De dag van familie De Geus: ‘Met liefde en plezier het land door’

Ze zijn vandaag de meest bijzondere hockeyouders van Nederland. Zowel hun dochter Anna (SCHC) als zoon Jonas de Geus (Kampong) kan landskampioen worden. Hun ouders Erna en Commer reizen het hele land door om overal aanwezig te zijn. ‘Ik weet nu al dat we te laat komen in Amsterdam.’ 

We spreken Erna en Commer de Geus op woensdagochtend. Hun rugzakje voor de finale ligt al klaar. ‘Poncho’s, mueslibollen, koeken, flesjes water en de koffiekan’, somt Erna op. ‘Alles is al gekocht. We kijken ernaar uit. Maar van echte voorpret is geen sprake. Haha, nee joh. Daar ben ik veel te zenuwachtig voor. Ik vind het fantastisch wat de kinderen doen, maar ik krijg er altijd wel ontzettende buikpijn van.’

De De Geusjes zijn doorgewinterde hockeyouders, die zelf als spelers – op twee jeugdjaartjes van Commer bij Amersfoort na – geen noemenswaardig verleden hebben in onze sport. Pas toen hun kinderen Anna, Jonas en oudste zoon Jarik bij Almere begonnen, raakten ze met het hockeyvirus besmet. Erna: ’Inmiddels weten we niet meer beter. Proberen we overal bij te zijn. Van een WK in India tot een EK zaalhockey in Hamburg. En natuurlijk ieder weekend in de Hoofdklasse. We splitsen vaak op.’ Commer: ‘Ergens komt het gunstig uit dat Jarik een jaar of zes geleden stopte bij Almere Heren 2. Anders was de puzzel iedere week nog lastiger geworden.’

Anna de Geus met de Gold Cup in 2024. Links moeder Erna. Foto: Willem Vernes

De puzzel op de wedstrijddag

Vorige week hadden ze weinig te puzzelen of te splitsen. Toen was het vrij simpel: op zaterdag samen naar SCHC voor de eerste finale tegen Den Bosch. De dag daarna weer samen in de auto, voor de thuiswedstrijd van Kampong tegen Amsterdam. Voor vandaag ligt dat wat anders. Dochter Anna speelt om 12.45 uur met SCHC op Den Bosch, zoon Jonas om 16.00 uur op Amsterdam.

‘Tsja, voor ons was het makkelijker geweest als Den Bosch in de halve finale van Amsterdam had gewonnen. Dan was alles in Den Bosch geweest. Had een hoop gereis gescheeld. Nu zijn we de hele dag onderweg’, lacht Commer. ‘Maar we doen het met liefde en heel veel plezier, hoor’, benadrukt Erna. ‘We genieten van het betrokken zijn bij hun passie.’

Donderdag om negen uur vertrekken ze al vanuit Almere naar het zuiden. De succesappjes naar hun kroost – ‘we sturen altijd een duimpje en een vlammetje’ – zijn dan al de deur uit. Ze zien de dag al helemaal voor zich. ‘In de auto moeten we niet te veel praten hoor’, zegt Erna. ‘Ik ben nu al nerveus. Dat is voor de wedstrijd nog erger. Een beetje rustige muziek aan onderweg is prima, maar niet te heftig. Radio 2 of zoiets, dat gaat wel. We zorgen dat we er op tijd zijn.’

Commer: ‘Het wordt natuurlijk druk op Den Bosch. Op zulke dagen is het daar altijd lastig parkeren. Soms zijn we twee uur voor de wedstrijd al op de club. Drinken we wat koffie, babbelen we wat met andere ouders.’ 

Vader Commer op de tribune van Kampong. Foto: Willem Vernes

Winkelen in Bilthoven, tijdens de wedstrijd

Erna: ‘Normaal gesproken ben ik echt van het socializen. Maar niet op zo’n dag, dan trek ik me liever terug. Ik wil er altijd zijn op het moment dat de teams het veld oplopen. Zwaaien we naar Jonas of Anna. Op hun eigen club weten ze waar we staan, zoeken we eventjes contact. Maar daarna wordt het me vaak te spannend, zijn er te veel prikkels. Ik kan er zelf wel om lachen hoor, maar soms kan ik amper kijken.’ 

Commer: ‘Bij de finale van zaterdag ben je Bilthoven ingelopen.’ Erna: ‘Ik moest even ontladen, ben wat winkels ingegaan. Dan sta ik daar om de paar minuten jullie liveblog te verversen. Noem het gek, maar dat is mijn manier om met dat gevoel om te gaan. Zo heb ik soms grote delen van belangrijke wedstrijden gemist. Het is dan te veel. De kinderen weten dat ik ze steun, ze kennen mijn taferelen. Aan het eind ben ik er altijd bij.’

Ze denken al hardop na over een gunstige parkeerplek. Want ze hebben donderdag eigenlijk geen minuut te verliezen, omdat ze nog naar Amsterdam moeten. Een ritje van ongeveer een uur. ’We hopen dat het geen shoot-outs worden’, zegt Commer. ‘Want dan wordt het allemaal nog krapper. Na de wedstrijd willen we sowieso Anna nog even zien. En knuffel en dan weer door.’ Erna: ‘Ik denk dat we het net als vorig jaar doen. Toen speelden ze ook op dezelfde dag.’

Commer: ‘Toen moesten we vanuit Den Bosch naar Utrecht, maar begonnen de meiden een half uur later. We hadden voor Kampong een parkeerkaart, maar het stond daar al hartstikke vol. FC Utrecht speelde ook nog die dag.’

Van links naar rechts: Jonas, Anna en Jarik de Geus.

Erna, lachend: ‘Het tweede kwart was toen al bezig. Jij bent uit de auto gesprint en daarna ben ik doorgereden. Na minuten zoeken heb ik ver weg toch een plekje gevonden. Maar ik ben in de auto blijven zitten, met de telefoon in de hand. Weer die spanning.’

Commer: ‘Het is helemaal goed. Uiteindelijk konden we toch met elkaar vieren dat Jonas voor het eerst landskampioen was geworden. Ik denk dat het straks bij het Wagener ook zo gaat.’ Lachend: ‘Dan merk jij in de auto in het Amsterdamse Bos dat ze kampioen zijn geworden.’ Erna: ‘We weten nu al dat we daar te laat komen. En toch gaan we, omdat we bij allebei willen zijn.’

Hoe oud ze ook zijn, we blijven vol met hen meeleven. Zelfs als we niet durven te kijken Erna de Geus, moeder van finalisten Anna en Jonas.

Zelfs na de mannenfinale zit hun dag er nog niet op. Commer: ‘Dan gaan we kijken of er ergens een feestje is te vieren. Of waar nog wat extra steun nodig is. Een paar jaar geleden zijn we na een verloren finale nog teruggegaan naar SCHC. Met veel mensen rondom het team hebben we het daar toen een mooie avond van gemaakt, ondanks dat ze toen niet wonnen.’

Erna: ‘Ik gun het ze zo. Jonas natuurlijk, maar die heeft al een keer meegemaakt wat het is om kampioen te worden. Nu hopen we dat het Anna met SCHC eindelijk ook lukt.’

Eén ding is zeker: ze weten dat ze na die enerverende dag compleet afgedraaid zijn. ‘Ik heb de dag daarna vrijgenomen’, vertelt Erna lachend. ‘Dan zit ik nog vol in het gevoel van die finales. Daar moet ik van bijkomen. Het kantoorwerk komt later wel weer. Nu gaat het eerst om de kinderen. Hoe oud ze ook zijn, we blijven vol met hen meeleven. Zelfs als we niet durven te kijken.’


Wat vind jij? Praat mee...