Rotterdam wil leren van rampjaar: ‘Ze moeten hier bang zijn’

Natuurlijk was het ‘maar’ een oefentoernooi. Maar zondagmiddag hervonden de mannen van Rotterdam weer aan de eigen Hazelaarweg een beetje hun glans, die vorig seizoen zo ver weg was. De winst op het ABN AMRO Weekend is op z’n minst een goed voorteken voor het aanstaande hockeyjaar.

De gigantische beker, een sloot aan medailles, fris spel in een doelpuntrijke finale en – ook in 2022/2023 is-ie nog te horen – het onvermijdelijke I will survive van de Hermes House Band. In de spelerstunnel pufte Tjep Hoedemakers, de maker van de tweede goal tijdens de 5-3 finalezege op Kampong, tevreden na.

‘Dit is in ieder geval een goed begin’, zei de aanvaller tevreden. ‘We willen op ons eigen veld sterk zijn. Tegenstanders moeten hier bang voor ons zijn. Afgelopen seizoen verloren we thuis met 5-0 van Amsterdam en met met 7-0 van Pinoké. Dat is Rotterdam onterend. We willen juist wat uitstralen. Dat hebben we tegen Kampong wel redelijk laten zien.’

Rotterdam met de beker van ABN-toernooi. Foto: Bart Scheulderman

De extreme teleurstelling van plek negen

De spits heeft dus geen voorzet nodig om de link te leggen naar het vorige seizoen, waarin Rotterdam extreem teleurstelde. Mager was een understatement voor de negende plaats, zeker omdat de ploeg uit de havenstad het jaar daarvoor nog de play-offs haalde. Het rampjaar zit nog vers in het geheugen bij Hoedemakers.

‘Ja, natuurlijk’, geeft hij snel toe. ‘Vorig seizoen wil je eigenlijk het liefst vergeten. Maar dat doen we niet. We willen ervan leren. Praten erover. Wegstoppen is juist verkeerd. Dat begint met die uitstraling. Het moet hier niet makkelijk zijn om te winnen. Dat was nooit zo, tot vorig seizoen.’

De borst moet dus vooruit bij Rotterdam. ‘Onder andere ja’, stelt Hoedemakers. ‘We moeten niet over ons heen laten lopen. Laatst zagen we beelden van vorig seizoen terug. Een wedstrijd waarin we in de eerste minuut een corner tegenkregen…’

Simpeler, met een nieuwe coach

Er klinkt iets van ongeloof in zijn stem. Hoe het nou zo kon lopen? Tijdens het afgelopen seizoen probeerden al verschillende spelers een vinger op de zere plek te leggen. Thijs van Dam concludeerde vroeg in het seizoen al dat er ‘met poep in de broek’ werd gespeeld. Kort voor de winterstop stelde Jeroen Hertzberger dat Rotterdam te veel ‘Manchester City-achtig’ wilde hockeyen en het zichzelf veel te moeilijk maakte. Daar sluit Hoedemakers zich wel bij aan. ‘We stelden keuzes uit, speelden ballen niet in. Het moet dit seizoen simpeler. Dat hebben we met elkaar afgesproken.’ Vrij ad rem: ‘Nu nog doen.’

Nieuw bij Rotterdam: hoofdcoach Robin Rösch. Foto: Bart Scheulderman

Op de bank zit er dit seizoen een nieuw gezicht bij Rotterdam. Robin Rösch is de opvolger geworden van Albert Kees Manenschijn, die na zes jaar afscheid nam. ‘Hij komt uit Duitsland hè, dus is er veel aandacht voor de verdediging. Het is even wennen dat we wat lager staan. Aan de andere kant hebben we een ploeg met veel snelheid en hebben zo ruimte om te counteren. Daar houd ik wel van’, zegt Hoedemakers, die te boek staat als een van de rapste spelers van de Hoofdklasse.

‘Ik kende Robin niet, had ‘m nooit gezien of gesproken. Maar vanuit de groep hoorde ik goede geluiden. Oud-spelers als Maurits Hertzberger en Hidde Turkstra kennen hem nog als zaalbondscoach. Robin is heel duidelijk. Dat wilden we ook graag. Voor de rest zien we het graag op ons afkomen. Tot nu toe zijn we zeer tevreden.’

Nieuwe aanwinsten in verkeerde shirts

Dat mag Hoedemakers ook zijn over de twee in het oog springende aanwinsten. Allereest international Steijn van Heijningen – zondag spelend in het shirt van de gestopte Tristan Algera – en de Britse routinier Adam Dixon, die in een naamloos polo’tje op het veld stond. Rotterdam lijkt er door hun komst sterker op geworden dan vorig seizoen.

Harry Martin en Guus Jansen tijdens de finale in duel met Kampong Terrance Pieters. Foto: Bart Scheulderman

‘Dat weet ik wel zeker’, zegt Hoedemakers resoluut. ‘De club heeft bewuste aankopen – tussen aanhalingstekens – gedaan. Steijn is technisch een van de beste spelers van de Hoofdklasse. Hij brengt wat we vorig seizoen misten. Iemand die een versnelling heeft vanaf het middenveld. Dixon neemt de plaats in van Tristan, geeft achterin rust en heeft een paar Olympische Spelen op zijn naam. Daarnaast kent-ie de club, omdat hij hier al eerder heeft gespeeld.’

Tel daarbij alle internationals en jeugdinternationals op en de verwachtingen mogen weer ouderwets hooggespannen zijn in de havenstad. ‘Alle facetten zijn er om een streep te zetten onder het vorige seizoen’, beseft Hoedemakers. ‘Maar het is niet zo dat we nu, doordat we de ABN AMRO-cup winnen, het hoog in de bol krijgen. We willen de top-vier van vorig seizoen aanvallen. Zijn we een ploeg die daarbij kan horen? Ik vind van wel. Gaan we het waarmaken? Dat gaan we zien.’

Een hockeyjaar met kansen, dromen en hervonden ambities. Rotterdam hunkert naar het nieuwe seizoen. Naar een verse start, in september.


Wat vind jij? Praat mee...