Van der Drift jaloers op internationals Bloemendaal

De helft van de selectie van Bloemendaal mag tijdens deze tweede ‘hockeylockdown’ als international gewoon doortrainen, terwijl de niet-internationals noodgedwongen met loopschema’s in de weer moeten gaan. Vanaf dinsdag komt daar verandering in. Dan maken ook zij – in groepjes van vier – hun rentree op het hockeyveld. ‘Ik denk dat we niet worden gespaard de komende weken’, blikt Yannick van der Drift vooruit.

De mannen van Bloemendaal tellen vijf Oranje-klanten, twee buitenlandse internationals en in de vorm van Rick Mathijssen een hoofdtrainer die ook assistent-bondscoach is bij de Oranje Heren. Zij behoren allemaal tot de uitzondering van de aangescherpte maatregelen, waarbij alleen eredivisievoetbal voor mannen en vrouwen, eerste divisie voor mannen en sporters met de olympische A-status wel in teamverband mogen blijven sporten.

Machteloos

Hoe is dat voor een niet-international als Van der Drift? ‘Iedereen begrijpt dat de internationals een vrijstelling krijgen’, reageert de 23-jarige aanvaller in eerste instantie politiek correct. Hij ging de afgelopen week meer dan ooit naar de sportschool en kreeg loopschema’s mee om individueel aan de slag te gaan. ‘Het is aanpassen, je doet er niks aan. Ik kan niet anders dan het accepteren en er het beste van maken.’

Archiefbeeld van Yannick van der Drift tijdens de wedstrijd tegen Kampong. Foto: Koen Suyk

Toch voelt Van der Drift zich machteloos bij de situatie, zo geeft hij aan. ‘Natuurlijk ben ik een beetje jaloers op de jongens die wel mogen hockeyen. Het liefste sta ik gewoon met de hele groep op het veld.’

Dat stond hij vorige week nog, op hetzelfde moment dat premier Mark Rutte het volk in de persconferentie toesprak en de aangescherpte maatregelen verkondigde. ‘We wisten toen door alle roddels wel hoe laat het was, alleen was er wat discussie over hoe we ‘topsport’ moeten interpreteren.’

Alle spelers Bloemendaal weer op trainingsveld

‘Ik had niet meteen het idee dat het klaar was voor vier weken’, vervolgt Van der Drift. ‘Rick had via Oranje al wel wat geluiden gehoord dat alleen de internationals in aanmerking kwamen voor de uitzondering. Gelukkig hebben wij als niet-internationals alleen de donderdag- en vrijdagtraining gemist en mogen we vanavond weer.’

Yannick van der Drift in duel met Teun Kropholler van Kampong. Foto: Koen Suyk

Zij het in aangepaste vorm. In beginsel wordt de dubbeltraining op dinsdag een enkele training, want ‘we mogen niet in de kleedkamer, niet douchen en niet op het complex eten’. ‘Ik zou ook niet weten waar we tussen de trainingen zouden kunnen gaan zitten. Ergens buiten met een dikke jas aan is ook geen optie.’

De spelers van Bloemendaal trainen in groepjes van vier en op anderhalve meter. ‘Verder dragen we mondkapjes tijdens meetings en zitten we niet te veel met elkaar in dezelfde auto. Anders dragen we ook dan mondkapjes. We houden ons netjes aan de regels, dankzij onze manager Feiko (Keilholz, red.).’ Van der Drift schiet in de lach. ‘We noemen hem gekscherend ‘de boa’. Feiko houdt ons goed in het gareel.’

‘Wij zijn nog steeds klaar voor de topper tegen Kampong’

De komende drie weken staat Van der Drift met een select groepje op het veld. Alles om zich op en top voor te bereiden op de herstart van de competitie. De eerstvolgende wedstrijd in de Tulp Hoofdklasse Heren is er meteen één om je vingers bij af te likken: Kampong thuis. Als die wedstrijd er dit seizoen überhaupt nog gaat komen.

Als het aan het Castricumse talent ligt wel. ‘Het gaat te hard om de competitie er helemaal uit te gooien. Ik ben een groot tegenstander om wedstrijden te vroeg af te gelasten. Dat is vorig seizoen al gebeurd in de Hoofdklasse. Wat mij betreft kon de hockeybond die nog heel lang openhouden, aangezien niemand toch iets beters te doen had. Niemand kon op vakantie, waarom konden we de competitie niet gewoon in de zomer uitspelen?’

Yannick van der Drift tijdens de wedstrijd tegen Den Bosch. Foto: Koen Suyk

Van der Drift pleit er in ieder geval voor om zoveel mogelijk wedstrijden in de eerste seizoenshelft uit te spelen. ‘Het duurt nog een paar maanden voor de tweede seizoenshelft.’ Bovendien, zo weet hij, kan het zomaar zo zijn dat er na elf wedstrijden al een kampioen wordt aangewezen. ‘Daar hebben wij rekening mee gehouden.’

‘Natuurlijk worden we liever kampioen met volle tribunes op ’t Kopje tijdens de play-offs, maar als dat er niet in zit, willen wij graag kampioen worden na elf wedstrijden. Wij waren klaar voor de topper tegen Kampong en dat zijn we nog steeds. Wij willen een tik uitdelen.’