Rotterdam is klaar met geploeter: ‘Kappen met balletjes breed’

Al vijf keer in het prille seizoen waren ze tegen puntenverlies aangelopen. De mannen van Rotterdam, de ploeg met de meeste internationals, hadden een uiterst stroeve start van de competitie. Ook zondag ging het absoluut niet vlekkeloos, maar werd er wel gewonnen, met 1-0 van Pinoké. Het was pas de tweede overwinning voor de vice-kampioen die dit hockeyjaar een nieuwe coach en een andere aanvoerder heeft.

‘Kap nou eens met die fokking balletjes breed!’

Thijs van Dam, sinds dit seizoen captain van Rotterdam, kon na een minuut of veertig zijn frustratie amper bedwingen. Wéér liep het moeizaam. Opnieuw werden er weinig kansen gecreëerd en koos de ploeg ook tegen Pinoké – met name in de eerste helft – vaak voor een veilige bal, in plaats voor een creatieve of impulsieve aanvallende ingeving. 

Vijf minuten na dat mini-uitbarstinkje van Van Dam, ging de zon toch nog schijnen aan de Hazelaarweg, toen Jeroen Hertzberger weer eens opstond en de tweede corner van Rotterdam benutte. Omdat Pinoké – eveneens matig aan de competitie begonnen – geen vuist meer kon maken, bleven de punten in het Schouten Zekerheid Stadion, zoals het onderkomen van Rotterdam sinds niet al te lange tijd heet.

Na afloop kon Van Dam wel lachen om zijn boosheid tijdens de wedstrijd. ‘Dat was een moment-opname. Die frustratie was niet helemaal nodig’, zegt de international. ‘Maar dat breed leggen doen we wel te veel, vind ik. We speelden de afgelopen tijd te vaak met het hoofd in plaats van met het hart. Dat ging ten koste van de overtuiging en beleving. We speelden niet met onze ballen op het hakblok. Hockeyend was het de afgelopen weken niet goed genoeg. Maar ook deze mentaliteit – die echt nodig is – was er te vaak niet. Vandaag was dat gelukkig veel beter. Niet alles ging goed, maar we werkten wel hard.’

Van Dam in duel met Jacob Draper van Pinoké. Foto: Rob Römer

Een vroege must-win

Tot zondag won Rotterdam alleen van promovendus Hurley (8-3). Maar naast die klinkende zege werd er vooral heel veel gemorst. Ze verloren er maar eentje, van koploper Den Bosch (4-3). Maar ook tegen HDM op de eerste speeldag (1-1), Oranje-Rood (4-4), Kampong (3-3) en Amsterdam (ook 3-3) liet de nummer twee van het afgelopen jaar punten liggen.Het was niet de seizoensstart die we voor ogen hadden’, is de logische conclusie van Van Dam.

Daar kan zijn nieuwe coach Erik van Driel zich wel in vinden. Hij kwam in de zomer over van rechterrijtjeploeg HDM, toevallig de eerste tegenstander van Rotterdam dit seizoen. ‘Als het eerste resultaat dan tegenvalt, gaat het constant over ‘wat er anders had gemoeten’, zegt de coach. Hij raakte door de slow start bij zijn nieuwe club niet van de leg. ‘Zoiets kan voor stress zorgen. Maar je bepaalt zelf hoe je met zo’n situatie omgaat. Het maakte mij juist strijdbaar.’

‘We speelden niet dramatisch, maar we haalden niet genoeg punten om bovenin mee te doen’, zegt Van Dam, die de groen-witte aanvoerdersband overnam van Hertzberger. ‘Dan kom je op een gegeven moment in een fase waarin je móét winnen, als je wil aanhaken. Het is vrij vroeg in de competitie, maar daar zijn we al wel in beland. Deze wedstrijd tegen Pinoké was een must-win als we dit seizoen mee willen doen om de prijzen. En ja, daar hebben we ook het team voor. Dat steken we ook niet onder stoelen of banken.’

Van Driel – in korte broek – coachend tegen Pinoké. Foto: Rob Römer

Het sterrenensemble dat z’n USP te weinig toonde

Een team met maar liefst zeven leden van de trainingsgroep van het Nederlands elftal. Tel daarbij nog Justen Blok (tijdelijke pauze bij Oranje), oud-international en alltime-competitietopscorer Jeroen Hertzberger en de Spaanse olympiërs Joaquin Menini en Marc Recasens en je hebt precies een elftal (!) van internationale allure. Een selectie die in de zomer ook weinig veranderde, maar er kwam dus wel een nieuwe staf. ‘Met elkaar willen we wat aanpassingen doen’, zegt Van Dam. ‘Vorig seizoen kregen we te veel goals tegen. Daar willen we aan werken. Maar daar slaagden we niet in in die eerste wedstrijden. Dat zorgde voor frustratie en onrust.’

Los van al die tegengoals dit seizoen – liefst zeventien in zes wedstrijden – ging het aanvallend ook minder gesmeerd. ‘We zijn een countermachine. Een ploeg met heel veel power naar voren. Omdat we te veel nadachten – te bedachtzaam speelden – lieten we te weinig ons USP (Unique Selling Point) zien. Onze identiteit die we met Rotterdam hebben opgebouwd. Paniek is er niet geweest. Omdat de potentie er wel altijd was.’

Van Driel wil natuurlijk de speerpunten van zijn ploeg benutten. ‘Het gaat vooral om vertrouwen. In elkaar, in het spel. Ik geloof erin dat je eerst een goede structuur moet neerzetten. En daarna meer vrijheid kan geven. De een vindt dat fijn. De ander krijgt het al benauwd bij het woord structuur. Verandering zorgt in eerste instantie vaak voor onrust. Maar inmiddels gaan we met elkaar de goede kant op. Het spreekt voor zich dat we na alle tegengoals van de afgelopen tijd heel erg blij zijn dat we de nul hebben gehouden.’

Rotterdam-captain Thijs van Dam. Foto: Rob Römer

Waakzaam zijn

Maar dat spreekwoord van die zwaluw en die zomer, die kennen ze in Rotterdam ook. De tweede seizoenszege betekent niet dat de wereld er compleet anders uitziet voor de nummer zeven van de Hoofdklasse, die overigens nog wel een inhaalwedstrijd tegen Bloemendaal voor de boeg heeft. ‘We geven nog steeds te vaak balletjes terug. Of breed’, zegt Van Dam grijnzend. ‘Al ben ik wel blij met de mentaliteit die we toonden. Ik heb vertrouwen in de komende weken.’

‘Dit zorgt voor een heel andere start van de week’, ziet Van Driel. ‘Nu hoef je niet meer een berg zand weg te scheppen, maar kan je meteen verder bouwen. Maar we moeten ook waakzaam zijn. Na de EHL was het gevoel ook goed, maar ging het daarna in de competitie minder. We zijn aangehaakt bij de ploegen boven ons. That’s it. Nu moeten we door. De komende twee wedstrijden tegen Nijmegen en SCHC moeten zes punten én goed spel opleveren.’


Wat vind jij? Praat mee...