Jesse Mahieu werd kampioen én vader: ‘Luiers verschonen is leuk’

Het was het jaar van Jesse Mahieu (45). Hij leidde als coach tot ieders verrassing Pinoké in de lente naar de landstitel. Een half jaar later werd hij voor het eerst vader, middenin de voorbereiding op het WK als bondscoach van Jong Oranje.

Het is 15 december. Jesse Mahieu zit in Kuala Lumpur, in een koffietentje vlakbij het spelershotel van Jong Oranje, dat uiteindelijk vijfde zal worden op het WK. Tijdens het interview over zijn onvergetelijke jaar, licht zijn telefoon even op. Zijn schermachtergrond wordt zichtbaar.

Een foto. Van een babytje.

‘Loeki. Zo heet ze. Ze is nu zo’n drie maanden oud. Een geschenk. Ik ben natuurlijk 45 jaar. Ik heb weleens gedacht: misschien gaat het mij niet meer gebeuren. Ik heb het altijd al gewild om vader te worden. Maar het is niet zo gelopen. Tot nu. Het leven staat daardoor op z’n kop. Je hebt ineens allerlei gevoelens. Gevoelens waarvan je niet wist dat ze bestonden.’

Benoem ze eens.
‘Het is heel raar. Het woord ‘trots’ krijgt een heel andere dimensie. Want eigenlijk ben je standaard trots op haar. Op haar bestaan. Hoe ze zich ontwikkelt. En ook het begrip ‘liefde’ krijgt een andere laag. Je bent verliefd, vertederd door je kind. Vanuit Kuala Lumpur zijn we elke dag gaan videobellen. Dan ziet en hoort ze mij. Merk je iets van herkenning. Gaan die wenkbrauwtjes omhoog, de beentjes trappelen. Het gevoel dat je dan krijgt, bestond daarvoor nog niet. Het is gewoon prachtig. Zelfs luiers verschonen is leuk. Huilen is prima. Voeden ’s nachts, geen probleem. Het is allemaal goed.’

Ook als je naar Maleisië moet, voor drie weken?
‘In aanloop naar het toernooi kreeg ik het soms wat te kwaad. Het afscheid nemen vond ik lastig. We wisten wat er allemaal op de agenda stond. Dus we konden ons erop voorbereiden. Maar het is niet leuk om zo lang weg te gaan. Zeker niet als het allemaal nog zo nieuw is. We hebben een vast tijdstip afgesproken waarop we belden. Natuurlijk mis ik mijn vriendin en mijn kind. Maar er gebeurde hier ook zoveel. Ik ben minstens twaalf uur per dag aan het werk.’

Na de verloren kwartfinale in de EHL tegen Racing Bruxelles. Foto: Worldsportpics/Frank Uijlenbroek

Verandert het vaderschap jou als mens?
‘Wel een beetje. Ik ben er iets rustiger door geworden. Ik kon altijd al vrij goed relativeren. Dat is nog wat gegroeid. Ik laat mijn humeur wat minder beïnvloeden door resultaten op mijn werk. In het hockey dus. Dat betekent niet, dat ik het niet vervelend vind als we slecht presteren. Vroeger kon ik daardoor wel het plezier kwijtraken. Werd ik harder, directer. Nu schud ik dat negatieve gevoel sneller van mij af. Kijk: Loeki kan niet anders doen, dan zich totaal aan ons over te geven. Die moet gevoed worden en warmte voelen. Dan ga je dat toch niet doen met een chagrijnige kop omdat je net hebt verloren van weet-ik-veel-wie? Daar kan zij toch niets aan doen? Ik ben ook veel meer thuis gaan doen. Niet meer die wedstrijdanalyses maken op Pinoké in een kantoortje, maar op de bank, met Loeki op mijn borst. Je maakt andere keuzes als vader.’

Als kampioenscoach heb je natuurlijk ook meer privileges.
‘Haha. Zo zit het niet hoor. Maar ook dat geeft me wel rust. Ik kan het dus, kampioen worden met een team in de Hoofdklasse. We kunnen het dus, als Pinoké, terwijl we nog maar net komen kijken aan de top.’

Heeft die mijlpaal al een plekje gekregen?
‘Weet ik niet helemaal. Ik had vijf dagen vrij tussen onze kampioenswedstrijd en het nieuwe trainingsblok van Jong Oranje van zesenhalve week. In die periode waren er allemaal festiviteiten. Het ene feestje na de ander. Ik heb als speler bij Amsterdam meegemaakt hoe de tijd eruit ziet nadat je zo’n titel wint. Het liefst zit je een week lang met elkaar in de kroeg.’

Maar…?
‘Die periode heb ik even overgeslagen. Ik moest even afstand nemen. Mijn vriendin en ik zijn gaan zeilen. Even helemaal ertussenuit. Ik was vanaf begin februari tot eind mei bezig. Moest even weer fris worden. Ach, het is dubbel. Want je wil met elkaar ook van die prijs genieten. Dat heb ik achteraf iets te weinig gedaan. Want man, het is eigenlijk fenomenaal wat er gebeurd is.’

Vijf jaar geleden stonden jullie nog in de play-outs tegen Nijmegen.
‘Met een groot deel van de groep die nu kampioen is geworden. Maar voor mij begint het verhaal nog eerder, toen ik nog speler was bij Pinoké. De droom om de top te halen, bestond toen al. We misten op een goal de play-offs. Door een corner waar ik als lijnstop stond. Dus dit is voor mij een traject van vijftien jaar, sinds ik in 2008 terugkwam van Amsterdam.’

Dolbij met Miles Bukkens na het veroveren van de titel. Foto: Willem Vernes

In 2022 maakten jullie al indruk door de finale te halen.
‘Ja, maar of dat nou een voordeel was? Ik vond de jongens niet zo gemotiveerd de zomer uitkomen. Een beetje gemakzuchtig misschien. Een paar kwamen niet fit terug. De samenhang was weg. Ondertussen hadden ze het wel over kampioen worden. Dat was het volgende doel. Logisch. Maar ik zag die ambitie niet terug op het veld.’

Hoe fix je dat?
‘De resultaten waren nog wel aardig. Maar we speelden niet goed. Was ook niet leuk om naar te kijken. Gingen elke keer zo chagrijnig het veld af. Schaerweijde-uit, was iemand z’n scheenbeschermers vergeten. Stonden we tegen Voordaan met 4-0 voor, lieten we het lopen. Was het weer niet goed. In de winterstop hebben we daar wel over gesproken, maar ik kreeg het eigenlijk niet goed op de rit. Tot de EHL.’

Maar daarin verloren jullie juist in de kwartfinale.
‘En precies daarom ging er een knop om. Ook daar liep het niet. De beleving was er niet. In het spelershotel was iemand op de wedstrijddag nog met z’n werk bezig. Er waren een paar die hun spullen niet op tijd bij zich hadden. Dan speel je dus je eerste knock-out-wedstrijd in de EHL. Die nota bene door Pinoké werd georganiseerd.’

Dat is eh…niet best.
‘Zacht uitgedrukt. Kijk, je moet begrip hebben voor ieders situatie. De een heeft twee kinderen en een zware baan, de ander studeert en droomt over het Nederlands elftal en een derde heeft al olympisch goud op zak. Op onze EHL kwamen heel duidelijk de teamvoorwaarden naar boven. Waar staan we voor? Wat willen we echt met elkaar? Door die stomp op de neus, waren we daar heel bewust van.’

Tot welke conclusie kwamen jullie dan?
‘Dat er te veel jongens waren die niet leverden, voor wat er mogelijk was. Er was onderlinge, onuitgesproken irritatie. Daardoor liep het niet, ook niet tussen gasten die al tien jaar samenspeelden. Er was dus een soort huwelijkscrisis. We lieten elkaar wegkomen met middelmaat. Dus ja, dat was best een onaangenaam gesprek. Confronterend. Maar het had wel effect. Om succes te boeken, moet je ook slechte tijden met elkaar meemaken. Tijd met elkaar doorbrengen. Dat element kwam bij Jong Oranje ook weer terug op het WK.’

Mahieu als coach van Jong Oranje bij het WK in Kuala Lumpur. Foto: Worldsportpics/Will Palmer

Nog even terug naar het kampioenschap met Pinoké. 4-0 op ’t Kopje. Een ongehoorde uitslag.
‘Nou…we speelden de laatste jaren daar altijd goed. Bloemendaal ligt ons wel. Natuurlijk is 4-0 wel extreem, in een finale. Bij hen was het op. Mentaal en fysiek, ook door het lange jaar. Dat zij veel meer internationals hebben dan wij, is in ons voordeel geweest. Die waren klaar na al die maanden en een WK. Het is allemaal zo makkelijk om nu te zeggen. Maar toen we na de eerste finale (2-2) de video terugkeken, wisten we: hier zit veel meer in. We speelden zelf niet goed, maar hebben ervoor gezorgd dat zij niet scoorden. Een beetje on-Nederlands, misschien.’

Aldus de voormalige verdediger.
‘We hebben een tijdlang een uitspraak van een Amerikaanse NFL-coach in de kleedkamer gehad. Offence sells tickets, defense wins championships. Ik ben een liefhebber van mooi en aanvallend spel. Maar man, wat ik heb genoten van hoe wij Bloemendaal kapot hebben gecounterd.’

Wat was jouw mooiste moment op de kampioensdag?
‘Toen ik besefte dat het gelukt was. Zo’n acht minuten voor tijd, met een 4-0 voorsprong op zak. Ik kon het niet meer tegenhouden, stond gewoon te huilen langs de lijn. De camera was er direct bij, iedereen heeft dat gezien.’

Waar denk je dan aan op zo’n moment?
‘Aan de lastige maanden, die we ook hebben gehad. Aan de twijfel. Ik heb mezelf natuurlijk ook weleens afgevraagd of ik na al die jaren nog de juiste man was voor deze klus. En op zo’n moment ben je gewoon blij waarmee je bezig bent. Aan het genieten. Het is veel meer dan je vak uitoefenen.’

Mahieu werd eerder dit jaar ook gekroond tot Lid van Verdienste bij Pinoké. Foto: Koen Suyk

Vertel?
‘Hockey is zo vervlochten met mijn leven. Het ís mijn leven. Als mannetje van drie hield ik al een stick vast. Ik ging vroeger na school met een tasje ballen naar het veld om de corners van Floris-Jan Bovelander na te doen. Dat was op Best, waar mijn oudere broers in Heren 1 speelden in de Tweede Klasse. Ik loop inmiddels al negentien jaar rond op Pinoké. Ben zelf lid van de club. Ken jongens als Pieter Sutorius en Gijs van Wagenberg al vijftien jaar.’

Tot slot. Vader, clubcoach en bondscoach. Dat is wel veel hè?
‘Op het moment dat het goed gaat, houd je het makkelijk vol. Vooral in die dubbelweekenden van de Hoofdklasse was het wel aanpoten. Dan maak je wel idiote weken, waarin er gelukkig thuis ook wat minder van mij werd verwacht. De laatste maanden heb ik amper tijd voor mezelf gehad. Laat staan dat ik met vrienden in de kroeg heb gezeten.’

Hebben we daar een goed voornemen te pakken?
‘Haha, eigenlijk ben ik daar nooit zo van. Ik vind het heel leuk wat ik allemaal doe. En zeg maar eerlijk, het gaat toch ook best goed?’ 


Wat vind jij? Praat mee...