Hij maakte in de zomer de meest besproken overstap in de Tulp Hoofdklasse. Thierry Brinkman, de dertigjarige aanvoerder van Oranje en topspits van Bloemendaal, ging naar Den Bosch. Die ploeg was de afgelopen jaren een middenmoter, die nooit meedeed om de prijzen. Maar dit seizoen is dat anders. Brinkman staat met z’n nieuwe werkgever in de play-offs. En dat had hij zelf ook niet helemaal verwacht.
‘Het kan jaren duren voordat we bij de top zijn.’
Het waren de woorden die Brinkman uitsprak na zijn eerste wedstrijd voor Den Bosch, op 15 september van het afgelopen jaar. Thuis, na de 2-1 zege op Pinoké. Holland Hockeyland gloeide op die dag nog na van die heerlijke zomer in Parijs, waar Oranje tweemaal goud won. Er waren huldigingen, bloemen, beeldjes en zelfs een opblaasbare Eiffeltoren op het loeidrukke veld aan de Oosterplas. De liefde tussen de goalgetter en Den Bosch was nog pril. Het zwart-geel moest nog even wennen.
Brinkman moet een beetje grinniken als hij wordt herinnerd aan die quote. ‘Het is maar net wat je verstaat onder ‘bij de top zijn’’, zegt de aanvaller ad rem. ‘Als je daarmee bedoelt dat we ieder seizoen meestrijden om de titel? Of de beker omhoog houden? Nee, dan zijn we daar nu nog niet.’

Brinkman tijdens z’n debuut voor Den Bosch, thuis tegen Pinoké. Foto: Bart Scheulderman
Als een raket door de competitie
‘Maar ik snap natuurlijk wel waar je heen wilt. Het was zeker geen gespeelde voorzichtigheid, wat ik toen zei’, klinkt het eerlijk. ‘Ik sta en stond er helemaal achter. Ik had toen ik hier begon ook niet verwacht dat het zo snel zou gaan. Vorig seizoen was Den Bosch achttien punten van de play-offs verwijderd. Ja, dat aantal ken ik uit mijn hoofd. Omdat ik ook weet waar we vandaan komen. Ons doel voor het seizoen was duidelijk: we willen het de top zo lastig mogelijk maken. En aanhaken, waar dat kan.’
Een tevreden lachje klinkt door de telefoon. ‘Ik denk dat niet veel mensen hadden gedacht dat we voor het paasweekend al zeker zouden zijn van de play-offs. Op een keurige tweede plek zouden eindigen.’
Brinkman kan amper ontkennen dat ook de Bossche mannen zich als een speer in de hockeytop hebben geboord. Na die winst op Pinoké volgden vijf zeges op rij. Een seizoensstart die ze in Den Bosch zelden hadden beleefd. In speelronde elf volgde pas de eerste nederlaag. Dat gebeurde overigens tegen Amsterdam (2-1), dat komend weekend ook de tegenstander is. Hoe dan ook, Den Bosch ging als een raket door de competitie. En dat terwijl ze in de drie jaar daarvoor hoogstens zesde werden.

Blijdschap met Imre Vos na een zege op Rotterdam. Foto: Bart Scheulderman
Het Thierry-effect?
Het Thierry-effect? Brinkman zal dat zelf nooit zo noemen. ‘De grootste ontwikkeling die we dit seizoen hebben gemaakt zit in bewustheid. Zelfkennis. We hebben veel gepraat over hockey. Meer dan dat er voorheen gebeurde bij Den Bosch, voor dit seizoen. Stelden veel vragen. Analyseerden. Wanneer zijn we kwetsbaar? Wat levert succes op? Wat kunnen we goed? Wat is onze mindset buiten het veld? Vragen waar we steeds beter het antwoord op weten. En dat laten we ook zien.’
In zijn debuutwedstrijd schoot Brinkman uit z’n slof toen sleepspecialist Timo Boers in de slotfase niet in het veld stond, toen er strafcorner werd gehaald. ‘Mooi voorbeeld. Met zo’n situatie gaan we nu beter om. Zorgen we dat hij erin staan als het spannend is op het einde. We zijn slimmer geworden. Lijden bijvoorbeeld minder balverlies op eigen helft. Werken ballen doordachter weg uit de cirkel. Daarin zijn we in het seizoen echt vooruitgegaan. En ja, dan wordt het resultaat uiteindelijk ook beter. Ik vind het megamooi om die stappen en groei te zien. Dat is heel anders bij Bloemendaal, wanneer je al bij de top hoort.’
Brinkman speelde al twaalf keer play-offs. Drie met Kampong, negen met Bloemendaal. Drie keer pakte hij – met Bloemendaal – de titel. In die Bossche stap richting de top, speelt hij een voortrekkersrol. ‘Ik benoem wat ik observeer. Deel wat ik zie bij wedstrijden en trainingen. Ik heb daarin meer verantwoordelijkheid dan vroeger. Maar het hangt natuurlijk niet alleen van mij af. Iedereen moet top zijn. En dat hoort ook bij mijn rol. Om anderen beter te laten zijn. Voor spelers die hun eerste play-offs spelen, wordt het aftasten. Dat is ook helemaal niet erg. Ik hoop dat ze vrijuit durven te gaan. Dat probeer ik mee te geven. Af en toe.’

De zwagers van Den Bosch: Timo Boers en Thierry Brinkman. Foto: Bart Scheulderman
De Bossche zwagers
Natuurlijk viel Brinkman op dit seizoen bij Den Bosch. Dat geldt ook voor zijn collega-international Koen Bijen. Maar wie echt doorbrak was Timo Boers, Brinkmans zwager. Het pas 21-jarige cornerkanon dat met 28 goals de beste schutter werd van de Hoofdklasse. ‘Dat-ie er veel zou maken, had ik wel verwacht. Dat zat er vorig seizoen ook al een beetje aan te komen. Maar topscorer van Nederland? Poeh, dat is wel heel netjes hoor. Ik vind het superknap dat Timo op zo’n jonge leeftijd al zo constant scoort. Hij is een echte liefhebber. Wil constant meer en beter. Dat moeten we hebben. Mentaal zit het wel goed met hem. Er zit een goede kop op.’ Lachend: ‘Maar misschien ben ik daarover als familielid niet helemaal objectief.’
Met de zwagers als stevig onderdeel van het fundament begint Den Bosch aan z’n eerste play-offs in vier seizoenen. Opvallend: tegen de andere drie overgebleven titelkandidaten wonnen de Brabanders er maar eentje: vorige week tegen Amsterdam (3-0), een duel dat eigenlijk nergens meer om ging. ‘Cliché: maar die topwedstrijden moet je leren spelen. Wij moeten ervoor zorgen dat we steeds langer goed kunnen zijn. Domineren. Stabieler worden. Dan kunnen we echt een vervelend en stug ploegje zijn.’
Een beetje dromerig en hoopvol tegelijk: ‘We zijn pas net begonnen.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.