‘Wij gaan de titelstrijd winnen.’ Woorden die je voorheen niet snel hoorde uit de mond van een SCHC-coach, maar Gilles van Hesteren sprak ze afgelopen weekend uit, voor de tweede keer zelfs. Niet eerder klonk een coach van Stichtsche zó uitgesproken over het winnen van de landstitel, een prijs die de club uit Bilthoven nog nooit heeft veroverd.
Stichtsche en finales: het blijft een ongelukkig huwelijk. Vijf keer stond de club in de eindstrijd om de landstitel (2014, 2015, 2022, 2023 en 2024). Vijf keer ging het mis. Die littekens vormden de basis voor een voorzichtigheid die in Bilthoven jarenlang de toon bepaalde in interviews. Verwachtingen werden onder voorgaande coaches Lucas Judge en Nettie van Maasakker getemperd, in ieder geval naar de buitenwereld toe. Druk moest zoveel mogelijk worden vermeden.
Die voorzichtige houding leefde niet alleen binnen de technische staf. Ook in de spelersgroep klonk kritiek op de hoge verwachtingen. Illustratief waren de uitspraken van oud-international Laurien Leurink, vorig seizoen na de uitschakeling in de Euro Hockey League tegen Den Bosch. Hardop vroeg ze zich af waarom er überhaupt zo veel van SCHC werd verwacht.
‘De buitenwereld blijft maar zeggen: wanneer komt het? Dat snap ik niet. We hebben nog nooit gewonnen. Waarom wordt dat dan van ons verwacht? Soms lees ik ergens: Het moet nu gewoon een keer voor SCHC gebeuren… Dan denk ik: hoezo? Ik snap niet waarom. Den Bosch heeft de landstitel een miljoen keer gewonnen. Waarom moeten wij ‘m dan winnen?’

Gilles van Hesteren is bezig aan zijn eerste en laatste seizoen van SCHC. Foto: Willem Vernes
Van Hesteren breekt met het verleden
Van Hesteren denkt daar duidelijk anders over. Hij kiest voor een rechtlijnige aanpak die breekt met het verleden. In 2013 veroverde hij als assistent-trainer bij Amsterdam de landstitel, onder de vleugels van Alyson Annan. In 2021 won hij op eigen benen de Belgische landstitel, als hoofdcoach van de mannen van Dragons. Ervaringen die hem de bagage geven om bij SCHC met vertrouwen de strijd om de landstitel aan te gaan.
Die uitgesproken houding past bij zijn tijdelijke rol. Van Hesteren weet dat zijn tijd bij SCHC eindig is: na dit seizoen vertrekt hij en wordt hij opgevolgd door Hurley-coach Robbert van de Peppel. Wat hij zegt, kan hem volgend seizoen niet meer worden nagedragen bij SCHC. Bovendien heeft hij – anders dan een groot deel van zijn selectie – nog geen littekens van verloren NK-finales. Hij kan zich die bravoure veroorloven.
Zijn houding weerspiegelt bovendien zijn karakter: hij deinst niet terug voor uitgesproken of scherpe uitspraken. Dit seizoen liet hij zich meerdere keren kritisch uit. Zo uitte hij bij Viaplay zijn onvrede over het speelschema: 20.30 uur is volgens hem voor doordeweekse wedstrijden ‘te laat’ en toppers horen ‘niet doordeweeks, maar in het weekend’ te worden gespeeld.
Ook op het spel van Den Bosch was hij na de uitschakeling in de Euro Hockey League ongewoon kritisch: ‘Als je kijkt naar de corners die Den Bosch gekregen heeft tegen ons: daar is er eigenlijk niet één terecht van. Dat meen ik. Zij doen iets heel slims, alleen niemand ziet het. Niemand is ermee bezig. Ze springen tegen spelers aan, lopen tegen sticks die stil liggen. Kijk de beelden maar terug. Ze pakken er telkens corners mee. Dat doen ze superhandig. Alle lof voor hen, want het wordt al jaren toegestaan.’

Van Hesteren was eerder coach van de mannen van SCHC. Foto: Bart Scheulderman
‘In mei willen we op het hoogste schavot staan. Dat gaat lukken ook’
Toch klonk hij aan het begin van het seizoen nog een stuk voorzichtiger. Toen Viaplay hem destijds vroeg of hij SCHC als titelfavoriet zag, hield hij zich nadrukkelijk op de vlakte: ‘Dat weet ik niet. Ik durf best de voorspelling te doen dat drie teams gaan strijden om de titel. Na 22 wedstrijden gaan we pas praten over wie de favoriet is.’
Dat veranderde na de Euro Hockey League, waar hij voor het eerst zag hoe zijn ploeg reageerde onder druk. ‘Ik begin ze nu pas een beetje te leren kennen, als er wat meer druk komt kijken. Dat is in de competitie nooit het geval geweest. Ik zie andere dynamieken ontstaan nu het een keer spannend is.’
Vanaf dat moment klonk Van Hesteren anders. Stelliger. ‘In mei willen we op het hoogste schavot staan. Dat gaat lukken ook. Daar ben ik echt van overtuigd, anders was ik er nooit aan begonnen.’ Zelfs over de verloren wedstrijd klonk hij overtuigd: ‘Als we ‘m nu nog eens zouden mogen spelen, weet ik zeker dat we ‘m winnen.’

SCHC staat in de NK-finale tegen Den Bosch. Foto: Willem Vernes
‘Wij gaan de titelstrijd winnen’
Maar bravoure alleen is niet genoeg. De cijfers liegen niet. Dit seizoen slaagde SCHC er nog niet in om van Den Bosch te winnen. Naast de uitschakeling in de Euro Hockey League verloren de Bilthovenaren ook in de Gold Cup. In de competitie snoepte SCHC één punt van Den Bosch af (0-2 en 1-1). SCHC eindigde als tweede, onder Den Bosch.
Toch bleef Van Hesteren ook vorige week bij zijn overtuiging. Opnieuw herhaalde hij: ‘Ik heb alle respect voor Den Bosch, maar wij gaan de titelstrijd winnen. Als we daaraan twijfelen, dan gaat het sowieso niet lukken.’
De hamvraag blijft: werpt deze nieuwe koers zijn vruchten af? Legt het extra druk op de schouders van de speelsters, of is juist het uitspreken van ambitie het recept voor succes? Eén ding is zeker: SCHC klinkt anders dan ooit.
4 Reacties
floorvermeer
Zijn opmerking over de strafcorners is treffend verwoord: ‘Als je kijkt naar de corners die Den Bosch gekregen heeft tegen ons: daar is er eigenlijk niet één terecht van. Dat meen ik. Zij doen iets heel slims, alleen niemand ziet het. Niemand is ermee bezig. Ze springen tegen spelers aan, lopen tegen sticks die stil liggen. Kijk de beelden maar terug. Ze pakken er telkens corners mee. Dat doen ze superhandig. Alle lof voor hen, want het wordt al jaren toegestaan.’ Maar dit geldt echt niet alleen voor Den Bosch maar voor de meeste teams in de Hoofdklasse die jaarlijks om de prijzen strijden, en dan met name de teams waar de internationals in zitten. In de NL selecties wordt veel getraind op het halen en benutten van strafcorners. NL weet als geen ander dat de strafcorner (met de huidige regels) de voornaamste factor is die succes bepaald. Daarom wordt ook het halen van een strafcorner, bijv. door opzettelijk tegen een voet te spelen, als een performance indicator gezien. De strafcorner zorgt namelijk voor de prijzen. Dit alles verziekt in feite het hockey (spelbederf, gekunsteld winnen). In de reguliere dames hoofdklasse competitie maakte Den Bosch dit seizoen 32 goals (44%) uit een strafcorner/strafbal, SCHC 37 goals (46%) en Amsterdam 31 goals (44%). En dan vindt men het raar dat het ieder jaar dezelfde 3 teams zijn die om de landstitel strijden. Kijk bijvoorbeeld ook naar de 1e halve finale in de heren play-offs tussen Kampong en Bloemendaal: Jip Jansen die 3 goals uit een strafcorner scoort en 1 goal uit een strafbal. Grote kans dat komend weekend de winnaars van de play-off finales weer bepaald gaan worden door … straffen.
RandolfHollt
@Floor; de strafcorner is zeker belangrijk en hoe beter je daar als team mee omgaat hoe groter de kans op succes inderdaad. Dat was overigens ook 30 jaar geleden al zo. Dat het hockey verziekt vind ik onzin. Als je als middenvelder onder druk wordt gezet in de opbouw leg je de bal ook op een voet. In een drukke cirkel waar je geen doelpoging kan creëren doe je hetzelfde, dat is gewoon slim spelen. Dat Janssen 3 corners scoort komt ook omdat Visser niet zijn gebruikelijke niveau haalt. 2 van de 3 corners werden namelijk laag rechtdoor gepushed en zijn prima houdbaar. Blijft er 1 corner over en die strafbal kwam uit een spelsituatie niet vanuit een corner. De top teams kunnen de corners niet alleen beter 'halen', maar ook beter voorkomen. Ieder team gaat voor corners of doelpogingen in de cirkel.
Reinout van Leeuwen
@Floorvermeer. Voor een groot gedeelte kan ik me vinden in jouw duiding. Dat door de huidige regel interpretatie een bal tegen een voet is een corner, gekomen om het de scheidsrechter makkelijker te maken, wat natuurlijk van de zotte is want een scheidsrechter dient dienend te zijn aan de sport, tot gevolg heeft dat veel teams op een corner spelen is niet goed voor de sport. Sterker nog spelers lopen vaak te appelleren voor een corner terwijl ze zelf op goal kunnen schieten, scheidsrechters kunnen dit wel oplossen door gewoon voordeel te geven, iets wat je elders op het veld ook gewoon doet. Dit alles staat los van de 'cultuurverschillen' tussen de verschillende clubs waarvan Van Hesteren over sprak. Zo heb ik de indruk dat mede door zijn inbreng Stichtse dit seizoen minder met het manipuleren van de scheidsen bezig houdt dan vorig seizoen & sommige andere teams.
hermanbrouwers66
Ik denk dat het twee hele mooie wedstrijden worden tussen twee topploegen die elkaar door en door kennen en hoop dat het, zoals vaker, tot het laatste kwart in Den Bosch spannend blijft. Wat ik niet hoop is dat de arbitrage, zoals vaker in het verleden, een grote rol gaat spelen. De teams en individuele spelers hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om er een hockeyfeestje van te maken en niet om het duel te laten ontsieren, ook als het even niet meezit!