KZ is het even helemaal kwijt: ‘We vinden elkaar niet’

Het hoofdveld van Oranje-Rood was al minutenlang overgenomen door de hockeyende Eindhovense jeugd. Het eerste mannenteam van OR had al lang de kleedkamer opgezocht. Hun tegenstanders van Klein Zwitserland, die stonden er nog. Ze luisterden naar de lange preek van hun coach Omar Schlingemann.

Het deed wel een beetje denken aan de onvergetelijke tirade die Christoph Bechmann als coach van Harvestehuder ooit gaf in de rust van een EHL-duel. Noem dit de light versie. Want ja, Schlingemanns stem was van meters ver te horen. Hij maande iedereen om eens goed in de spiegel te kijken. Het vuur stond in z’n ogen. Maar zo woest als zijn Duitse collega, dat was de Haagse coach niet.

Natuurlijk sprak hij de groep in het Engels toe. De voertaal bij het internationale gezelschap dat Little Switzerland is. ‘Ik was niet pissig. Wel gepassioneerd’, zegt de extraverte coach vlak na en over zijn toespraak. ‘Ik zie dat de jongens echt met hun vorm worstelen. En ik zie ook hoe hard ze werken, ze trainen zich suf. Dan heeft het geen zin om boos te zijn. Maar het moet simpeler. Smoother, geolieder. We denken te lang na, komen een stapje te laat. Dat zie je vandaag, dat zag je vorige week tegen Amsterdam (toen KZ met 1-0 verloor, red.) en dat merk je ook op trainingen. We zoeken naar de flow.’

Schlingemann tijdens zijn opvallende nabespreking op het veld van OR. Foto: Bart Scheulderman

De balans in een groep is weg als je drie zwaargewichten terugkrijgt. Alsof er weer een nieuw team staat. KZ-verdediger Govert Soeters

Want de flow heeft KZ vooralsnog niet meegenomen naar 2022. Twee weken geleden begonnen ze de tweede seizoenshelft als nummer drie. Twee nederlagen later staan ze zevende. De val is hard, en dat kan-ie ook zijn doordat alles en iedereen tussen die derde en zevende plaats bijzonder dicht op elkaar staat.

Typerend voor dat vormgebrek was zondag het begin van het tweede kwart. KZ, net op een 2-0 achterstand gekomen, nam uit en binnen vijf tellen ging de bal over de zijlijn. De automatismen ontbraken soms volledig, zag ook verdediger Govert Soeters. ‘We waren pas laat weer compleet’, constateert de routinier, in de catacomben van het clubhuis. ‘Onze twee Aussies, Tom Craig en Tim Brand, en Nico Keenan (Argentijn, red.) waren vlak voor de eerste competitiewedstrijd weer terug. Tom heeft geen oefenwedstrijd mee kunnen doen. Nico eentje. De balans in een groep is weg als je drie zwaargewichten terugkrijgt. Alsof er weer een nieuw team staat. De hiërarchie wordt weer anders, het is weer opnieuw zoeken. Dat is nu nog steeds zo. Je zag het, we zijn zoekende. We vinden elkaar niet.’

Met beide benen op de grond

Schlingemann benadrukt dat hij niet met een beschuldigende vinger naar zijn groep wijst. ‘De eerste die naar zichzelf moet kijken, ben ik. Ik ben de eindverandwoordelijke. Hoezo voelen de jongens zich niet vrij? Waarom stappen ze niet door? Hoe komt het dat ze reactief zijn? Dat zijn momenten waarop je als coach diep moet graven.’

Soeters (rechts) en zijn teamgenoot Albert Beltran leggen het af tegen OR-aanvaller Jamie van Aart. Foto: Bart Scheulderman

‘We liepen vandaag achter Oranje-Rood aan’, stelt kind-van-de-club Soeters, die na dit seizoen stopt met tophockey. ‘Konden het niet belopen, kwamen constant in ondertalsituaties terecht. We verdienden ook geen punt.’ 

Met een zucht: ‘Dit zet ons met beide benen op de grond. Natuurlijk wisten we dat we op een plek stonden waar KZ twintig jaar niet gestaan had. Derde. Dat is fantastisch, waanzinnig. We hebben een half jaar gepiekt.’ Zichzelf moed insprekend: ‘En we staan nog steeds dichtbij hè, qua punten. Ja, oké. Zevende. Maar we praten nog niet over afhaken voor de play-offs of zo.’

Zeker is dat KZ zijn baken van rust op het middenveld, Steven van Rhede van der Kloot flink mist. De aanvoerder van de Steenbokken keek zondag geblesseerd toe in Eindhoven. Een paar weken geleden scheurde hij zijn kruisband.

Gijs van Merriënboer, zondag goed voor twee treffers, juicht. KZ kijkt gelaten toe. Foto: Bart Scheulderman

Verder is het zoeken naar antwoorden waarom de vorm nu ontbreekt. Schlingemann noemde het zelfs ‘een beetje apathisch’ zoals zijn team oogde. ‘Maar paniek is er niet. Juist nu kunnen we stappen maken. Je leert er geen reet van als het supergoed gaat. Dit hoort erbij als je beter wil worden. Laat maar zien uit welk hout we gesneden zijn.’

Wat er anders moet

‘Er moet wel wat veranderen’, zegt Soeters, die vervolgens lang nadenkt over de oplossing. Secondenlang is hij stil in het gangenstelsel onder het clubhuis. Er komen feestgangers uit heren-zoveel voorbij met een klotsende kan bier in de handen. Ze zoeken de wc. 

Soeters heeft ondertussen het antwoord gevonden. ‘We moeten het elkaar gunnen. Daarmee bedoel ik dat we het met elkaar moeten doen. Je ziet dat wanneer het minder goed gaat, onze dribbelaars – die daarin fantastisch zijn – het willen gaan oplossen. Maar als ook dat niet lukt, moeten we het echt met als team regelen. Niet als individuen. Daarvan moet iedereen zich bewust zijn.’ 


Wat vind jij? Praat mee...