Hij kwam drie jaar geleden naar Amsterdam voor een mooi slot van zijn prachtige carrière. Na twee seizoenen ploeteren, zette Robbert Kemperman donderdag toch een kroon op zijn loopbaan. Als laatste man speelde de oud-international een belangrijke rol bij zijn ploeg. ‘Bij een shoot-out scheur ik alles af.’
Hij liep donderdagavond rustig met een biertje in zijn hand langs de boarding. Van een afstand zag hij zijn teamgenoten nog vol hossen, dansen en juichen. Heel even nam Kemperman afstand van die hectiek. Genoot de oudste speler – volgende maand wordt hij 35 – van de ploeg op zijn eigen manier. Kreeg hij knuffels van zijn vriendin en oud-international Sophie Polkamp en hun dochtertje Keesje. Die droeg een aandoenlijk mini-shirtje van Amsterdam met dezelfde naam op haar rug als haar vader.
Kemperman laat de spanning van de dag een beetje van zich afglijden. ‘Man, ik durfde niet te kijken bij de shoot-outs. Wist niet wat ik moest doen. Moest ik iemand vasthouden? Ik had geen idee. Het is fijner als je ‘m zelf mag nemen. Dan kan je die spanning beter kwijt.’ Maar daarmee wil Kempi niet zeggen dat hij op het lijstje moet voor volgend jaar. ‘Nee, joh. Dan scheur ik alles af.’

Kemperman met z’n ogen dicht, tijdens de shoot-outs. Foto: Bart Scheulderman
Hij lacht veel. Weet ook dat dit een waanzinnig hoofdstuk is van zijn lange loopbaan. Speelde op zijn zestiende al mee met Heren 1 van Den Bosch. Debuteerde een jaar later in Oranje. Kwam tot 228 interlands. Won olympisch zilver, werd tweemaal tweede op een WK en pakte drie Europese titels. Met Kampong werd-ie in 2016 en 2017 al landskampioen. En die ellenlange erelijst werd donderdag dus bijgewerkt, voor het eerst in vijf jaar.
‘Tijdens de tweede seizoenshelft kreeg ik het idee dat het kon lukken dit jaar’, zegt de routinier. ‘Ik denk dat we het ook hebben verdiend. We hebben het vandaag heel goed gedaan, maar zondag ook in de eerste wedstrijd. Creëerden veel kansen. Dat moet ook tegen Kampong, dat altijd heel effectief is. Daar weet ik natuurlijk alles van.’
‘Een grote speler en soms een irritant ventje’
De ommekeer bij Amsterdam kwam in het begin van de tweede helft. We halen ‘m nog maar eens aan: die magistrale minuut van Middendorp. Met twee schitterende acties scheurde de technische middenvelder de hechte blauwe muur van Kampong aan flarden. Het resultaat: van 0-1 werd het 2-1.
‘Het is echt een feest om hem te zien hockeyen. En om mét hem te samen te spelen’, zegt Kemperman vol lof. ‘Hij is een grote speler. Maakt twee belangrijke shoot-outs, lag aan de basis van die twee goals. Bovendien is het een mooie gast. Een irritant ventje af en toe. Maar dat heb je ook nodig.’ Met een vette lach: ‘Hij wil altijd het laatste woord hebben.’

Foto: Willem Vernes
Kemperman, Middendorp, Boris Burkhardt, Luke Dommershuijzen en een heleboel andere Amsterdammers maakten ook andere tijden mee. Want ook daar ging het donderdag veel over. Over het rampseizoen dat Amsterdam achter zich heeft gelaten. Op het diepste dieptepunt – in de kelderkraker tegen Laren – werd Kemperman een linie naar achteren gezet.
Het bleek een gouden zet om de voormalige middenvelder opnieuw te laten floreren. Als laatste man zette Kemperman de lijnen uit. Kon hij van buitengewone waarde zijn met zijn uitmuntende passing en onverminderd spelinzicht. Die dag was het moment van de ommekeer. Vanaf daar kon het alleen maar beter. Dat werd het ook. ‘Ik snap dat het verhaal mooi is. Dat je diepe dalen moet zien om mooie dingen te doen. We mogen trots zijn dat dit gebeurt, na zo’n kutseizoen van vorig jaar. Dat zijn we ook.’

Foto: Willem Vernes
Toch weer de verleiding
Er staat een streep onder dat verleden. Amsterdam geniet van het heden en wil het succes natuurlijk graag uitbouwen. ‘En daar ben ik volgend jaar nog gewoon bij hoor’, onderstreept Kemperman. ‘Ik heb al een paar keer gedacht om te stoppen. Maar vorig jaar was nog niet het moment. Zo wilde ik niet eindigen. Ik wilde door, voelde me ook goed op mijn nieuwe positie.’
‘En dit jaar dacht ik weer dat het klaar zou zijn. Maar ik heb me toch weer laten verleiden. Ik vind het nog veel het leuk. Zo hier met elkaar achter een bal aan rennen.’ Hij neemt een slok bier. ‘Dus nee. Ze zijn dus nog niet van me af.’
2 Reacties
emmer
Prachtige carrière. Het is hem gegund!!
vandervaartrob@gmail.com
“Het plezier om samen achter een bal aan te rennen “ zoo herkenbaar !! Dát is het !!