Het is het seizoen geworden van hun wederopstanding. De Hoofdklasse-editie waarin Amsterdam na twee uiterst schrale jaren weer écht meedoet om de prijzen. Daarom deed het de play-offdeelnemer pijn, hoe snel ze zaterdag tegen Bloemendaal (1-2) tegen de feiten aanliepen en de strijd om de koppositie en het bijbehorende eerste EHL-ticket daarmee definitief verloren. ‘Ik ga niet zeggen dat ik trots ben, terwijl het allerbelangrijkste nog moet komen.’
De woede-uitbarsting van Amsterdam-coach Rick Mathijssen was op de allerhoogste zitplekken van het Wagener Stadion te horen. Nou ja, te horen… De galm van zijn tirade klonk over de stoeltjes in het heerlijk gevulde stadion.
Vol passie en met driftige handgebaren spoorde de trainer zijn ploeg aan na het eerste kwart, waarin Bloemendaal een 2-0 voorsprong had genomen. Het is zonde dat er geen tv-camera meekeek in het kringetje van Amsterdam. Het had waarschijnlijk topmateriaal opgeleverd. Zo oprecht boos en vol ergernis was de ervaren prijzenpakker zelden te zien. En zeker niet in dit hockeyjaar, waarin Amsterdam zich weer een topploeg mag noemen. Daarover zo meer.

Mathijssen tijdens zijn donderspeech. Foto: Bart Scheulderman
Gekeuvel, alsof het een trainingspotje was
Eerst dus die uitbarsting die Mathijssen na afloop van de verloren Klassieker prima wilde toelichten. ‘Ik moest de ploeg wel even aannaaien natuurlijk’, blikt de coach terug. ‘Ik vond ons begin slap. Bloemendaal speelde op zestig procent van z’n kunnen, maar scoorde in het eerste kwartier wel twee keer. Als dat gebeurt, moet ik er wat power ingooien.’
Amsterdam kreeg de ene na de andere corner tegen, stond erbij en keek ernaar. Niet alsof er zaterdagmiddag een Europees ticket op het spel stond tussen de twee beste teams van de ranglijst, maar het een trainingspotje was. ‘Ja, zo was het een beetje. Je hoorde het publiek een beetje keuvelen en dat deden wij in het veld ook’, klinkt het vol misbaar. ‘Ik ben dit jaar nog niet eerder zo uit mijn slof geschoten. Dat was ook niet nodig, omdat iedereen er vol voor ging. Nu speelden we met een rem erop. Vind ik zonde.’ Met wat bravoure: ‘Daarna werd het ook beter. Toch?’
Daar heeft Mathijssen wel gelijk in, al kwam Amsterdam wel heel laat terug in de wedstrijd. Voor de 1-2, zes minuten voor tijd uit een strafbal van topscorer Boris Burkhardt, kregen ze ook genoeg kansen op de aansluitingstreffer. Een paar corners bijvoorbeeld, die te vroeg de mist ingingen. Of de zalige, keiharde volley van Mustapha Cassiem die van dichtbij Bloemendaal-goalie Maurits Visser raakte. Pas na die late goal gingen alle remmen los en werd de verder vrij saaie Amsterdam-Bloemendaal, de wedstrijd waar de duizenden toeschouwers in het Wagener al de hele middag op hoopten: eentje waarvan je geen seconde wilde missen.

Mustapha Cassiem grijpt naar zijn hoofd, na het missen van een grote kans. Foto: Bart Scheulderman
De glans is terug bij het Real Madrid van het hockey
Het was een topper waarin veel spelers ontbraken: Bloemendaal miste Teun Beins, Floris van der Kroon en Marc Miralles. Amsterdam deed het zonder Dayaan Cassiem, Robbert Kemperman, Siem Schoenaker en Sam Steins Bisschop. Door die rits aan afwezigen bij de thuisploeg werd oud-international Billy Bakker als hulptroep ingeschakeld. De voormalige aanvoerder van Oranje stopte in 2021 met het beoefenen van tophockey.
De voormalige ster kon de derde seizoensnederlaag en die belevingsloze start niet voorkomen. Dat begin staat haaks op het prachtjaar dat Amsterdam in de boeken zet. Het op-een-na succesvolste mannenteam uit de Hoofdklassehistorie kreeg dit jaar z’n glans weer terug na een pijnlijke en veelbeschreven val.
Twee achtste plekken op rij zorgden ervoor dat het Real Madrid van het hockey een bijrol speelde in de Hoofdklasse en zelfs even vocht tegen degradatie. Het lijkt lichtjaren geleden als je Amsterdam dit jaar ziet spelen. De kwaliteitsinjectie in de zomer – met onder meer de onvermoeibare Schot Lee Morton, de nietsontziende Cassiem-broers en neo-international David Huussen – werpt zichtbaar z’n vruchten af. Amsterdam hockeyt fris, frivool en gewoon vaak weer hartstikke goed. Zonder – op z’n Amsterdams gezegd – spatsies.
Mathijssen, bezig aan zijn eerste seizoen bij de Amsterdamse mannen, mag dus best trots zijn op die heropleving. ‘Nou, we zijn nog bezig’, klinkt het nuchter. ‘Ja, het mag duidelijk zijn dat het hartstikke lekker gaat. En ik me hier als een vis in het water voel. Maar ik ga niet zeggen dat ik trots ben, terwijl het allerbelangrijkste nog moet komen.’ Hardop nadenkend: ‘Ik ben ook niet niet-trots. Misschien is het beter om op die vraag terug te komen na het seizoen. Kan je daar iets mee?’

Een stevig duel tussen Floris Middendorp (Amsterdam) en Gijs ter Braak (Bloemendaal). Foto: Bart Scheulderman
Ook Mathijssen zag hoe Amsterdam na een heerlijke seizoenstart – met vier zeges in de eerste vier wedstrijden – doorpakte. ‘Ons hoofddoel was dat we dit jaar elke wedstrijd liever wilden winnen dan de tegenstander. En daar zijn we heel ver mee gekomen. Alleen vandaag zijn we daar echt niet in geslaagd. En dat we een paar mooie spelers erbij hebben is duidelijk. Maar ik had het alleen gehoopt en niet verwacht dat we iedereen partij konden bieden. Dat is wel het geval. We zijn een moeilijk team, voor elke tegenstander.’
Een maand geleden, besefte ik: we kunnen ook kampioen worden Rick Mathijssen
Wanneer die bevestiging kwam? ‘In beide wedstrijden tegen Rotterdam. Dat vind ik echt een heel goede ploeg. We speelden in beide wedstrijden tegen hen gelijk (3-3, beide keren). Maar we waren eigenlijk zelfs wat beter. Die eerste keer, ergens in oktober, wist ik daardoor dat we mee konden doen om de play-offplekken. Bij de return, een maand geleden, besefte ik: we kunnen ook kampioen worden.’
Toen in november 2023 bekend werd gemaakt dat Mathijssen naar Amsterdam zou gaan, kreeg hij als missie mee om binnen drie jaar weer een topteam neer te zetten. We zeggen het nog maar eens: Amsterdam stond destijds op de elfde plek in de Hoofdklasse. ‘We willen structureel meedoen om de titel. Dat we dat in het eerste jaar al kunnen, vind ik heel mooi. We speelden vandaag om de eerste plaats, een EHL-ticket. Dat is ook een compliment.’
Toch nog even boos: ‘En daarom was ik ook zo pissed over dat begin.’
11 Reacties
jeroen-de-nooijer
Het 'Real Madrid' van het hockey? Die vergelijking snap ik niet. Leg eens uit?
RandolfHollt
De succesvolste club uit de hoofdstad. Niet zo moeilijk, toch?
bartherklots
En thuistenue is wit!
constantijnjonker
Dan moeten ze wel eerst 15 keer de CL winnen
jessicadenhartoghotmail-com
Boe
Paul van Laak
Die ‘successen’ zijn wel lichtjaren geleden…
jeroen-de-nooijer
Niet zo moeilijk? Je maakt het alleen maar ingewikkelder. Hockeyclub Amsterdam ligt toch helemaal niet in de hoofdstad, maar in Amstelveen?
RandolfHollt
Je gaat nu met geneuzel een prima te begrijpen vergelijking uit het artikel onderuit proberen te halen. Je bent vast gezellig op feestjes hehe ;) Maar dan houden we het simpeler voor je en dan is het alleen het witte shirt, maar dan is Bloemendaal wel het FC Volendam van het hockey
jeroen-de-nooijer
@randolfhollt. Oei, iemand op z'n teentjes getrapt? Was niet de bedoeling hoor. Begrijp de vergelijking gewoon echt niet. Vergelijking tussen Bloemendaal en FC Volendam overigens ook niet.
martijn-coxoutlook-com
Als ik aan niet-Hoofdklassevolgers de karakteristiek uitleg kies ik juist altijd voor Bloemendaal als de Real Madrid van het hockey. Om het nog wat verwarrender te maken.
RandolfHollt
Haha Martijn; dat is na deze reacties natuurlijk de enige overgebleven correcte vergelijking. @Jeroen; Zeker niet op mijn teentjes getrapt, ik kon mij niet voorstellen dat je deze vergelijking niet begreep, maar als je het oprecht niet begrijpt; Beide clubs hebben een rijke historie en zijn vernoemd naar de hoofdstad van het land.