Bloemendaal na tweede topperwinst op rij: ‘Het kan nog veel beter’

Titelhouder Bloemendaal deelt de ene na de andere tik uit aan de concurrentie. Zes dagen na de eclatante 4-1 zege op vice-kampioen Pinoké werd Oranje-Rood, dat deze speelronde als tweede begon, met 3-0 te kijk gezet. Coach Rick Mathijssen geniet, maar ziet ook nog verbeterpuntjes. ‘We stonden bij twee corners heel matig te verdedigen.’

Na afloop van het ‘bord-op-schoot-duel’ had Mathijssen weinig woorden nodig om de wedstrijd tegen OR met zijn aanvoerder Glenn Schuurman te bespreken. Een blik in de ogen, een dikke glimlach en een klap op de schouder waren genoeg.

‘Als aanvoerder van de ploeg verdient hij een compliment’, stelt Mathijssen, terwijl zijn spelers rustig en voldaan richting het clubhuis van Bloemendaal lopen. ‘Het is heel simpel. We winnen nu twee toppers op rij met hele mooie cijfers. Vorige week hadden we zelfs nog wat verder uit kunnen lopen. En nu was er ook niet zoveel aan de hand. We stopten een beetje met hockeyen na rust, dat was wel wat jammer. Ik vind het ook wel lekker als je er vijf kunt maken. Inderdaad, om ze echt pijn te doen.’

Bloemendaal had zaterdag voor rust ook met gemak een vierde treffer kunnen maken. Arthur van Doren, ook al goed voor de 2-0, liep de bal echter naast het lege doel. Hij kon er wel om lachen, samen met Tom Hiebendaal, die bal voor had gegeven. Een typerende reactie, vindt Mathijssen. ‘Dat zie ik bij deze jongens. Als ze ontspannen zijn en goed zijn, hebben ze echt lol. Gaat-ie naast, dan gaat-ie naast. Dan reageren ze niet verbeten, maar relaxed.’ 

Van Doren wordt gefeliciteerd na de 2-0 tegen OR. Foto: Orange Pictures/Edwin de Vries

De scoop als breekijzer

Daar hadden zijn mannen ook alle reden toe. De ban werd zaterdag – net als tegen Pinoké – vroeg in de wedstrijd gebroken door een scoop van Tim Swaen op Thierry Brinkman. Het recept is even bondig als doeltreffend: bal de lucht in vanaf de eigen cirkelrand, een perfecte aanname en een raak schot. De scoop was al langer een wapen van De Mussen, maar hij lijkt steeds meer geperfectioneerd te worden.

‘We wisten dat OR met veel mensen zou aanvallen en dat er daardoor ruimte in hun rug ligt. We hebben vijf jongens die een exorbitante hoge bal hebben vanaf de kopcirkel tot minstens de 23 van de tegenstander. Dat is een meter of vijftig, zestig. Het is een hele effectieve bal, we gooien ‘m nooit zomaar de lucht. En hij is moeilijk te verdedigen. Want we kunnen ook best wel aardig over de grond hockeyen’, klinkt het droogjes.

Het gaat uiteraard niet alleen om het geven van die scoop, maar ook om het ontvangen. En laat dat net een specialiteit zijn van Thierry Brinkman. Zijn aannames bij zijn goals tegen Pinoké en OR zijn kunststukjes. Een stylist aan het werk, met precisie maar een idioot hoog handelingstempo. Het afronden gebeurde vorig weekend nog in twee instanties, vandaag had-ie iets meer tijd en volgde er een wonderschone uithaal.

Mathijssen met Roel Bovendeert. Foto: Koen Suyk

Brinkman in de bloei en ‘wankelend bolwerk’

‘Thierry zit vol in de bloei van zijn loopbaan. Dit is zijn tijd’, stelt Mathijssen. ‘Hij is een van de leiders van de groep. Is een van de allerbeste spitsen ter wereld. Thierry is zo compleet, hij kan alles. Neemt alles aan, draait alles uit het duel en als hij een kans heeft, dan is het raak. Hij is zo’n jongen bij wie alles wat-ie doet een succes is. Omdat hij zich erin vastbijt. Kritisch is, op zichzelf en zijn team. Elke minuut die hij speelt, wordt hij beter. Ik hoop dat Thierry tot z’n 36ste doorgaat.’ 

Prima spel, fraaie goals, mooie woorden en vooral punten. Heel veel punten. Zestien uit de laatste zes duels. Het contrast met het begin van het seizoen – met gemors tegen Den Bosch (2-2) en Klein Zwitserland (5-3 eraf) – is groot. ‘Bij Den Bosch heb ik in de competitie nog nooit gewonnen…’, benadrukt Mathijssen de moeilijkheidsgraad van die wedstrijd. ‘Dus het ging vooral om die wedstrijd tegen KZ, waar we met 5-0 achterkwamen. Als je zo lang achter elkaar prijzen pakt, zijn andere ploegen aan het begin van de competitie net wat gretiger. Maar het werd wel overdreven; er stond al ergens dat we een wankelend bolwerk waren. Na vier wedstrijden. Sorry, maar waar hebben we het over?’

Mathijssen geeft wel toe dat Bloemendaal op dat moment absoluut niet draaide. ‘We dachten dat we tegen KZ wel even op vijftig procent een potje zouden winnen. Die speelden we als een oefenwedstrijd. En ja, we moesten er ook wel een beetje inkomen. Nu speelt er een geoliede ploeg. Zeker in de eerste helft, was het genieten. Na rust tegen Pinoké ook. Vooral omdat deze twee tegenstanders echt goede ploegen zijn. Moet je bijvoorbeeld eens kijken wat ze achterin hebben staan bij OR.’

‘Het geeft aan dat we nu meer op stoom komen’, klinkt het voorzichtig. ‘Het kan nog veel beter, hoor. Nog beter op elkaar ingespeeld raken, echt scherp zijn in duels. We stonden bij twee corners die we vandaag tegen kregen heel matig te verdedigen. Dat moet beter. Het tweede finaleduel tegen Pinoké of tegen Keulen, in de EHL. Dát was écht goed, want daar maakten we geen fouten. Nu doen we dat wel, maar erg is dat niet. Het mag nu nog, straks aan het eind van het seizoen niet meer. ’ 


Wat vind jij? Praat mee...