Hurley baalt na eerste punt: ‘Dit is eigenlijk onacceptabel’

Ze pakten zaterdagavond hun eerste punt van het seizoen. Nota bene door een gelijkmaker (de 3-3) in de voorlaatste minuut. Maar dat zorgde niet meer voor een feestje bij de mannen van Hurley. De stemming bij de Amsterdammers was behoorlijk verziekt nadat ze in de kelderkraker tegen Laren een 2-0 voorsprong uit handen gaven. ‘We kunnen nu onmogelijk blij zijn.’

Gelaten liepen ze naar het kringetje na afloop van het chaotische degradatieduel. Met de koppen naar beneden slenterden ze naar elkaar toe in hun natte shirts, hartstikke vuil van het veld. Trouw liepen ze langs hun fans, die een troostend applausje over hadden voor hun helden. Die waren niet blij en trots op hun zwaarbevochten punt, maar vooral pissig over de mislukte inhaalslag van de hekkensluiter in de Tulp Hoofdklasse.

‘Ik wist niet of ik moest juichen’, zegt Hjalmar Voskuil over zijn ultralate 3-3, exact 64 seconden voor tijd. Die viel uit de laatste corner van de wedstrijd, ingeleid door een onhandige overtreding van Laren-routinier Pieter Paul Houting. Hij nam zijn man mee in een sticktackle, waardoor Hurley nog een kans kreeg op de gelijkmaker. Voskuil: ‘Ik wilde vooral zo snel mogelijk de bal pakken. We wilden geen gelijkspel, we wilden gewoon winnen. Daar waren we op ingesteld.’

Voor Hurley was dit een wedstrijd die al weken met koeienletters in de agenda stond. Eentje waar geoogst moest worden. Zoals eigenlijk een maandje eerder had moeten gebeuren tegen concurrent Schaerweijde, dat in Amsterdam met 3-2 won. Mede daardoor heeft Schaerweijde momenteel zes punten, Laren heeft er na vandaag vijf. Hurley hoopte zaterdag dichterbij te komen, maar gooide zijn eigen glazen in.

Een balende Noam Sheridan bij Hurley. Foto: Bart Scheulderman

De inzinking na rust

‘Laten we eerlijk zijn: we hebben niets aan een gelijkspel. We zijn niet dood. Er is nog veel om voor te spelen in de tweede seizoenshelft. Maar man, we hadden hier meer uit moeten halen. We kunnen nu onmogelijk blij zijn’, zegt Voskuil. En dat komt vooral door de inzinking die Hurley na rust had. Daarin verdween de effectieve eerste helft – waarin Laren de betere ploeg was, maar de thuisploeg met 2-0 leidde – als sneeuw voor de herfstzon en stond Hurley plots met 3-2 achter.

‘Ik zei het nog in de rust: we moeten niet helemaal excited worden en in de emotie domme dingen doen. Kalm en rustig blijven. Maar het werd juist onrustig. We kregen de goals veel te makkelijk tegen’, zegt Voskuil, die ook de 2-0 maakte.

Met een diepe zucht: ‘We moeten even heel goed naar onszelf kijken. Hoe we bij de goals onze man lieten lopen… We hadden afgesproken dat we scherp moesten zijn bij de counters, daar is Laren goed in. Het is wel heel zuur dat je dan alsnog daarop verliest. Eigenlijk is dat onacceptabel.’

Een van de twee rake sleepcorners van Voskuil. Foto: Bart Scheulderman

‘Zit niet zo te huilen, man’

Die chaos ontstond ook omdat bij Hurley de ene na de andere speler geblesseerd uitviel. Binnen drie minuten in het derde kwart strompelden zowel Laurens Nievelstein als Harry Martin naar de kant met hoofdblessures. Eerder in de wedstrijd werd Benjamin Walker geveld na een stevige botsing. Nievelstein had extra pech. Die was net weer opgelapt toen hij – met een enorm ei op zijn voorhoofd – omver werd gelopen bij een strafcorner.

Het zorgde ervoor dat de spanning opliep naar standje kookpunt, ook langs de lijn. Toen Hurley-coach Enzo Torossi zich druk maakte over het spel van de tegenstander na weer een blessuregeval, reageerde Allard van Heemstra, zijn collega van Laren, flink geërgerd: ‘Daar is toch geen opzet bij! Zit niet zo te huilen, man!’

Echte tranen werden er niet gelaten. Bij Hurley zijn ze er inmiddels ook wel aan gewend dat ze dit soort seizoenen beleven. Voskuil weet niet beter. Die kwam in 2020 – vanuit de Kampong-jeugd – naar het Amsterdamse Bos. Speelde twee jaar in de Promotieklasse en drie jaar op het hoogste niveau. In die drie hoofdklasseseizoenen won Hurley maar zeven wedstrijden. Lang verhaal kort: je moet een goed stel zenuwen en een dijk van een incasseringsvermogen hebben om speler of fan te zijn van de Amsterdammers.

Na zijn hoofdblessure keerde Harry Martin terug op het veld met een provisorische tulband. Foto: Bart Scheulderman

Weer een lastig jaar

‘Je weet waar je staat’, zegt de clubtopscorer berustend. ‘Ook dit jaar wisten we van tevoren dat het weer een lastig jaar zou worden. We willen heel graag een sterk fundament bouwen om een vaste waarde te worden in de Hoofdklasse. Maar we hoeven er niet om te liegen: we hebben niet het budget dat de meeste clubs hebben. Daar komt het grote verschil tussen de bovenste negen en de onderste drie vandaan.’

En zit het qua blessures al tijden niet mee. Vorig seizoen speelde Hurley amper in de beste opstelling. Tegen Laren miste de staartploeg ervaren krachten als Pim Wasser, Daan Dekker en Deegan Huisman. Nog een reden waarom het seizoen vooralsnog heel erg tegenvalt. ‘Je verwacht niet dat je na elf wedstrijden pas een punt hebt. We spelen niet slecht. We zijn soms dichtbij, laten het soms liggen. Hebben een groep jongens die het elkaar gunt.’

En dan die ene, confronterende conclusie, die de laatste plaats onderstreept. ‘Maar kwalitatief zijn we gewoon minder dan de meeste tegenstanders.’


Wat vind jij? Praat mee...