Na de Promotieklassers en de Hoofdklasse Dames zetten we ook bij de belangrijkste herencompetitie een streep onder de eerste seizoenshelft. Wie vielen er mee, op, tegen of door de mand? En wat waren juist de positieve uitschieters in de Hoofdklasse Heren?
De plussen
We hadden voorafgaand al het seizoen al het volste vertrouwen in Den Bosch. De komst van Oranje-captain Thierry Brinkman moest en zou de Brabanders een impuls geven. Een zet vanuit de middenmoot richting de top-vier. Play-offs waren een ambitie aan de Oosterplas, maar nog geen must. Die doelstelling mogen ze wel weer even opnieuw bekijken. Want wat gingen ze als een speer. Het duurde tien wedstrijden voordat ze een wedstrijd verloren. Met maar liefst 27 punten uit twaalf duels presenteert Den Bosch zit niet als een hemelbestormer, maar als een regelrechte topclub. Het gat met de vijfde plek is inmiddels acht punten. De eerste seizoenshelft, waarin ze bovendien neo-international Pepijn Reyenga amper konden inzetten, ging van een leien dakje. Den Bosch doet zichzelf enorm tekort als de dit seizoen buiten de top-vier eindigen. Een ploeg die het iedereen lastig kan maken, mag verder dromen dan een halvefinale-plek.
De enige club die voor de winter van Den Bosch won, is de andere seizoensurprise. Wat hadden ze het de afgelopen jaren zwaar. Amsterdam reeg de negatieve clubrecords aaneen. Knokte een jaar geleden nog tegen degradatie. En kijk waar ze nu staan. Alsof ze klok een paar jaar is teruggedraaid. Er geen sportieve crisis is geweest. Amsterdam swingt, kolkt en stormt en heeft het chagrijn van zich afgespoeld. Die negatieve cijfers zijn ingeruild voor doelpuntenregens. Liefst acht (van de twaalf) keer maakte Amsterdam drie of meer goals. Het publiek geniet weer in het Wagener. De eerste playoff-deelname in drie jaar komt dichter en dichterbij.
Ook Bloemendaal moeten we niet vergeten in dit rijtje. Het lijkt ontzettend vanzelfsprekend dat de recordkampioen de winter ‘gewoon’ weer ingaat als koploper. Maar dat is het niet. Zeker niet omdat kopstukken Thierry Brinkman en Arthur Van Doren in de zomer vertrokken en Jorrit Croon nog geen minuut speelde door zijn enkelblessure. Het veranderde weinig aan de resultaten van Bloemendaal, dat ook zonder die grote drie onder de teruggekeerde Michel van den Heuvel heel constant en soeverein voor de dag kwam. Ondertussen zijn ze op ’t Kopje ook twee internationals rijker: Lucas Veen en Casper van der Veen debuteerde onlangs in Oranje. Nogmaals een bevestiging dat het kwalitatief echt wel goed zit bij De Mussen.
De minnen
Pinoké gaat als minste topploeg 2025 in. De Steekneuzen zijn weer wat ze tot drie jaar geleden waren: de nummer twee van Amsterdam. Ze doen vooralsnog niet mee om de bovenste plekken. En dat was wel wat we de laatste seizoenen van ze gewend waren. Pinoké won pas vier keer; alleen van ploegen die net als hen in het rechterrijtje staan. We beseffen het, het is dringen aan de top. Maar een schamel puntje in zeven duels met de playoff-concurrenten is simpelweg veel te weinig voor de kampioen van 2023. Meer dan bemoedigend is wel de dadendrang van Miles Bukkens, die alles raak schiet wat los en vast zit. Hij staat als op zeventien treffers, een persoonlijk record, waarmee hij mede topscorer is. Pinoké is enorm (misschien wel te) afhankelijk van Bukkens en zijn adjudant Boris Aardenburg. Samen maakten ze 23 van de 29 doelpunten van de Amsterdammers, die moeten uitkijken voor een kleurloos seizoen.
Ze zullen het in Bilthoven niet leuk vinden, maar we ontkomen er niet aan om hier ook SCHC op te schrijven. Binnen een paar dagen veranderde hun competitieperspectief van zoet, naar zout en vervolgens naar zuur. Natuurlijk doelen we op de puntenaftrek die Stichtsche in de voorlaatste ronde ontving, doordat er tegen Kampong een niet-speelgerechtigde speler werd opgesteld. Hun puntenaantal ging van zes naar drie en opeens kreeg SCHC de rode lantaarn in handen geduwd. Toen een paar dagen later ook de degradatiekraker tegen Hurley werd verloren, was de rampweek compleet voor Jeroen Groenheijde en zijn mannen. SCHC moet in het nieuwe jaar met gedroogde tranen vol in de achtervolging op de nummer elf, tien en negen (ook dat kan nog) en heeft geen tijd meer te verliezen.
De vraagtekens
Behalve Bloemendaal, Den Bosch en Amsterdam was er in de seizoenshelft geen topclub die overtuigde. De andere vier potentiële playoff-teams maakten allemaal een crisis(je) door en gingen als Bambi op het ijs door de eerste twaalf duels. Het was dus wankel wat Kampong, Oranje-Rood, Rotterdam (en dus ook Pinoké) lieten zien. Bij de herstart in maart is kampioen Kampong de nummer vier van het land. Maar de marges op de rest van bovengenoemd zwikkie zijn piepklein. Rotterdam heeft bijvoorbeeld evenveel verliespunten als Kampong en moet nog inhalen tegen Bloemendaal. OR is nu de nummer vijf, maar ook dat kan na een speelweekend alweer helemaal anders zijn. Pinoké zit nu echt even in de wachtkamer. Maar iedereen in de top-zes doet helemaal mee in de playoff-strijd. Dat is ondanks al het gekwakkel ook heel erg leuk voor de neutrale toeschouwer.
En ja, zetten ook een vraagteken(tje) bij HDM, de huidige nummer negen. We hadden namelijk soms geen idee wat we kunnen verwachten van de altijd taaie Haagse formatie. Soms verrassen ze met een gelijkspel tegen Rotterdam (twee keer zelfs) of met een dikke zege (5-0) op Hurley. Daartegenover staat liefst zeven nederlagen, maar negen punten, veel tegengoals en vooral een bizarre stortvloed aan kaarten bij HDM, dat slechts in één wedstrijd niemand op het strafbankje had zitten. Met 21 prenten zijn ze koploper van het kaarten-klassement. Om precies te zijn waren dat zeventien groene, drie gele en een zeldzame rode. Die was voor de Engelsman Will Calnan in nota bene zijn eerste Hoofdklasse-week. Het temperament en de emoties lopen dus geregeld hoog op bij HDM. De zorgen ook, als ze in Den Haag niet uitkijken. Het gat met nummer tien Hurley bedraagt maar twee punten.
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.