De cornercrisis van Schaerweijde: ‘Ons rendement was nihil’

Schaerweijde en strafcorners. Dat was in de eerste seizoenshelft allesbehalve een gelukkige combinatie. Slechts drie van de 49 (!) pogingen leverden een goal op. Dat moet straks bij de hervatting in maart anders bij de mannen uit Zeist, die bovendien hun voornaamste specialist zijn kwijtgeraakt.

De vraag was zondag snel gesteld bij de oefenwedstrijd tegen Hurley (3-3). Waar was cornerman Faizal Bin Saari gebleven? De ervaren Maleisische aanvaller, in januari nog actief op het WK, werd afgelopen zomer gehaald als vervanger van cornerkanon Mark Weber. Verdediger Weber scoorde vorig seizoen in de Promotieklasse zeventien keer en had daarmee een flink aandeel in het kampioenschap van Schaerweijde.

Maar hij stopte en Schaerweijde ging op zoek naar een nieuwe specialist. Die zoektocht eindigde in Maleisië, waar Bin Saari werd gevonden. De 32-jarige spits is al jaren een van de beste spelers van Azië. Een gerenommeerde goalgetter, die zijn geluk graag wilde beproeven in de Hoofdklasse. Al met al een hele hoop ingrediënten voor een geslaagd hockeyhuwelijk.

Maar het liep anders.

Bin Saari’s corner – de hoofdcorner van de nummer elf van de Hoofdklasse – bleek een stuk minder doeltreffend dan verwacht (en gehoopt). Hij sleepte er maar eentje binnen, in november tegen Pinoké. Dat bleek achteraf zijn laatste wedstrijd te zijn in het rood-zwart. De spits ging na het WK in India naar zijn vaderland, waar hij ook in de nationale liga speelt.

‘Dat wisten we toen we hem naar Schaerweijde haalden. En dat was geen probleem’, vertelt coach Albert-Kees Manenschijn. ‘Hij zou in Maleisië meedoen aan de competitie en een week voor het einde – dus op tijd – bij ons terugkomen. Maar de competitie werd daar uitgebreid en verlengd. Plots ging het om veel meer speeldagen. Die jongen is een ster daar en kreeg daar een aanbod voor meerdere jaren dat hij niet kon weigeren. Er was door dat uitgebreide programma in Maleisië geen bereidheid meer om hem bijtijds naar Nederland te laten gaan.’

Manenschijn te midden van zijn selectie. Foto: Orange Pictures/Gerard Spaans

Van Maleisische malaise naar Hoofdklasse-debutanten

Schaerweijde ging verder getouwtrek om de Aziaat uit de weg. ‘Faizal kan daar meerdere jaren nog spelen, terwijl hij hier een eenjarig contract had. We hebben er dus geen groot punt van gemaakt, al had ik ‘m graag erbij gehouden. Hij heeft als veldspeler – bij Maleisië nam hij de corner niet – een goed WK gespeeld. Natuurlijk viel zijn corner tegen. Maar ik zag nog wel ruimte voor vooruitgang.’

Het zorgde voor een nieuwe ontwikkeling in de cornercrisis van Schaerweijde. Bin Saari pushte, volgens Manenschijn, vrijwel altijd als hij binnen de lijnen stond. Was dat niet zo, dan viel de keuze op Thur Stadelmaier of Pepijn Leenhouts, allebei bezig aan hun eerste Hoofdklasse-seizoen. Zij schuiven nu op in de hiërarchie.

Verdediger Leenhouts, pas negentien jaar, pushte voor de winter één corner binnen. Aanvaller Stadelmaier (23) scoorde in de competitie alleen via een veldgoal, maar was zondag in de oefenpot bij en tegen Hurley wel trefzeker vanaf de kop. ‘Mijn eerste rake corner van de voorbereiding’, lacht de aanvaller in het clubhuis van de Amsterdammers. ‘Het is duidelijk dat we voor de winter veel te weinig corners hebben gemaakt. Nu in de voorbereiding komen we allebei aan de beurt. Pepijn heeft er ook al twee gemaakt.’

Pepijn Leenhouts benutte in de voorbereiding vooralsnog twee corners. Foto: Orange Pictures/Gerard Spaans

‘Pas anderhalf jaar mee bezig’

De haperende corner voelt niet als een loden last voor de spits. ‘Dat we punten moeten halen omdat we onderin staan, zorgt wel voor druk. Maar dat zit ‘m niet alleen in de corner. We staan niet te beven op kop cirkel, maar zien het als iets moois. Lekker ballen smijten. Al merk ik wel een groot verschil met vorig jaar. Er wordt simpelweg veel beter gekeept en uitgelopen.’

Vorig seizoen was Stadelmaier nog speler van Voordaan in de Promotieklasse. Bovendien was hij bij de ploeg uit Groenekan tweede keus op de kop achter fenomeen Adriaan Stolk. ‘Daar kon hij lekker pushen en mocht ik af en toe ook een keertje. Dat wordt nu waarschijnlijk anders. Pepijn en ik hebben voor de winter amper gepusht tijdens wedstrijden. Ik kan nog veel aan mijn corner verbeteren. Pas anderhalf jaar ben ik er serieus mee bezig. In de jeugd bij Nijmegen heb ik een beetje gepusht, maar daarna heb ik er vier, vijf jaar niets mee gedaan. De kracht van een corner maakt het verschil. Kijk maar naar Jip Janssen en Alexander Hendrickx. Maar ik ben daar nog niet, ben nog met mijn techniek bezig.’ Lachend: ‘Ik ben niet een of andere goeroe die precies weet wat er gebeurt als je een voet meer naar buiten zet.’

Een beetje zurig constateert Manenschijn dat door het vertrek van Bin Saari het cornerprobleem niet groter is geworden. ‘Dat kan eigenlijk niet, als je er zo weinig uit heb gescoord’, verzucht de ervaren coach, kijkend in zijn kartonnen koffiebekertje. ‘Tsja, zo is het toch gewoon? Het rendement was nihil. We moeten zorgen dat in ieder geval Thur of Pepijn in het veld staat. Per wedstrijd gaan we dan wel bekijken wie de voorkeur krijgt, als ze allebei binnen de lijnen zijn.’

Thur Stadelmaier was zondag vanuit de corner trefzeker voor Schaerweijde. Foto: Orange Pictures/Gerard Spaans

Hij verwacht geen wonderen van het onervaren duo Leenhouts-Stadelmaier. ‘Het zou mooi zijn als straks één van de zes corners erin gaan. Maar daar gaat het niet alleen om. Een goede corner geeft aanvallers ook meer ruimte, omdat verdedigers geen overtreding willen maken. Een corner moet weer als een goede kans gaan voelen. Dat wil je hebben. We investeren hard in deze jongens, maar kijken richting het nieuwe seizoen ook om ons heen. Ook dat is niet makkelijk, omdat we een pre-olympisch jaar tegemoet gaan – waarin veel internationals beperkt inzetbaar zijn – én we nog niet weten of we volgend seizoen in de Hoofdklasse spelen.’

Stadelmaier: ‘Het zou leuk zijn als ik drie of vier corners maak in de tweede seizoenshelft. Dat Pepijn en ik allebei hebben gescoord in de voorbereiding is hoopvol. Nu nog in de competitie. Het liefst tegen de concurrentie.’


Wat vind jij? Praat mee...