen die wij erin pompen, die leiden niet tot doelpunten. En andersom wel. Tsja. Wéér een wedstrijd die we moeten incasseren. Dat is gewoon balen, om het netjes te zeggen. Meer kan ik er niet van maken.’

Het was na de nederlagen tegen Pinoké (2-1) en Den Bosch (3-2) het derde duel op rij waarin Amsterdam aan het kortste eind trok. ‘Tegen Pinoké vond ik ons heel goed spelen, maar kregen in de laatste minuut de winnende tegen. Bij Den Bosch was het anders, brachten we op verdedigend vlak te weinig. Dat was nu tegen Rotterdam ook zo. Dat geldt voor ons hele team, dus ook voor de middenvelders en aanvallers. De eerste kans vandaag was meteen een goal.’ 

Mirco Pruyser baalt nadat zijn ploeg is afgeschminkt door Rotterdam. Foto: Koen Suyk

Niet naar binnen rennen als het regent

Het was een zoveelste tik voor het dolende Amsterdam, dat al voor de vijfde keer dit seizoen – in elf wedstrijden – verloor. Pruyser dacht dat het lek boven was na het vorige hockeyjaar. Ook toen presteerde de ploeg uit de hoofdstad slecht voor de winterstop, maar dankzij een formidabele reeks werd uiteindelijk toch de play-offs gehaald. ‘En ook dit seizoen begonnen we goed, door te winnen van KZ’, haalt Pruyser nog maar eens terug.

Smalend: ‘Dat is alweer tien wedstrijden geleden…Misschien dachten we daardoor dat we er al waren. Maar we zijn er niet. We trainen hard, zijn fit, daar ligt het niet aan. We praten veel met elkaar, staan met elkaar in verbinding.’ Een korte pauze. ‘Maar dat zie je nu niet terug. Dit is het niet. Maar dit is niet het moment om los te laten. Ook dit hoort bij topsport. Het kan mooi weer zijn, maar ook heel hard regenen. Dan rennen we niet naar binnen.’

Zijn coach Alexander Cox eet balend een broodje met kaas weg in het clubhuis. ‘Die cijfers zijn pijnlijk’, wijst hij op de 6-1 nederlaag. ‘Dat voelt shit. Die zes goals vertellen het verhaal van het hele seizoen. Het gaat erom wat we aanvallend en verdedigend doen in het 23-metergebied. Dat is een terugkerend verhaal. En dat is niet leuk.’

Alexander Cox staat balend langs de zijlijn bij Amsterdam. Foto: Koen Suyk

‘Niet meer de jongsten’

‘We moesten in mijn ogen deze wedstrijd winnen om aangehaakt te blijven bij de ploegen boven ons’, vervolgt Cox. ‘Dat hebben we niet gedaan. Als het gat groter wordt dan een punt of acht wordt het een lastig verhaal, zeker als er veel teams tussen ons en de play-offplekken instaan. Dan moeten die allemaal een hoop punten laten liggen.’

Pruyser erkent dat Amsterdam nog altijd veel kwaliteit herbergt. ‘Maar we moeten ook niet onder stoelen of banken steken dat we niet meer de jongsten zijn. Vroeger hoefde ik nooit naar de fyiso, nu moet dat wel om fit genoeg te zijn om zondag mee te doen. Dat was ook een verschil met Rotterdam, hun counters waren veel effectiever dan de onze. Jongens als Steijn van Heijningen, Guus Jansen en Thijs van Dam die gaan als de brandweer.’

Coach Alexander Cox van Amsterdam in de stromende regen in het Wagener Stadion. Foto: Koen Suyk

Hoe verder?

De vraagt rest hoe Amsterdam verder moet. Voor de winterstop staat alleen nog de return tegen Klein Zwitserland op het menu. Pruyser: ‘Vorig seizoen hebben we na de eerste seizoenshelft de nadruk meer op de verdediging gelegd. Hard vechten om minder goals tegen te krijgen. Dat proberen we nu ook, maar misschien streven we het onbewust niet met elkaar na. Er staan genoeg goede spelers in het veld. Alleen is het niet goed genoeg. We moeten die sprankeling zien te vinden.’

‘Het verhaal is nog niet over’, stelt Cox. ‘Maar we maken het onszelf op deze manier wel lastig. Natuurlijk kunnen we straks nog een inhaalslag maken. Maar dan moet je eerst je eigen resultaten op orde hebben. En dat hebben we nu niet.’

Pruyser: ‘Nog zeven dagen, dan is het winterstop. Gaat iedereen zijn eigen weg. Naar toernooien, de zaal in. Ergens snak ik er wel naar. Want dit is niet het leukste om mee te maken.’ 


Wat vind jij? Praat mee...