Jorge Nolte zet Rotterdam op scherp: ‘Wil geen lul-cultuur meer’

Een week geleden stond hij nog op het veld bij promotieklasser Leiden. Zaterdag leidde Jorge Nolte hoofdklasser Rotterdam overtuigend langs Nijmegen in het eerste duel van de play-outs (4-1). De interim-coach, die volgend seizoen officieel zou beginnen in Rotterdam, stapte eerder in na het vertrek van Jordy van der Waart. ‘Ik wil geen lul-cultuur meer. Gewoon luisteren en je taak uitvoeren.’

In zijn witte overhemd met opgestroopte mouwen galmde Jorge Noltes stem de hele wedstrijd over de Hazelaarweg. Zijn wit-groene Rotterdam-jasje had hij na een minuut of vijf al aan de kant gegooid. Uit helemaal niets bleek zaterdagmiddag dat Nolte pas elf dagen bezig is aan zijn klus in Rotterdam. Hij schreeuwde zijn longen uit zijn lijf voor zijn meiden. En elk woord was positief.

Hij kent inmiddels alle bijnamen, praat soms in het Engels en schakelt dan weer in het Nederlands. Grapt even met zijn wisselspelers: ‘jullie staan er binnen één minuut in, anders kost het je 500 euro de neus’. Hij hitst het publiek op bij een strafcorner en is er als de kippen bij als een van de sproeiers het begeeft. Nolte lost het wel op.

Jorge Nolte fixt de sproeier. Foto: Willem Vernes

Nolte wil weer coachen in de Hoofdklasse 

‘Ik heb er geen seconde over getwijfeld’, vertelt Jorge Nolte. Hij heeft het niet over het fixen van die sproeier of het sturen van een tikkie van 500 euro. Nee, hij doelt op zijn vervroegde, nieuwe klus. ‘Ik vind dat als er een beroep op je gedaan wordt, dan moet je er staan. Het is belangrijk voor de club, voor de meiden en uiteindelijk ook voor mij. Ik wil heel graag weer coachen in de Hoofdklasse. Op deze manier kan ik daar zelf aan bijdragen, om dat voor elkaar te krijgen. Ik loop absoluut niet weg voor mijn verantwoordelijkheden. Dit was een no-brainer.’

Jordy van der Waart stond de afgelopen maanden voor de groep. De rasrotterdammer was bezig aan zijn eerste seizoen en alles leek erop dat hij dat jaar ook af zou maken. Maar na de pijnlijke nederlaag tegen Oranje-Rood, zo’n drie weken geleden, besloot Van der Waart anders. Hij uitte zijn twijfels bij het bestuur van de club. ‘Jordy heeft me zelf gebeld om te vragen of ik ervoor open stond, om zijn taken al eerder over te nemen. Ik heb niets anders dan respect voor hem en voor zijn keuze’, vertelt Nolte vol lof over zijn collega. ‘Ik hoop dat we in de toekomst ooit nog samen kunnen werken, maar dat zat er nu niet in. Er was te veel gebeurd. Het is aan de meiden en aan mij om het nu zo goed mogelijk te doen. Dit is een superleuke overwinning, maar het is wel die van Jordy.’

Die uitdaging begon nog geen twee weken geleden. Weken waarin hij de selecties van Leiden – die de vervroegde overstap goedkeurde – en Rotterdam tegelijk draaide. Wat hij in die korte tijd veranderd heeft? Niet zoveel. ‘Ik heb geprobeerd de groep te laten reflecteren’, vertelt hij. Dat begon met het schrijven van een brief. ‘Iedereen moest een brief aan zichzelf schrijven. Daarin moesten ze zeggen wat ze anders gingen doen en wat ze naar het team zouden brengen’, vertelt hij. ‘Ze dachten dat ik die brieven zou verzamelen, maar ik liet ze ze aan elkaar voorlezen. Die brieven heb ik de afgelopen tijd nog een paar keer gebruikt.’

Blijdschap bij Jorge Nolte en zijn assistent Jeroen Buné. Foto: Willem Vernes

Nolte, de generaal van Rotterdam 

Het is een van de manieren van Nolte om zijn nieuwe groep te prikkelen. Om ze in te laten zien waar ze vandaan komen. ‘Ik heb geprobeerd een beetje vertrouwen en energie te geven. Dat was wat nodig was’, zegt hij. ‘Ik denk dat ik de afgelopen dagen niks nieuws tegen de groep heb gezegd. Alleen je weet als iemand nieuw het zegt, dat er dan naar geluisterd wordt’, legt hij uit. ‘Dat is mijn voordeel.’ Zijn belangrijkste punt? Werken vanuit discipline. ‘Iemand maakte al een grapje. Noemde me een generaal. Ja, ik kan veeleisend zijn. Maar dat is gewoon zo. Ik wil geen lul-cultuur meer. Gewoon luisteren en je taak uitvoeren. En niet alleen maar: ja, maar…’

Nolte heeft de afgelopen elf dagen geen namen in zijn hoofd moeten stampen. Hij kende de groep al een beetje. Stond zelfs af en toe eens met ze op het veld. ‘Ik heb twee middagtrainingen gegeven. Een maand of drie geleden, dat vroeg Jordy aan me’, vertelt hij. ‘Een week of zes geleden stond ik nog eens op het veld. Ik merkte wel dat toen duidelijk werd dat ik de nieuwe coach zou worden.’

‘Niet zeiken, maar keihard werken’

Zijn eerste optreden als coach van Rotterdam is er eentje om in te lijsten. ‘Maar ik baal nog steeds van die tegentreffer hoor’, lacht hij. ‘Ik meen het wel. We hadden er samen op gehamerd dat we de nul zouden houden. Dat vind ik dan heel irritant. En in mijn ogen ook totaal niet nodig.’ Een detail, want zijn gevoel van trots overheerst. ‘We hebben gewoon super hard gewerkt. Niet zeiken, maar keihard werken. Je moet altijd harder willen werken dan je tegenstander. Meer willen winnen. Dat hebben we uitgestraald. Vanaf minuut een.’

Amber van den Dijssel en Jorge Nolte. Foto: Willem Vernes

Dat leverde na zestig minuten een 4-1 voorsprong op. En natuurlijk rekent Nolte zich nog niet rijk. ‘We zijn er nog niet’, klinkt het formeel. Maar nog een seizoen in de Hoofdklasse is wel heel dicht in de buurt. Morgen wacht de return, om 12.30 uur in Nijmegen. ‘Ik heb natuurlijk mazzel dat ik het afgelopen seizoen gecoacht heb in de Promotieklasse. We speelden vier weken geleden met Leiden nog tegen Nijmegen. De analyse van toen heb ik er gewoon weer bij kunnen pakken. Dat gaf me natuurlijk een kleine voorsprong.’

De knuffel tussen Nolte en Van der Waart 

Terwijl zijn selectie de kleedkamer in vertrokken was, vond op de tribune het mooiste moment van de dag plaats. Helemaal bovenin zat Van der Waart. Hij was erbij als supporter. Nolte zocht hem op en trakteerde hem op de allergrootste knuffel. ‘Prachtig toch. Dat hij er is. Ik heb hem echt in mijn hart gesloten’, zegt Nolte. 

Voor Nolte een extra motivatie om het zondagmiddag af te maken. Voor zijn hockeyvriend. ‘Ik barst van het vertrouwen. Deze groep kan echt heel goed hockeyen. Een voorspelling? Ik hoop dat ik morgen een klein biertje kan drinken. Dan waren het twaalf bijzondere eerste dagen.’


Wat vind jij? Praat mee...