Amsterdam beduusd van titel: ‘Dat dit gebeurt na alle lastige jaren…’

Het Wagener Stadion barstte uit zijn voegen, nadat thuisploeg Amsterdam ten koste van Kampong zijn eerste titel in dertien jaar had veroverd. Overal waren fans. Soms was er een plukje te zien van een wit spelershirt. In die heerlijke euforie keken aanvoerders Boris Burkhardt en Floris Middendorp hun ogen uit. ‘Ongelooflijk. Wat is dit mooi.’

Het was een enorme chaos, donderdagavond in het Wagener, zo’n tien minuten na de wedstrijd. Overal liepen fans. Fans met telefoons die een selfie wilden. Fans met plastic kannen bier die hun kampioensfeestje direct vierden. En fans die vooral wilden feliciteren. En natuurlijk gingen die met name naar Boris Burkhardt toe. Het goudhaantje, die zijn hoofd weer eens ijskoud hield. Zijn rake strafbal in de shoot-outs was de winnende in een zinderende wedstrijd.

Burkhardt beseft nog amper wat er is gebeurd. ‘Ongelooflijk. Wat is dit ontzettend mooi’, stamelt de spits, op het veld. Hij wacht tot het erepodium wordt opgebouwd. Het bloed van de wedstrijd zit nog aan zijn shirt. Ondertussen krijgt hij de ene schouderklop na de andere. ‘Ik kan het nog amper geloven. Dat duurt ook nog wel even. Moet je eens kijken. De fans blijven maar naar ons toekomen.’

Foto: Willem Vernes

In het hoopje in de hoek

Ze staan in de rij om hem te feliciteren. De topscorer van Amsterdam, die zelf geen shoot-out hoefde te nemen. Maar wel paraat stond als strafbalspecialist. En in de rol stond hij achter de bal. Natuurlijk wist-ie precies hoe laat het was. Rustte er een enorme verantwoordelijkheid op zijn schouders. ‘Ik dacht alleen maar: rustig ademen, binnenschieten. Verder niets. Tenminste, dat probeer ik op zo’n moment. Ja, dat is niet makkelijk in deze omstandigheden. Maar ik heb het al zo vaak gedaan, daar moet ik op vertrouwen.’

Lachend: ‘En nadat die bal zat, wist ik dat ik naar het midden van de tribune wilde. Daar zitten de mensen die hier dag en nacht mee bezig zijn. Maar ik raakte in een hoopje in de hoek terecht. Met Olivier Paalman, die geweldig keepte in de shoot-outs. Daarna heb ik geen idee wat we gedaan hebben. We waren alleen maar blij.’

Terwijl Burkhardt dat zegt moet hij al meelopen richting de tv-camera’s van de NOS en Viaplay, die ook de goalgetter willen interviewen. Hij wordt geleefd. Gaat zigzaggend door mensen. Krijgt een stevige handdruk en een diepe dankbare blik van Amsterdam-icoon Joep Brenninkmeijer. Ontvangt een dikke high-five van oud-teamgenoot Fergus Kavanagh.

Foto: Willem Vernes

Fakkel en een kampioensshirt

In die mêlee denkt Burkhardt na over de wedstrijd waarin Amsterdam zich terugknokte van een vroege achterstand. Daardoor moesten ze ineens twee goals goedmaken. ‘Eigenlijk vond ik onze tweede goal het mooiste moment van de dag. Toen waren we terug in de wedstrijd.’ Ondertussen krijgt hij een fakkel en een kampioensshirt in de handen gedrukt. ‘Oh man. Dat dit gebeurt na al die lastige jaren. Hier doe je het voor. Dan is het elke opoffering waard.’

Naast hem staat Floris Middendorp, die net zijn blauwe kampioensshirt heeft aangetrokken. ‘Ik kan het ook allemaal nog niet bevatten, hoor’, zegt de international een beetje verontschuldigend. ‘Er komt nog niet zoveel bij mij binnen op dit moment. Dit is het mooiste team dat er is. En ook de mooiste club van het land. Kijk dan! Zoveel mensen, zoveel die blij zijn. Zelfs mensen die al jaren in het hockey rondlopen hebben dit nog niet gezien.’

Om hem heen gaan de kannen bier in het rond. Het Wagener lijkt wel onderdeel van het Leidseplein. Een grote buitenkroeg. Het contrast met de twee achtste plaatsen van de afgelopen twee jaar kan bijna niet groter. Middendorp bleef zijn club ook in die periode trouw. Piekerde niet over een vertrek.

Floris Middendorp viert een rake shoot-out. Foto: Bart Scheulderman

Drie maanden elfde

‘Je moet altijd blijven als het moeilijk wordt. Dat heb ik altijd geweten. We hebben de boel bij elkaar gehouden. We zijn door zo’n diep dal gegaan vorig jaar. We stonden drie maanden elfde. En natuurlijk zijn er in de zomer versterkingen gekomen. Maar dat het nu zo loopt? Dat is echt bizar mooi.’

En daar speelde Middendorp zelf ook een grote rol in. Met twee schitterende acties, die de 1-1 en 2-1 opleverden, kantelde hij de wedstrijd. ‘Bedankt voor de complimenten daarover. Maar het gaat niet om mij. Ik kan alleen zo spelen in zo’n team. Waarin je vrijheid krijgt. Niemand zeikt als je een bal verliest. De verdedigers zoveel meters voor je maken, om het voor anderen op te lossen. Dan komt het echt niet per se door mij dat we dit doen.’

Hij kijkt eens naar zijn fonkelnieuwe shirt. ‘Hadden ze blijkbaar rekening mee gehouden dat het daadwerkelijk zou lukken. Moet je normaal niet doen hè?’, zegt Middendorp tegen zichzelf. Hij herpakt zich meteen. ‘Nou, weet je? Ik vind misschien dat je dat dus wel moet doen. Want ook wij vlogen deze wedstrijd ook aan met de gedachte dat het echt kon.’

En nu? Hoe gaat Amsterdam van deze schitterende triomf genieten? ‘Ik weet het echt nog niet. Ik ga mij laten leiden en er vooral van genieten.’


Wat vind jij? Praat mee...